Zonder universiteit is het stoere Utrecht een dorp

Bang voor grote woorden is Utrecht, als kleinste van de vier grote steden, nooit geweest. Winkelhart van Nederland, nationaal knooppunt van verkeer en vervoer, en sinds kort culturele hoofdstad van Nederland....

Van onze medewerker Philip van de Poel

Toch is er een benaming die niet zomaar aan een latent Calimero-complex kan worden toegeschreven: kenniscentrum Utrecht. Met een universiteit en een hogeschool, die samen 50 duizend studenten herbergen, en met instellingen als het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het KNMI in de buurt kan Utrecht zich met recht die titel aanmeten.

Voor de Mammoetwet van 1968 die de studentenaantallen deed exploderen, werd de academische standing van de stad uitbundig beleden. Hoogleraren presenteerden zich bij feestelijkheden in vol ornaat aan de burgerij. Studenten kozen een andere weg en zetten zich met eigen kleding en eigen tradities vooral af tegen het klootjesvolk.

Nog altijd drukt de universiteit haar stempel op het Utrechtse straatbeeld, al zijn de opvallende parafernalia verdwenen. Op de klok van het collegerooster slingert dagelijks een fietsende file studenten door de stad. En als het terrasjesseizoen is aangebroken, verandert Utrecht onmiskenbaar in een studentenstad.

'Zonder universiteit zou Utrecht een dorp zijn', zegt horeca-ondernemer R. de Koning. 'Studenten zijn zo ongeveer de enige doelgroep die doordeweeks kan stappen.'

Een zegen voor het uitgaansleven is nog geen zegen voor de stad. De onevenwichtige bevolkingssamenstelling stelt Utrecht voor een vrijwel onoplosbaar huisvestingsprobleem.

De bereikbaarheid van universiteitscomplex De Uithof en het academisch ziekenhuis ten oosten van de stad is een andere netelige kwestie. Een busbaan moet uitkomst bieden.

Over de aanleg ervan werd jarenlang politiek gesteggeld.

Mede door het verzet tegen de busbaan wist Leefbaar Utrecht in 1998 vanuit het niets 20 procent van de kiezers te mobiliseren. De nieuwe ontsluiting van De Uithof wordt door de 365-jarige Universiteit Utrecht dankbaar aanvaard - al had ze liever een ondergrondse verbinding gezien. Maar tevredenheid overheerst: stad en universiteit kunnen het steeds beter met elkaar vinden.

Zo is onlangs met de bouw van een campus op De Uithof een langlopende ruzie tussen het gemeentebestuur en de universiteit bijgelegd. Door de komst van een internationaal 'university college', Utrechts eigen Cambridge maar dan op een voormalig kazerneterrein, is de lucht verder opgeklaard. Voorzitter J. Veldhuis van het college van bestuur van de universiteit zegt het zo: 'Er is een duidelijker besef van het belang van nieuwe universitaire projecten.' Door de gemeenteuiteraard.

Eigenbelang ligt ten grondslag aan de toeschietelijke houding van de gemeente. De jaaromzet van universiteit is opgelopen tot 1,2 miljard gulden, zevenduizend werknemers maken de universiteit de grootste werkgever in de regio.

De spin-off die de universiteit genereert is lastiger te meten, maar de cijfers spreken boekdelen. Met Nijmegen heeft Utrecht de hoogstopgeleide beroepsbevolking van Nederland. Daarnaast telt Utrecht een ongeëvenaard aantal beginnende, kleine ondernemingen. Het bedrijfsleven is - mede door de opmars van kennisintensieve bedrijvigheid - massaal in de regio neergestreken.

Wil Utrecht zijn zelfverklaarde status als kenniscentrum te gelde maken, dan moet universitaire kennis breder toegankelijk worden, vindt J. Bielders, voorzitter van Kamer van Koophandel. 'De universiteit heeft de maatschappelijke plicht kennis beschikbaar te stellen, want ze is met gemeenschapsgeld opgebouwd. Het probleem is dat universiteit en bedrijfsleven twee volstrekt verschillende culturen zijn die elkaar door vooroordelen en onbekendheid maar moeilijk vinden.'

Door het groeiende financiële belang van contractonderzoek is de universiteit genoopt het oor meer dan vroeger naar het bedrijfsleven te laten hangen. 'Waar mogelijk zoeken we aansluiting', stelt Veldhuis. 'Maar sommige onderzoeksterreinen liggen gruwelijk ver van regionale, kortetermijnbelangen af. Onze theoretische fysica is van internationale allure, daar kunnen ze weinig met vragen van een vrachtwagenfabriek in Veenendaal.'

De 'internationale allure' die de universiteit wil uitstralen, wordt goed zichtbaar in de kloeke, nieuwe architectuur op De Uithof. De metamorfose is opmerkelijk. Gold het universiteitscentrum ooit als een doods ballingsoord, dankzij ontwerpen van Rem Koolhaas en Ben van Berkel is het veranderd in een proeftuin van spraakmakende bouwkunde. Het monumentale visitekaartje werpt vruchten af. Buitenlandse bezoekers van het nabijgelegen Rietveld-huis waaieren als vanzelf uit over het universiteitsterrein.

Bij alle internationale aspiraties wil de universiteit haar historische wortels niet verloochenen. Al was het alleen maar omdat het gros van de studenten niet kiest voor De Uithof of de academische kwaliteit, maar voor de kleinsteedse charmes van Utrecht. 'Lief', luidt het oordeel van uitwisselingsstudent M. Pemberton bij de aanblik van de met terrassen gevulde werfkelders langs de Oudegracht.

De kwalificatie sluit aan bij een onder eerstejaars gehouden enquête. Bijna de helft van de ondervraagden voerde 'gezelligheid' aan als belangrijke overweging bij de keuze voor Utrecht.

Dat studie en vertier hand in hand gaan, wist het gemeentebestuur al in 1636. Twee weken na de oprichting van de universiteit werden studenten vrijgesteld van de accijns op wijn en bier.

Anno 2001 vindt het voorbeeld in aangepaste vorm navolging. De Uithof moet gezelliger worden, heeft het universiteitsbestuur besloten. De winkeltjes op het universiteitscomplex krijgen binnenkort gezelschap van een echt café. Het dubbele gezicht van een grote universiteit in een kleine stad: de universiteit geeft de stad smoel om zich vervolgens aan haar evenbeeld te spiegelen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden