Column
'Zodra de Spelen waren en 'Mark' deed mee, versperden vrouwen het beeld'
Op Mark Tuitert is werkelijk niets aan te merken, hoezeer je ook je best doet iets te bedenken. Bij ieder ander zou zoiets irritant zijn, maar zelfs de afgunst is ons bij Tuitert niet gegund, schrijft Volkskrant-columnist Peter Middendorp.
Ik stond in de sportschool op een crosstrainer naar de 1.500 meter te kijken toen een jonge fitness-instructrice haar blonde hoofd uit een belendend sportzaaltje stak. Ik zag hoop en verlangen in haar ogen, vooral verlangen. 'Is Mark al geweest?' vroeg ze. 'Ja,' zei ik, en haalde mijn schouders op. Ik kon er ook niets aan doen.
Normaal zou deze boodschap ertoe moeten leiden dat iemand zich weer terugtrekt - Tuitert was ten slotte al geweest, er viel niets meer te zien - maar bij 'Mark' werkt dat anders. Ze stapte meteen haar zaaltje uit.
Ik zuchtte klaaglijk, het was niet mooi. Vier jaar lang kon je in je eentje naar onbelangrijke wedstrijden gaan zitten kijken, maar zodra er Olympische Spelen waren en 'Mark' deed mee, wisten vrouwen niet hoe snel ze je blik op het beeldscherm moesten versperren.
Ergens begreep ik het ook wel. Op Mark Tuitert is werkelijk niets aan te merken, hoezeer je ook je best doet iets te bedenken. Bij ieder ander zou zoiets irritant zijn, maar zelfs de afgunst is ons bij Tuitert niet gegund.
Sneller en strakker
Op belangstellenden zullen benen en billen van schaatsers de grootste aantrekkingskracht uitoefenen, al moeten ook de kruizen tot voor kort beslist de moeite van het kijken zijn geweest - je zag alles prima, achteraf kon je de boel zo natekenen. Maar ik weet niet welke mannenhaatster die pakken maakt - ze worden sneller en strakker, steeds sneller en strakker, net zolang tot er niets meer overschiet voor het oog.
Vreemd is het wel. In alle sporten wordt het seksuele aspect belangrijker - de snowboardsters lijken wel op uiterlijk geselecteerd - maar voor schaatsers maken ze pakken die zelfs van de grootste kerels meisjes maken. Zo had ik dus ook wel op schaatsen gekund.
De instructrice ging terug haar zaaltje in, ik kon rustig verder kijken. De onttroning van regerend olympisch kampioen Tuitert kwam in etappes: na elke race zakte hij weer een plaatsje op de ranglijst. Tussendoor werd hij steeds even in beeld genomen, de haren wild, de ogen ongelovig. Als hij met een waterflesje smeet, raapte hij dat meteen weer op - ook dat zal wel weer typisch Tuitert zijn.
Onttroning in etappes
Alles konden we volgen, de hele onttroning, alleen tijdens de laatste etappe ging alle aandacht naar Koen Verweij, die op drieduizendste seconde goud miste. Het zal de beste motivatie voor de volgende Spelen blijken, maar daar heeft hij nu nog weinig aan.
Na de wedstrijd liepen de instructrice en ik samen naar de kleedkamers. Onderweg keek ze me een paar keer aan, alsof ze hoopte dat ik zou zeggen: Mark blijft gewoon Mark hoor, ook een uitgetuiterde Mark blijft altijd een kampioen.
Ik troostte haar niet, ik had mijn lesje geleerd. Ik had vier lange en eenzame jaren met Koen Verweij voor de boeg - Inzell, Berlijn, Collalbo - om hem straks, tijdens de volgende Winterspelen, helemaal ontbolsterd aan de dames te kunnen geven.
Peter Middendorp is columnist van de Volkskrant.
Ik weet niet welke mannenhaatster die pakken maakt - ze worden sneller en strakker, steeds sneller en strakker, net zolang tot er niets meer overschiet voor het oog.