Zitactie was negen jaar geleden nog tégen dopingcontrole
Tussen de twee protestacties van Tourrenners zit negen jaar en één dag en ruwweg 220 kilometer. Tussen die acties van 24 juli 1998 (in Tarascon-sur-Ariège, in de oostelijke Pyreneeën) en die van vandaag (Orthez, westelijke Pyreneeën) zit ook een wereld van verschil.
Toen, tijdens de befaamde Tour du Dopage, protesteerden de renners tegen de boze buitenwereld (pers, justitie, politici) die hun inziens de wielersport kapot maakte. Met al dat gezeur over doping en al die onterechte beschuldigingen.
Vandaag, tijdens de tweede zitactie, protesteerden renners tegen zichzelf. Althans, tegen het type valsspeler Vinokoerov. Officieel heette het dat de renners protesteerden tegen doping in de wielersport.
Zestig renners (van zes Franse en twee Duitse ploegen) gingen in Orthez enige minuten op de grond gingen zitten en betoogden daarmee dat zij helemaal schoon zijn: geen zinnig mens protesteert tenslotte tegen zichzelf. De rest van het peloton stelde zich neutraal op.
Eensgezindheid was bij de zitactie in 1998 ook al ver te zoeken. Over het doel waren de renners het eens (alle ellende was de schuld van de buitenwereld) maar al snel gingen ze met elkaar op de vuist. De ene ploeg vond dat de actie te lang duurde, de andere wilde onmiddellijk vanuit de start hard wegrijden en dat was tegen de afspraken.
Tijdens de zitactie van 1998 wierp Laurent Jalabert zich als stakingsleider op. Later in die Tour werd die rol met verve overgenomen door Bjarne Riis, de Tourwinnaar van 2006 die vorige maand, onder druk, erkende dat ook hij een valsspeler was.
Zo wordt de Tourgeschiedenis, met vallen en zitten en opstaan, elke dag weer herschreven. De enige die steeds weer overeind blijft staan is de Tour zelf, als dé drager van de wielersport.