Zijn auto, zijn jas: alles wijst op rassenhaat

'Ik moet het doen. Jullie verkrachten onze vrouwen en nemen ons land over. Jullie moeten weg!' Dat zei Dylann Roof voordat hij het vuur opende op de zwarte bezoekers van een gebedsdienst in de Emanuel African Methodist Episcopal Church in Charleston. Om er zeker van te zijn dat zijn boodschap niet verloren zou gaan, liet de 21-jarige schutter een van de aanwezigen in leven.

Al meteen nadat de FBI zijn signalement had verspreid, doken er aanwijzingen op dat het wereldbeeld van de jongeman uit Lexington in South Carolina doordrenkt was van rassenhaat. Op zijn Facebookpagina stond een foto waarop een somber kijkende Roof poseert in een moerasbos. Op zijn jack draagt hij de vlaggen van Zuid-Afrika en Rhodesië (nu Zimbabwe) uit de tijd van de apartheid.

Racistische denkbeelden

Zijn auto droeg een nummerbord met de 'confederate-flag', de vlag van de rebellerende zuidelijke troepen uit de Amerikaanse burgeroorlog, die door zwarten wordt gezien als een symbool van de slavernij. Roof zat tijdens zijn middelbareschooltijd op een school waar ook veel zwarte scholieren waren. Volgens John Mullins, die bij hem in de klas zat, was Roof een overtuigde zuidelijke patriot. 'Hij maakte vaak racistische grappen, maar die nam ik niet echt serieus.' Wat hem het meest was opgevallen, was het drugsgebruik van zijn medescholier. 'Hij gebruikte allerlei pillen.'

Kennelijk maakten sommige van zijn familieleden zich zorgen over zijn racistische denkbeelden. Volgens een van hen zou hij betrokken zijn geraakt bij een racistische groepering, maar het is niet duidelijk om welke groep het gaat.

Volgens zijn oom gaf Roofs vader de jongen onlangs nog een pistool cadeau voor zijn 21ste verjaardag. Het is niet duidelijk of dat ook het wapen was waarmee Roof het bloedbad in de kerk aanrichtte.