Zelfs zware drinker gevoelig voor prijs
De gedachte dat het ware lid der drinkende klasse zich weinig gelegen laat liggen aan de prijs van zijn versnapering, berust op een misverstand....
W. van Dalen van het Nederlands Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie in Woerden is dan ook zeer verheugd dat minister Borst van Volksgezondheid eindelijk het prijswapen gaat inzetten tegen overmatig alcoholgebruik.
Het effect van de prijs van alcohol op de consumptie is wereldwijd veruit de meest onderzochte beleidsmaatregel. En het is een in talloze onderzoeken, zowel in Nederland als elders, vastgestelde wetmatigheid: maak alcohol duurder en de consumptie daalt, verlaag de prijzen en er wordt weer meer gedronken.
Zelfs de aankondiging van lagere prijzen bevordert de omzet al, zoals onlangs bleek in Zweden. Daar begroetten de drinkers op gepaste wijze het bericht dat door de beoogde Europese gelijktrekking van de alcoholaccijnzen de drankprijzen op termijn flink zullen dalen : het alcoholgebruik nam onmiddellijk toe. Van Dalen: 'Ze zijn daar dus doodsbenauwd voor een prijsverlaging.'
Dat de industrie ontkent dat het prijsinstrument van invloed is op de consumptie, vindt Van Dalen niet vreemd. 'Die schreeuwt altijd moord en brand bij dit soort voornemens. Terwijl ze zelf het prijsmiddel natuurlijk ook regelmatig gebruiken. Het happy hour in cafés is een prijsinstrument om het drinken te bevorderen, en het werkt. Het stunten met bier in supermarkten eveneens.'
Nederland heeft naar schatting zeshonderdduizend 'overmatige drinkers': mannen die meer dan 21 en vrouwen die meer dan 14 glazen alcohol per week drinken. Van hen geldt de helft als verslaafd. Van Dalen: 'Gevoelsmatig zou je verwachten dat de echte alcoholist zich niet laat leiden door de prijs. Maar dat klopt niet. Ook in de groep zware drinkers neemt de consumptie af als de prijs stijgt.'
Borst, zegt Van Dalen, 'heeft honderd procent gelijk'. Hij beschouwt haar plan als een 'enorme doorbraak'. 'We dringen hier al 25 jaar op aan en de regering kondigde al in 1986 aan dat ze vaker voor het prijsinstrument zou kiezen. Eindelijk worden nu wetenschappelijk onderbouwde argumenten ingezet bij het maken van politiek beleid.'
Net als Borst verwacht Van Dalen dat het prijsinstrument vooral invloed zal hebben op de alcoholconsumptie onder jeugdige drinkers, die doorgaans over minder geld beschikken. Uit CBS-onderzoek uit 1999 bleek dat 28 procent van de 16- en 17-jarigen één keer per week meer dan zes glazen alcohol drinkt en dit bij 18- tot 24-jarigen oploopt tot 40 procent. Van Dalen: 'Door de voorgenomen accijnsverlaging op frisdrank is in die categorieën wellicht sprake van een dubbel effect.'
De doelstelling van Borst om het percentage probleemdrinkers binnen vier jaar van 9 naar 8 terug te brengen, acht Van Dalen 'een te riskant criterium'. 'Al was het maar omdat de definitie van wat een probleemdrinker is, arbitrair is.' Hij pleit ervoor de maatregelen vergezeld te doen gaan van een 'pakket van doelstellingen' waaraan het effect van de maatregelen kan worden gemeten.
Van Dalen: 'Je zou ook moeten kijken naar de afname van alcoholgerelateerd geweld, naar de daling van het aantal verkeersongelukken door alcoholgebruik en het aantal mensen met levercirrose.' Positieve effecten op die problemen zouden accijnsverhoging voor het publiek acceptabeler maken, denkt hij. 'Nu denken mensen toch vooral: die Borst zit weer aan onze portemonnee.'