Zuid-Chinese Zee is geen mensenleven waard
Op straat in de Filipijnse hoofdstad Manilla wordt dinsdag al een overwinningsfeest gevierd voordat de uitslag uit Den Haag bekend is. Mensen roepen 'victorie' en laten ballonnen op in de kleuren van de Filipijnse vlag: rood, blauw, wit en geel. Voor hen staat de uitslag al lang vast: de Filipijnen worden in het gelijk gesteld, China in het ongelijk. Maar met het feest komt meteen ook de twijfel: wat nu? Iedereen kijkt naar de roemruchte president Duterte. Gaat hij nu met getrokken pistool de eilanden en zandbanken terugeisen die China heeft ingepalmd? De kans daarop lijkt, tegen veler verwachting in, uiterst klein.
Duterte zou er de man naar zijn. Hij is de president die de Filipijnse politie net carte blanche heeft gegeven om drugscriminelen dood te schieten, en neemt in de strijd tegen de criminelen voortdurend het woord 'oorlog' in de mond. Maar dat is een ander soort oorlog. Met China ligt dat anders, zegt hij: 'Wij zijn niet bereid ten oorlog te trekken. Oorlog is een vies woord.' Hij wil de uitslag van de arbitrage in Den Haag niet gebruiken als een vrijbrief voor militaire actie. De ruzie over de Zuid-Chinese Zee is hem geen mensenlevens waard. Hij zegt aan te zullen sturen op een 'zachte landing' en niet op een confrontatie.
Duterte ziet meer heil in praten. Zijn pragmatische benadering staat haaks op die van zijn voorganger, Benigno Aquino. Die weigerde te praten over concessies, en stuurde vaak regelrecht af op een confrontatie. Zijn politiek leidde in 2012 tot een rechtstreekse militaire botsing met China bij de Scarborough-zandbank. Deze confrontatie was voor de Filipijnen de aanleiding de arbitragezaak in Den Haag aan te spannen.
De Haagse uitspraak verschaft eindelijk juridische duidelijkheid over de geldigheid van internationale wetten, en daarmee kan de verdeling van de Zuid-Chinese Zee (of West-Filipijnse Zee, zoals die in de Filipijnen heet) blijvend worden vastgelegd. Maar de uitspraak verliest aan kracht als China haar naast zich neerlegt, en Duterte alles weer bespreekbaar maakt. Dan schiet de regio er uiteindelijk niets mee op, en ontstaat, een situatie die de Singaporese topdiplomaat Bilahari Kausikan onlangs voorspelde: 'Er zal veel geschreeuw zijn maar op de grond zal niet veel veranderen.'
De andere Zuidoost-Aziatische betrokkenen in het conflict, Vietnam, Maleisië en Brunei, zullen daar weinig aan kunnen veranderen. Zij zijn te klein om individueel een vuist te maken, en de ASEAN (de unie van Zuidoost-Aziatische landen) waarin zij zijn verenigd blijkt zwak, verdeeld, en zwaar onder de invloed van China. In 2012 werd een veroordeling van de Chinese agressie door de ASEAN verhinderd door Cambodja, dat een nauwe band heeft met China. Dit jaar liet de ASEAN opnieuw haar zwakte zien: in juni brachten de ASEAN-lidstaten in Beijing een gezamenlijke verklaring uit waarin zorg werd uitgesproken over de escalatie in de Zuid-Chinese Zee. Zelfs die voorzichtige verklaring ging China te ver en werd onder druk van de grote buur haastig weer ingetrokken.
Een zee van nationale gevoeligheid
De Filippijnen zijn in het gelijk gesteld in het conflict over de Zuid-Chinese Zee. De maritieme claims van China in het gebied worden door het Hof van Arbitrage in Den Haag niet erkend. Maar China zal zich niets aantrekken van het oordeel van het arbitragehof, zegt sinoloog Henk Schulte Nordholt (+).
Indonesië
Indonesië is het enige land in de regio dat zich op dit moment hard opstelt als het gaat om de 'negen strepen kaart' van China. Het land is eigenlijk niet eens partij in het conflict. De Chinese kaart overlapt niet meer een piepklein stukje Indonesische zee ten noorden van de minuscule Natuna-eilanden. Dat stukje lijkt van weinig belang, maar het wordt de laatste maanden door Indonesië verbeten verdedigd. De Indonesische marine heeft al drie Chinese vissersschepen opgebracht die illegaal visten in het stukje zee. Daarbij kwam het bijna tot een treffen met een schip van de Chinese kustwacht dat de vissers begeleidde. Dat moest zich gewonnen geven toen Indonesië extra marineschepen stuurde.
De in beslag genomen vissersschepen zullen worden opgeblazen, overeenkomstig het keiharde Indonesische visserijbeleid van de laatste twee jaar. In de ogen van Indonesië zijn de vissersschepen overigens méér dan alleen illegale vissers. Zij worden beschouwd als een voorhoede die de annexatie van nieuw zeegebied moet voorbereiden. 'Een vissers-militie' noemt de Indonesische diplomaat Siswo Pramono ze, en dat lijkt niet onterecht: ook het Scarborough-conflict begon met Chinese vissersschepen die het gebied binnendrongen, begeleid door dezelfde Chinese 'kustwacht'.
De regering in Jakarta heeft nu meer marineschepen naar het gebied gedirigeerd en ook de marinebasis op Natuna wordt uitgebreid. President Joko Widodo bracht er persoonlijk een bezoek en hield een krijgshaftige kabinetszitting op een van de fregatten om te benadrukken dat Indonesië geen centimeter van zijn zee zal afstaan.