AchtergrondRussische geheime diensten
Zijn Russische geheim agenten prutsers?
Keer op keer laten Russische geheim agenten sporen na bij hun operaties. Of laten ze zich foppen zodat ze allerlei details onthullen – wat Aleksej Navalny deze week voor elkaar kreeg. Waar komt dit amateurisme vandaan? ‘Bij de oude KGB zou dit niet zijn gebeurd.’
Konstantin Koedrjavtsev is ongetwijfeld op dit moment de ongelukkigste man van Rusland. De agent van de Russische geheime dienst FSB beging een kapitale blunder door in een fop-telefoontje van de Russische oppositieleider Aleksej Navalny te bevestigen dat de FSB had geprobeerd hem te vergiftigen. Eerder was het onderzoekscollectief Bellingcat al achter de identiteit van de leden van het moordcommando gekomen. Zitten de Russische geheime diensten te klungelen?
In het geval van Koedrjavtsev, die niet doorhad dat hij met Navalny sprak, ging het om een traditioneel zwakke plek van Russische ondergeschikten: de angst voor een uitbrander van de baas is groter dan de neiging om zelf na te denken. Navalny zette hem onder druk door te zeggen dat hij belde uit naam van Nikolaj Patroesjev, het hoofd van de nationale veiligheidsraad. Die wilde weten wat er mis was gegaan bij de aanslag op Navalny, waarop een geïntimideerde Koedrjavtsev braaf allerlei details én namen begon te onthullen.
‘Dat zal hem zeker op een flinke douw komen te staan’, zegt Ben de Jong, specialist inlichtingen- en veiligheidsdiensten bij de Universiteit Leiden. ‘Die man is ongelooflijk slordig geweest’. In het telefoongesprek liet Koedrjavtsev ook enkele namen vallen van sleutelfiguren in de operatie die Bellingcat al had geïdentificeerd, maar nog niet openbaar had gemaakt. Daarmee bevestigde hij dat de conclusies van Bellingcat klopten.
Bij een hele reeks aanslagen die de Russische geheime diensten de laatste jaren hebben gepleegd, hebben zij flinke steken laten vallen waardoor zij achteraf betrapt konden worden. ‘Bij de moord op de uitgeweken FSB-agent Litvinenko in 2006 gebruikten ze een radioactief gif dat een heel spoor achterliet dat uiteindelijk terug leidde naar Moskou’, zegt De Jong.
Ook bij de mislukte moordaanslag met het zenuwgas novitsjok op dubbelspion Sergej Skripal in 2018 lieten de agenten zoveel sporen na dat Bellingcat de ware identiteit van de aanslagplegers wist te achterhalen. Hoe kan het dat zij zoveel steken laten vallen, terwijl hackers van de FSB maandenlang ongemerkt kunnen rondneuzen in Amerikaanse overheidscomputers?
Eén mogelijke verklaring is volgens De Jong dat veel mensen uit de spetsnaz, de speciale commando-eenheden, zijn overgeheveld naar de militaire inlichtingendienst GROe. ‘Die zijn beter in het koud maken van mensen dan in het uitwissen van hun sporen. Daarop zijn ze minder getraind.’
Sommigen speculeren dat de Russische veiligheidsdiensten soms ook met opzet sporen nalaten, als waarschuwing aan overlopers. Maar dat was zeker niet het geval bij het team dat in 2018 op heterdaad werd betrapt toen ze het kantoor van de OPCW in Den Haag probeerden af te luisteren. De organisatie voor het verbod op chemische wapens deed onderzoek naar de aanslag op Skripal. De agenten moesten hun laptops met allerlei gegevens achterlaten bij de Nederlandse militaire veiligheidsdienst.
Corruptie
De Russische geheime diensten hebben volgens De Jong ook last van corruptie. ‘Heel veel gegevens kun je gewoon kopen of krijgen. De bescherming van de privacy stelt weinig voor in Rusland’. Bellingcat kreeg na een oproep via een Telegram-bot (à tien euro) allerlei gegevens over Anatoli Tsjepoega, een van de plegers van de aanslag op dubbelspion Sergej Skripal in Engeland, inclusief zijn rijbewijs, burgerservicenummer, adres, type auto, nummerbord en verkeersboetes.
Voor een paar honderd euro kun je volgens Bellingcat een compleet overzicht van de belgegevens van een FSB-agent krijgen, waarmee je kunt nagaan met wie ze contact hebben gehad en waar ze zich ophielden. De veiligheidsdiensten maakten het Bellingcat makkelijker doordat agenten hun auto’s op hetzelfde adres, hun werkkantoor, lieten registreren.
Of ze reisden op valse paspoorten met hetzelfde serienummer, zodat ook andere rondreizende agenten in het oog liepen. Een agent had nog een taxibon voor het ritje van zijn kantoor naar het vliegveld. ‘Allemaal heel amateuristisch. Bij de oude KGB zou dit niet zijn gebeurd,’ zegt De Jong.
De Jong sluit niet uit dat Bellingcat soms ook tips krijgt van westerse inlichtingendiensten, maar de onthullingen zijn toch vooral het resultaat van gedegen speurwerk. Ook dit keer maakte het onderzoekscollectief dankbaar gebruik van patronen bij de FSB. De agenten opereerden stuk voor stuk onder een valse naam: die van hun echtgenotes, terwijl alleen hun geboortejaar met één jaar was veranderd.
Nadat ze één agent hadden gevonden, kwamen de Bellingcat-onderzoekers andere leden van het moordcommando op het spoor doordat ze gezamenlijk hun vliegtickets hadden geboekt. Ook van hen bleek onder hun (valse) naam geen enkel spoor te vinden in de overheidsregisters, terwijl ze wel al geruime tijd zonder probleem rondreisden, een duidelijk teken dat er iets niet in de haak was.
Het Kremlin ontkent nog steeds dat de Russische geheime diensten achter de aanslag op Navalny zaten. ‘Anders hadden ze hun werk wel afgemaakt’, merkte president Poetin afgelopen week op. Ook het gesprek met Koedrjavtsev was volgens het Kremlin nep. Maar de politie greep gisteren wel meteen in toen Ljoebov Sobol, een collega van Navalny, bij de onfortuinlijke FSB-agent probeerde aan te bellen.