AnalyseNederlandse diplomatie
Zijn gedrag was ‘kinderlijk’ en ‘stuitend’. Waarom viel er niet met Rutte te praten in Brussel?
Premier Rutte wekte in Brussel wrevel met zijn onbuigzame houding. Hij wilde niet onderhandelen over de nieuwe meerjarenbegroting voor de EU. Dat weerspiegelt de ambivalente Nederlandse houding jegens de Unie. Maar het heeft ook te maken met de Brexit.
Als de leiders van de twee grootste landen in de Europese Unie je gedrag kwalificeren als ‘kinderlijk’ (Merkel) dan wel ‘stuitend’ (Macron) – en EU-president Michel bovendien je ‘arrogantie’ hekelt – dan heb je je als Nederlands premier opmerkelijk gedragen. Is dit wellicht onderdeel van wat Adriaan Schout (verbonden aan Instituut Clingendael en Radboud Universiteit) omschrijft als de ‘rituele begrotingsdans’? Daarin vechten nationale leiders keihard, in de onderhandelingen in Brussel opdat ze het compromis, dat later onvermijdelijk volgt, beter kunnen verdedigen. Of vloog Rutte werkelijk uit de bocht?
Eerst een citaat: ‘Hij is het grootste obstakel op weg naar resultaat, met zijn even onverzettelijke als extreme opstelling inzake het nieuwe EU-budget – de kettingzaag moet erin.’ Ging dit over Rutte tijdens de begrotingstop? Bijna. Het citaat komt uit 2012, ten tijde van de vorige onderhandelingsronde over de meerjarenbegroting. En het gaat niet over Mark Rutte, maar over David Cameron. Die leidde toen het zuinige kamp. Uiteindelijk werd de begroting zelfs verlaagd: het was Camerons zege.
Zonder de Britten
Nu zijn de Britten weg. Duitsland staat op afstand van het zuinige kamp: het deelt veel ‘vrekkige standpunten’, maar neemt ruimte voor een eigen positie die recht doet aan de grote ambities die in de Duitse politiek weerklinken over Europa als reddingsboei in een woelige wereld (en als anker voor de steeds roeriger Duitse politiek).
Rutte is geen Cameron of Merkel. Hij is premier van wat in EU-verband hoogstens als middelgrote macht geldt. Maar ook niet meer dan dat. De Spaanse premier Sánchez herinnerde er fijntjes aan: ‘Weet Rutte wel dat ik meer burgers vertegenwoordig dan zijn zuinige vier landen bij elkaar?’
In deze politieke constellatie is Nederland, dat zich met zijn Hanzecoalitie heeft opgeworpen als ‘grootste van de kleintjes’, het onderwerp van de toorn van de Commissie en veel andere lidstaten die wél een hoger EU-budget willen. Er zijn simpelweg geen grotere landen voorhanden om rugdekking achter te zoeken.
Haagse druk
De nationale politiek geeft Rutte evenmin veel ruimte om zijn imago als ‘Europees staatsman’ op te vijzelen als het over de begroting gaat. Alle partijen – behoudens de PvdA en GroenLinks – steunden in februari 2018 de motie Bisschop/Leijten, ingediend door SGP en SP, dat het kabinet moet streven naar een EU-begroting ‘die bij voorkeur krimpt, of hooguit gelijk blijft’.
Dat blijft het richtsnoer, zoals vorige week duidelijk werd tijdens een debat waarin de PVV zei ‘liefst helemaal niets te betalen’ en weg te willen ‘van de EU die ons land probeert over te nemen’. En waarin Thierry Baudet zei dat dit geld gaat naar zaken als ‘het opzetten van veerdiensten om immigranten vanuit Afrika over te zetten naar Europa om de nationale identiteit te verzwakken’.
VVD en CDA hopen garen te spinnen bij de fundamenteel anti-EU-houding van PVV en Forum, want die gaat veel kiezers te ver. Nederlanders zien overwegend de voordelen van de EU. Tegelijk vinden veel mensen dat die niet te veel geld mag kosten. Tweederde van de Nederlanders wijst een verhoging van het Europese budget af.
‘Voor Nederland was het altijd duidelijk dat de begroting een grote symbolische waarde heeft’, zegt Schout. ‘Aan de flanken van de politiek is de kritiek: Nederland tekent uiteindelijk toch bij het kruisje. Dus moet je laten zien dat je dat niet doet en een hard bevochten compromis bereikt.’
Chopin-biografie
Blijft over de toon. Een Clingendael-rapport stelde vorig jaar dat de Nederlandse diplomatie in Europa inflexibel en ‘weinig empathisch’ wordt gevonden. Dat Rutte opzichtig een nieuwe biografie van Chopin meenam naar de top om de tijd te doden, ‘ging ver’, erkent Schout. Want er staat druk op de zaak.
De discussie heeft politiek Den Haag nog niet bereikt, maar in Brussel, Berlijn en Parijs woedt een hevig debat over de noodzaak om de EU te hervormen en krachtiger te maken als antwoord op urgente mondiale uitdagingen. Om in die context lekker een Chopin-biografie te gaan lezen, heeft blijkbaar tot irritatie geleid - ook onder belangrijke politieke vrienden als Macron en Merkel.
Nederland begint een naam te krijgen als EU-recalcitrant. Daarvan getuigen recentelijk het afschieten van het associatieverdrag met Oekraïne, de blokkade tegen EU-uitbreiding, en het onzekere lot van het handelsverdrag Ceta. In Brussel en elders reageert men boos en verbaasd, maar voor de objectieve toeschouwer is het nuttige informatie: terwijl Europese leiders vergezichten schetsen van Europa als reus op het wereldtoneel, blijft de EU ook een Gulliver, ijverig door nationale politici aan de grond vastgepind.
Nederland spelbreker in Europa?
Voorzitter van de Europese Raad Charles Michel heeft gegokt en verloren. Hij dacht een akkoord over de begroting te bereiken door alle EU-leiders bij elkaar te brengen. Maar tijdens de speciale budget-top radicaliseerden de standpunten.
Het Ceta-debat toonde een parlement waarin nationale sentimenten en prioriteiten sterker waren dan het Europese of zelfs internationale sentiment. Het besef dat Nederland een klein land is dat voor zowel zijn veiligheid áls zijn welvaart zeer afhankelijk is van andere landen werd overstemd door deelbelangen, hooggestemde idealen en, op rechts, nationale soevereiniteit als hoogste goed.
Brussel is verbaasd over de Nederlandse weerstand tegen vrijhandelsverdrag Ceta. Als Europa in de huidige wereld overeind wil blijven, is eenheid noodzakelijk. Tegenstanders vrezen voor de nationale soevereiniteit.
Premier Rutte moest maandenlang een houdini-act opvoeren om het ‘nee’ van Nederland tegen het EU-associatieverdrag met Oekraïne wél te horen maar níet te honoreren.