Zo simpel kan het zijn
Het designlabel Weltevree heeft een mooie collectie spullen die simpel zijn en degelijk in elkaar zitten. ‘Je hoeft geen professor te zijn om te begrijpen hoe leuk het is om in een houtgestookt bad te zitten.’..
Dit voorjaar maakte ontwerper Dick van Hoff (1971) een fietstocht door de Zwitserse Alpen. Ergens langs een bospad zag hij een picknickplek met een stenen grill. Ernaast lag een stapel gekapt hout, klaar voor openbaar gebruik. ‘Dat gevoel, dat is Weltevree. Zo maak je het leven aangenaam. Dat je in de natuur zelf een fikkie mag stoken om je te warmen of wat eten klaar te maken.’ En het is dat positieve gevoel dat Van Hoff mist in Nederland. Zuchtend: ‘Hier mag het niet of het wordt kapot gemaakt.’
Daarom begon hij drie jaar geleden met ontwerper Floris Schoonderbeek (1979) een label voor interieurproducten ‘die uitnodigen om te genieten’. Maar net als bij een barbecue in de Zwitserse bossen moet je er wel eerst wat voor doen. ‘Dat maakt je ervan bewust dat je de tijd moet nemen. Niet altijd maar haast, haast, haast.’
Aanvankelijk hadden ze slechts twee producten: een houtkachel en buitenbadkuip. Van Hoff bracht de betonnen houtkachel in. ‘Hout sprokkelen, vuurtje stoken, zulke simpele bezigheden maken je bewust van kou en warmte. Dat is een verrijking.’
Schoonderbeek had zijn naam gevestigd met de Dutchtub, ook al zo’n product dat appelleert aan gevoelens van welbehagen. Dit op hout gestookt gezelschapsbad voor in de openlucht verkocht op dat moment al goed. Van Zeeland tot Nieuw-Zeeland, terwijl hij er nooit één advertentie voor heeft hoeven zetten. Het bad dreigde een beetje een partyding te worden. ‘Zag je weer ergens in een hip blad een foto van dat bad met een meisje in bikini erin en een fles wijn ernaast. Maar daar gaat dat bad niet over. Het gaat juist over genieten van heel basale dingen.’
Inmiddels hebben ze een volwaardige collectie met producten die uitnodigen om te worden gebruikt. Zoals het houten tuinbankje met aan het uiteinde twee wielen. ‘Wanneer de zon achter een boom kruipt, kun je het een stukje opzij rijden.’ Het laatste product is het kookboek Als de worsten maar duimdik zijn van Jeroen van Werven, chef van restaurant Look in Arnhem. Schoonderbeek: ‘Hij heeft louter seizoensgerechten van boeren uit de omgeving op de kaart.’ Bij het boek hoort een stalen kachel annex fornuis voor gebruik buiten. ‘Het is een stalen ros, maar hij werkt perfect. De roest is slechts oppervlakkig. De kachel is gemaakt van weervast staal dus hij gaat een leven mee.’ En dat laatste is een vereiste. ‘We willen een alternatief bieden voor de wegwerpcultuur.’
Wat de Weltevree-producten gemeen hebben, is dat ze allemaal oud-Hollandse deugden als nuchterheid en degelijkheid verbeelden. Je ziet in een oogslag wat ze zijn – een verrijdbaar bankje, een reusachtige tobbe. En vooral ook hoe ze werken – de bank als een kruiwagen optillen of brandhout stoken in de stalen verwarmingsbuis. Mooi of lelijk zijn begrippen die hier niet van toepassing zijn. Immers, ‘een goed functionerend product is van zichzelf al mooi’, aldus Van Hoff. De gebruikte materialen zijn puur: een lamp is van porselein, een bank van hout, een kachel van beton. Kortom, de producten van Weltevree zijn overduidelijk niet achter een computerscherm ontworpen. ‘Maar ze zijn wel op de computer ontwikkeld’, verzekert Van Hoff. ‘Het interieur van mijn betonnen kachel is heel precies uitgedacht. De hete lucht stroomt door een constructie voordat hij de kachel verlaat, waardoor het beton optimaal wordt verwarmd.’ De warmte van de kachel wordt geregeld met een grote ronde knop die de zuurstoftoevoer regelt. Voor warmte heb je vuur nodig, voor vuur heb je lucht nodig, zo simpel kan het zijn.
Het daadwerkelijke vormgeven gebeurt met de hand in de werkplaats achter hun kantoor op een industrieterrein aan de rand van Arnhem. In een loods staan werkbanken en boormachines. Overal liggen lijmklemmen, handzagen en ander gereedschap. Her en der staan prototypen en zelfs het houten geraamte van een boot. Van Hoff: ‘Daaraan knutsel ik al twee jaar. Maar als hij straks af is, kan hij zo in de collectie.’ Het lijkt meer op een beeld uit het tv-programma Help mijn man is een klusser dan op de werkplaats van een succesvol designlabel, maar beide ontwerpers zijn opgeleid aan de kunstacademie Artez in Arnhem. Het werk van Van Hoff is onder meer aangekocht door Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Schoonderbeek maakt veel kunstprojecten in de openbare ruimte. Ook ontwerpt hij geavanceerde industriële producten, zoals oplaadpunten voor elektrische auto’s.
Met glimmende hebbedingen en ander trendy design hebben ze niks. Vorige maand stonden de ontwerpers op de meubelbeurs in Milaan, het jaarlijkse hoogtepunt op de mondiale designkalender. Schoonderbeek kreeg nota bene bij het afbreken van de stand de duimen omhoog van de bouwvakkers die er rondlopen. Grijnzend: ‘Je hoeft geen professor te zijn om te begrijpen hoe leuk het is om in een houtgestookt bad te zitten.’
De aantrekkingskracht van de producten is dat ze inhaken op een breed gevoelde behoefte aan authenticiteit en eerlijkheid. Het Weltevree-gevoel sluit aan bij slow food, het ambachtelijke design van de aardewerkfabriek Koninklijke Tichelaar en het glas van glasblazerij Leerdam dat nu zo hip is. Het is een hang naar luxe die wordt gemaskeerd met soberheid. ‘Maar’, nuanceert Schoonderbeek, ‘een huis met alleen maar Weltevree, daar moet je niet aan denken. Wel zelf de kachel stoken, maar met de iPhone nieuw hout bestellen als het op is. Ook dat is Weltevree.’