Zodra Nederland moet kiezen steekt twijfel de kop op

Max Pam
null Beeld
Beeld

De schrijver Gerard Reve heeft eens opgemerkt dat je in Nederland pas serieus wordt genomen als je twijfelt. Waaraan is niet eens zo belangrijk, het gaat erom dat je duidelijk moet laten blijken dat twijfel de grondtoon is van het bestaan.

In zijn brievenboek Nader tot U zegt Reve het zo: 'Eigenlijk geloof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U. Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft, dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam, en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt, zoals ik U.'

Handenwringend van de twijfel door het leven gaan, daar is de Nederlander misschien net iets te nuchter voor, maar dat niets helemaal waar is en zelfs dat niet, blijft de leidraad in het Hollandse binnenhuis. Bij elke verkiezingen keert de twijfel terug. Zodra de volkswil wordt geraadpleegd, steekt twijfel de kop op, als een razende mol in een weiland.

Nergens wordt door de kiezer zoveel getwijfeld en gezweefd als in Nederland. Volgens de opiniepeilers zweeft momenteel 70 procent van het electoraat. Deze krant wijdt dagelijks de belangrijkste nieuwspagina aan de zwevende kiezer. Die twijfelt en neigt van de een naar de ander. Die wikt en weegt, maar is er nog niet uit. Mogelijk zal de beslissing pas op het laatste ogenblik in het stemhokje worden genomen onder de verzuchting: 'God zegen de greep.' In dat geval hebben wij de verantwoordelijkheid naar het Opperwezen doorgeschoven.

Eerlijk gezegd twijfel ik weleens aan de oprechtheid van al die twijfel. Wanneer een opiniepeiler of een journalist bij je komt met de vraag op wie je gaat stemmen, staat het wel zo stoer om te laten blijken dat je in je overwegingen niet over één nacht ijs bent gegaan.

Iets zeker weten smaakt in de politiek al snel naar propaganda. Bij de verkiezingen vier jaar geleden leek het erop dat de SP een geweldig resultaat zou halen met meer dan dertig zetels. Maar toen de stemmen waren geteld, kwam Maurice de Hond vertellen dat de SP op het allerlaatst 22 zetels had ingeleverd.

Ja, maar bij wie?

Bij Maurice de Hond. Ik schreef toen dat peilingen een soort kiezersbedrog zijn, niet gepleegd door de politici, maar door de kiezers zelf. Eigenlijk ligt het nog anders. Het is eerder een soort bedrog van de kiezers om de opiniepeilers om de tuin te leiden. Opiniepeilers zijn als ornithologen die de vogels ringen in de hoop dat sommige exemplaren later worden teruggevonden op de Zuidpool, zodat wij iets te weten komen over de vogeltrek.

De afgelopen week was Maurice de Hond niet de enige opiniepeiler die met teleurstelling moest vaststellen dat er maar weinig beweging te zien was op het kiezersfront. Voor een opiniepeiler is het wel zo mooi als het electoraat van de ene kant naar de andere kant holt, maar in feite is de geringe beweeglijkheid de natuurlijke toestand van de kiezer. Al dat gezweef is best een aardige belevenis - voor een keertje - maar diep in zijn (of haar) hart weet de kiezer allang naar wie zijn (of haar) stem gaat. Een vogel vliegt ook niet ineens naar de Noordpool in plaats van naar de Zuidpool, als daar geen zwaarwegende reden voor is.

Democratie is niet alleen ergens vóór stemmen, het is ook ergens tegen stemmen. Je moet een politicus kunnen wegstemmen die het niet goed doet, of die te lang is blijven zitten.

De SP verloor bij de vorige verkiezingen in de laatste week 22 virtuele zetels, omdat Emile Roemer het in de debatten aflegde tegen Diederik Samsom. Dit keer maakt Roemer nauwelijks fouten, maar krijgt hij er geen 22 zetels bij, vermoed ik.

Niet alleen bij Nieuwsuur wordt partijleiders gevraagd een voorspelling te doen over het aantal zetels dat hun partij zal krijgen. De meesten zijn ongelooflijk optimistisch. Asscher voorspelde zelfs dat de PvdA met 26 zetels de grootste partij zal worden.

Optimisme is kennelijk niet alleen een morele plicht voor een politicus, het nodigt de kiezers ook uit om straks te stemmen op degenen die ons als de winnaars zijn voorgehouden. Om aan de voorspellingen van partijleiders recht te doen, heb je een Tweede Kamer nodig met ten minste 250 zetels.

Opmerkelijk was trouwens dat maar één partleider zo verstandig was om niet aan het gezelschapsspelletje van de voorspelling te willen meedoen. Hij trotseerde met recht het 'o-wat-flauw-argument'. Ik voorspel dat hij op 15 maart de grote winnaar zal zijn.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden