Zonder premier geen kabinet
Uniek. Dat was dinsdagnacht de motie van wantrouwen tegen minister-president Balkenende (CDA) van Femke Halsema (GroenLinks), gesteund door PVV, SP, D66 en de Partij voor de Dieren.
Uniek, omdat de motie niet tegen het kabinet was gericht, of tegen een vakminister, maar tegen de premier, naamdrager van het kabinet. De tekst, die met 96 tegen 40 stemmen werd verworpen, luidde:
‘De Kamer (¿) constateert dat de Kamer op cruciale punten onjuist, onvolledig en selectief is geïnformeerd over de onderbouwing van de beslissing om de inval in Irak politiek te steunen; (¿) van oordeel dat het kabinet in het algemeen en de minister-president in het bijzonder hierover onvoldoende verantwoording heeft afgelegd; tevens overwegende dat de minister-president (¿) zowel in ambt als persoon hiervoor de primaire politieke en ministeriële verantwoordelijkheid draagt,zegt het vertrouwen op in de minister-president.’
Gratuit
Hoogleraar parlementaire geschiedenis Joop van den Berg kent geen andere voorbeelden van een motie van wantrouwen alleen gericht aan de premier. ‘Het is nogal gratuit. Zou het CDA dan zeggen: gut, we hebben geen premier meer, wat vervelend? Nee, natuurlijk niet zonder premier is er geen kabinet. Om het feestje op te voeren dat het alleen om de premier gaat, is wat hypocriet.’
‘Ik weet bijna zeker dat dit nog nooit eerder een premier is overkomen’, zegt ook staatsrechtgeleerde Jan Vis. ‘Moties van wantrouwen zijn al vrij zeldzaam, hoewel de oppositie het middel in toenemende mate gebruikt. Maar tegen de premier? Nee.’
Steun
Tot nu toe hadden GroenLinks en D66 nog geen moties van wantrouwen (vooral afkomstig van de PVV) tegen dit kabinet gesteund. De VVD diende een motie van wantrouwen tegen het kabinet in tijdens de algemene politieke beschouwingen, maar gaf nu geen steun aan de motie-Halsema. De SGP steunde nog geen enkele motie van wantrouwen.