Zorg voor kwetsbare mensen

Mogen allen die menen dat er met efficiënter werken een kwart van de zorgkosten bespaard kan worden en dat het dus wel met een kwart minder kan, denken aan Mara en Rachid.

Evelien Tonkens

Mara vindt het heerlijk, een eigen huis. Nu kan zij eindelijk ongestoord uren op de wc zitten, zonder dat iemand daarover zeurt. Rachid vindt zelfstandig wonen ook geweldig: eindelijk kan hij zelf bepalen hoe laat hij naar bed gaat. En niemand heeft commentaar als zijn avondmaaltijd uit chips bestaat. Mara en Rachid woonden eerder in een groep met andere mensen met respectievelijk psychiatrische en verstandelijke handicaps. Nu wonen ze lekker alleen.

Naar
Veel contact met de buurt hebben ze niet. Rachid heeft nare ervaringen: iemand heeft hem eens in ruil voor tien biertjes een handtekening laten zetten. Vervolgens regende het boetes voor te hard rijden en voor rijden onder invloed. Met die handtekening was een auto op zijn naam gezet. Mara komt ook liever niet buiten, want zij is bang dat de mensen raar naar haar kijken. Ze neemt de telefoon wel op. Laatst bleek dat ze tien 06-abonnementen heeft en acht staatsloten.

De belangrijkste persoon in hun leven is hun persoonlijk begeleider. Die heeft geholpen hun schulden weg te werken. Ze is hun steun en toeverlaat, hun praatpaal, hun grootste vertrouwenspersoon, met wie zij hun diepste geheimen delen. Rachid heeft zijn goudvis naar haar vernoemd. ‘Als ik haar niet zou hebben, waar moet ik het dan kwijt? Ik weet gewoon dat de mensen een loopje met me nemen’, zegt hij (in: Verplanke en Duyvendak, Onder de mensen?, 2010).

Inpakwerk
Mara gaat overdag naar het Dagactiviteitencentrum (DAC): daar ontmoet zij lotgenoten, doet inpakwerk en kleine klusjes en eet een warme lunch. Ze noemt het haar ‘tweede familie’. Rachid werkt vrijwillig in een zorginstelling. Geen van beiden heeft behoefte aan contact in de buurt. Mara heeft het druk met de drukte in haar hoofd. Rachid zit ’s avonds achter de tv of de computer. Wel gaan ze vaak naar het Inloopcentrum van de zorginstelling in hun buurt. Daar ontmoeten ze lotgenoten. Veilig en herkenbaar.

Mara en Rachid zijn behoorlijk tevreden over hun leven, en dat is niet uitzonderlijk, blijkt uit de recente onderzoeken Maar hier in de wijk zijn wij normaal van woningcorporatie Patrimonium (Binnenland, 31 december 2009) en Onder de mensen? van Verplanke en Duyvendak van de Universiteit van Amsterdam (Amsterdam University Press, 2010).

Maar het leven van Mara en Rachid steekt bleek af tegen de beleidsdroom die hun verhuizing naar de wijk instigeerde. Volgens die droom zouden ze in de buurt integreren en zouden mensen uit de buurt ‘zorgnetwerken’ gaan vormen, waardoor minder betaalde hulp nodig is.

Overspannen verwachtingen, laten Verplanke en Duyvendak zien: mensen als Mara en Rachid hebben nauwelijks contact met hun buren en komen zelden of nooit in buurtcafés of buurthuizen. Sommigen zijn wel eenzaam, maar nog geen kwart wil meer contact met de buren. Hun sociale leven rust meestal op drie pijlers: de persoonlijk begeleider, het inloopcentrum en een dagactiviteit (bijvoorbeeld bij een DAC, sociale werkvoorziening of zorgboerderij). Familie kan ook heel belangrijk zijn, maar sommigen hebben nauwelijks contact met familie.

Afhankelijk
Het welzijn van de meesten is dus afhankelijk van zorginstellingen en zorgverleners, net als vroeger toen ze nog in een instelling woonden. De buurt of de buren nemen het niet over, en dat hoeft ook niet. Ze willen liever een computerspelletje doen dan bij de buren op de koffie, en de buren hebben het vermoedelijk ook druk met andere dingen. Verplanke en Duyvendak achten wat meer begeleid contact wel wenselijk, zeker voor het kwart dat dat wil.

Hoe een utopie geen waarheid werd, maar toch tevredenheid genereerde.
Alleen: dit leven is in tijden van bezuinigingen erg kwetsbaar. Dagactiviteiten, persoonlijk begeleiders en inloopcentra zijn typisch voorzieningen die in de aanstaande bezuinigingen dreigen te sneuvelen. Ze klinken soft, gaan niet over bloed en dood, en niemand kan naar de rechter stappen als ze worden geschrapt. Het aangedane leed blijft onzichtbaar.

Mogen allen die menen dat er met efficiënter werken een kwart van de zorgkosten bespaard kan worden, zoals Achmea-topvrouw Schulz van Haegen (Binnenland, 31 december), en dat het dus wel met een kwart minder kan, denken aan Mara en Rachid. Deze softe voorzieningen zijn de kurk van hun bestaan.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden