Sara kwam op achtjarige leeftijd naar Nederland

Zo gaan we om met uitgeprocedeerde kinderen zoals Sara: elk moment kan de politie voor de deur staan

Sara kwam op achtjarige leeftijd naar NederlandBeeld Marcel Van Den Bergh

Uitgeprocedeerde gezinnen belanden in 'gezinslocaties'. De voorzieningen zijn er sober. Voor kinderen kan langdurig verblijf schadelijk zijn, blijkt uit een rapport dat de werkgroep Kind in azc vandaag uitbrengt. 'Dit gaat lijnrecht in tegen het VN-Kinderrechtenverdrag.'

Irene de Zwaan

Er was een periode dat 'ze' bijna dagelijks kwamen. 'Met mijn vrienden bleef ik elke nacht wakker. We zaten op de gang. Als de politie er dan aankwam, konden we snel weg zodat ze ons niet zouden pakken. Op een dag wilde een van mijn vrienden niet komen, hij was moe. De volgende dag was hij meegenomen.'

Ibrahim Najm (bijna 18) kwam zes jaar geleden met zijn moeder en zusje Sara (13) vanuit Iraaks-Koerdistan naar Nederland. Zijn vader reisde vier jaar eerder vooruit. Zes weken na aankomst hoorde het gezin dat het was uitgeprocedeerd. Sinds drie jaar verblijven ze in Katwijk.

Niet lang geleden waren uitgeprocedeerde gezinnen veroordeeld tot de straat, maar een rechter bepaalde in 2011 dat minderjarige kinderen recht hebben op huisvesting. Gerd Leers, de toenmalige minister van Immigratie, doopte noodgedwongen twee bestaande opvangcentra om tot 'gezinslocaties'. Inmiddels telt Nederland er acht - Katwijk is een van de oudste.

De opvang heeft meer te bieden dan de bed-bad-broodregeling waar andere uitgeprocedeerden en ongedocumenteerden verblijven, maar vergeleken met de reguliere opvang voor vluchtelingen zijn de voorzieningen er sober.

Het weekgeld dat gezinnen krijgen is lager, er worden weinig activiteiten georganiseerd, een taalcursus behoort niet tot de mogelijkheden en de toegang tot de geestelijke gezondheidszorg en het reguliere onderwijs is beperkt, waardoor eenderde van de kinderen op schooltjes op de locatie terechtkomen - zonder contact te hebben met Nederlandse leeftijdsgenoten.

Spanningen

Deze leefomstandigheden brengen veel spanningen met zich mee, blijkt uit een onderzoek dat vandaag uitkomt. Opmerkelijk detail: naast werkgroep Kind in azc, bestaande uit onder meer kinderrechtenorganisaties, is het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) opdrachtgever.

'Ieder kind heeft in Nederland dezelfde rechten, maar kinderen in gezinslocaties krijgen nu minder kansen om zich te ontwikkelen. Dit gaat lijnrecht in tegen het VN-Kinderrechtenverdrag', zegt Helen Schuurmans van UNICEF Nederland, die het onderzoek heeft gecoördineerd. Bij 148 kinderen, 87 jongeren en 77 ouders zijn op tien locaties (drie gezinslocaties en zeven azc's) interviews afgenomen en vragenlijsten ingevuld.

'Daaruit kwam naar voren dat geen enkele locatie kindvriendelijk is', zegt Schuurmans. 'Maar de situatie in de gezinslocaties is extra schrijnend.' Langdurig verblijf is volgens haar 'traumatisch en schadelijk' voor kinderen.

'We staan open voor aanbevelingen en hechten grote waarde aan de samenwerking met de werkgroep Kind in azc', reageert Sjef Robroek, unitmanager Uitvoering van het COA, per mail. Hij wil verder niet inhoudelijk ingaan op het rapport omdat hij dit officieel pas vandaag in handen krijgt.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid, uitvoerder van het vluchtelingenbeleid, wil om dezelfde reden niet inhoudelijk reageren.

Met kleren slapen

Bewoners van gezinslocaties hebben een dagelijkse meldplicht, mogen niet buiten hun gemeente komen en kunnen elke dag worden verrast door een bezoek van de politie.

Het tijdstip staat vast: áls de politie komt, dan om 6 uur 's ochtends, voordat de kinderen naar school gaan. Tijd om uitgebreid je tas te pakken is er niet. Vandaar dat veel bewoners in hun kleren slapen of soms een rondje gaan wandelen om te politie te slim af te zijn, zegt Salwa, de moeder van Ibrahim. Haar Nederlands is gebrekkig. Met een hartelijke glimlach serveert ze watermeloen. Zelf eet ze niets vanwege de ramadan. Bij de deur gluurt nakomertje Daniël, die vijf jaar geleden in Nederland werd geboren, nieuwsgierig naar binnen.

Eén op de drie kinderen in gezinslocaties voelt zich niet veilig, blijkt uit het onderzoek. Op de reguliere azc's is dit tien procent. De voortdurende onzekerheid waarin gezinnen verkeren is de belangrijkste reden, maar ook het langdurig delen van hun woonruimte en basisvoorzieningen als een toilet en douche draagt hier aan bij.

Katwijk staat bekend als een van de betere locaties: gezinnen hebben een eigen woonruimte met sanitair. Alleen keuken en washok moeten met andere bewoners worden gedeeld.

Het onderkomen van de Iraaks-Koerdische familie Najm bestaat uit twee kleine kamers. In de ruimte die dienst doet als woonkamer staan twee matrasjes achter de bank. Daarop slapen de ouders. In de aangrenzende kamer staan de bedden van Sara en Daniël. Ibrahim mag zich sinds twee weken gelukkig prijzen met een eigen kamer. 'Nu kan ik eindelijk uitslapen', grijnst hij.

In zes jaar tijd is Ibrahim zes keer verhuisd. Hoewel zijn woonruimte erop vooruit is gegaan, hebben de verhuizingen grote impact gehad. 'Elke keer moet je nieuwe vrienden maken, dat is klote. Toen we in Katwijk aankwamen, ben ik de eerste zes maanden niet buiten geweest. Ik ging naar school en voor de rest zat ik binnen. Ik had geen zin meer om vrienden te zoeken.' Zus Sara, die in de eerste klas van het vmbo zit, bleef een jaar zitten omdat ze naar een nieuwe school moest.

Activiteiten

Er is nog een reden dat Katwijk als een 'bevoorrechte' locatie te boek staat: er wordt psychologische begeleiding aangeboden (30 van de 228 kinderen maken hiervan gebruik) én er is een activiteitenprogramma, gericht op kinderen tussen de 6 en 12 jaar.

'Ze komen hier dagelijks om te ontspannen, spelen, kletsen, schilderen, zingen, theater te maken', zegt Karen Weurz, programmacoördinator van de Vrolijkheid, een veelal op vrijwilligers draaiende stichting die de creatieve activiteiten aanbiedt. In het eenvoudige gebouwtje op het terrein hangen kleurrijke schilderijen aan de muur. De achtergrond vult zich met gezang; een koortje is aan het repeteren.

'Als ze hier zijn, zijn ze meestal vrolijk', zegt Wuerz. 'Maar op een moment dat er veel verhuizingen en uitzettingen zijn, is de stemming anders. Dan zeggen ze: juf, heb je het al gehoord? De laatste tijd praten ze er minder over en dat is zorgelijk. Ze raken als het ware afgestompt.'

Voor jongeren ouder dan 12 jaar, zoals Ibrahim, is er in de gezinslocatie weinig te beleven, terwijl hier - zo blijkt uit het rapport - veel behoefte aan is. 'We gaan nu één keer per jaar naar Walibi', zegt hij. 'Ik zou vaker weg willen, zodat ik niet thuis hoef te zitten.'

Helen Schuurmans van de werkgroep Kind in azc pleit voor een doorlopend activiteitenprogramma op alle locaties, op initiatief van het COA. 'Spelen helpt bij het verwerken van trauma's. Ook krijgen kinderen hierdoor zelfvertrouwen.'

Sjef Robroek wijst erop dat het COA 'binnen de financiële mogelijkheden' wel degelijk activiteiten aanbiedt, zoals een filmavond voor jongeren en een voetbaltoernooi. Maar 'ouders blijven eerstverantwoordelijk, het COA ondersteunt hen waar nodig in hun autonomie.'

Toekomst ongewis

In Katwijk regeert de verveling. Niet in de laatste plaats bij de ouders: uitgeprocedeerden mogen niet werken. De volwassenen sluiten zich een groot deel van de dag op in hun eigen woonruimte. Kinderen gaan zonder veel toezicht naar buiten, waar de schommels in het speeltuintje op het terrein overuren draaien.

Hoewel de toekomst voor de familie Najm ongewis is, proberen ze een normaal leven te leiden. De kinderen gaan naar school, Ibrahim heeft zich zelfs kunnen inschrijven voor een opleiding tot automonteur. 'Soms denk ik: waarom zou ik deze opleiding doen als ik misschien terug moet, maar het is beter dan thuisblijven.'

Dat de politie morgen voor de deur kan staan, is iets wat het gezin zoveel mogelijk wegstopt. 'Ik ben er niet veel mee bezig', zegt Sara.

'Soms moet je het vergeten', vult Salwa aan. 'Ik zeg tegen mijn kinderen: laat het los!' Irene de Zwaan

Bewoners in gezinslocaties worden gestimuleerd zelfstandig terug te keren. Medewerkers van de Dienst Terugkeer & Vertrek, onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, helpen de gezinnen aan de juiste reisdocumenten. 'Als gezinnen niet meewerken aan zelfstandige terugkeer, dan gaat dit over tot gedwongen vertrek', zegt een woordvoerder van het ministerie. 'De gezinnen worden dan in bewaring gesteld.'

De meesten belanden in een detentiecentrum in Zeist, speciaal gericht op ouders met minderjarige kinderen en alleenstaande minderjarigen. 'In beginsel gaan mensen binnen twee weken terug naar het land van herkomst', aldus de woordvoerder.

De duur van het verblijf in een gezinslocatie varieert van enkele weken tot jaren. Terugkeer kan bemoeilijkt worden omdat het land van herkomst de gezinnen niet terugneemt of omdat de omstandigheden zijn veranderd, bijvoorbeeld door de geboorte van een nieuw kind in Nederland. Via een herhaalde asielaanvraag kan dan soms met succes alsnog een verblijfsvergunning worden afgedwongen.

De familie Najm in Katwijk. Sara was te laat thuis om op de gezinsfoto te komen. Beeld Marcel van den Bergh
De familie Najm in Katwijk. Sara was te laat thuis om op de gezinsfoto te komen.Beeld Marcel van den Bergh

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden