'Zorg onbetaalbaar zonder concurrentie'
Rien Meijerink..
DEN HAAG ‘Als we niets doen, wordt de zorg onbetaalbaar. Dan gaat al het extra geld dat we met economische groei verdienen op aan zorg’, zegt Rien Meijerink. Hij is voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ), die het kabinet adviseerde over de financiering van de zorg. De raad vindt dat de kosten van de zorg jaarlijks niet meer mogen stijgen dan twee keer de economische groei. ‘Dan nog moeten er forse maatregelen worden genomen.’
Minister Klink van Volksgezondheid herkent zijn beleid in het advies, maar vindt het tempo van verandering dat de raad bepleit wel erg hoog.
De solidariteit die nu is ingebakken in de ziektekostenverzekering en wetten als de AWBZ en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning komt volgens Meijerink onvermijdelijk onder druk te staan. Nu al betaalt iemand met een modaal inkomen (30 duizend euro bruto) meer dan 10 procent van zijn inkomen (4.000 euro) aan de AWBZ.
Waarom stijgen de zorgkosten zo?
‘Door de vergrijzing. Maar ook door technologie. Die kost geld. Behandelingen worden daardoor beter, waardoor mensen ook weer ouder worden. En vergeleken met het buitenland is zorg hier duur.’
Wat stelt u voor?
‘Verzekeraars en zorgaanbieders, zoals ziekenhuizen en verzorgingshuizen, moeten echt gaan concurreren. Burgers kunnen nu overstappen van de ene ziektekostenverzekeraar naar de andere. Daarvoor geldt een acceptatieplicht. Die moeten we handhaven. Maar als een verzekeraar extra kosten maakt door overstappers, verrekenen ze die kosten onderling. Die verevening achteraf moeten we afschaffen. Dan gaan verzekeraars echt concurreren. Nu wentelen ze de risico’s onderling en uiteindelijk op de overheid af.’
Wat kan de minister doen?
‘Het zorgbudget moet anders gehanteerd. Nu deelt de minister achteraf kortingen uit aan bijvoorbeeld ziekenhuizen. Dat geeft altijd gedonder. De minister kan beter de budgetten vooraf vaststellen, dat is duidelijker.’
Wat moeten zorgaanbieders doen?
‘Zorgaanbieders moeten gaan concurreren om contracten met verzekeraars. Kwaliteit wordt daarbij cruciaal. Het aantal heroperaties is zo’n gegeven: hoe vaak moeten operaties worden overgedaan? Ook het aantal doorligwonden bij patiënten – dat soort gegevens moet cruciaal zijn bij het afsluiten van contracten tussen verzekeraars en zorginstellingen.
‘Voor bepaalde aandoeningen moeten verzekeraars behandelplannen afsluiten met zorginstellingen. Mensen die een beroerte hebben gehad, kunnen te maken krijgen met hun huisarts, het ziekenhuis, en een verzorgingshuis. In zo’n geval kan het ziekenhuis hoofdaannemer worden van het zorgplan. Dat wordt het aanspreekpunt voor de patiënt. Dat is klantvriendelijker en efficiënter. Een diabeet heeft ook te maken met een reeks zorginstellingen. Daarvoor zou de huisarts contactpunt voor de patiënt kunnen zijn.’
De polissen blijven buiten schot?
‘Nee. De grote groeiers in de zorg zijn de ouderenzorg en de geestelijke gezondheidszorg. Door de vergrijzing zal de ouderenzorg doorgroeien. Voor de toekomst kun je een basisvoorziening garanderen, en als mensen luxere zorg willen, dan moeten ze zich bijverzekeren. En voor de geestelijke gezondheidszorg moet je je afvragen of de basisverzekering alles moet dekken. Relatietherapie bijvoorbeeld, daarvoor zul je een eigen bijdrage moeten vragen.’