Nu de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) waarschuwt voor radicale invloeden op het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam, klinkt de roep om makkelijker te kunnen ingrijpen op scholen. Daarvoor moet wel de wet op de schop.
Ze waren altijd al tegen. Zowel het ministerie van Onderwijs als de gemeente Amsterdam had vanaf het begin weinig trek in een orthodoxe islamitische school. Alleen: blokkeren kon niet. En dus gingen de deuren van het Cornelius Haga Lyceum vorig jaar – na een jarenlange juridische strijd – gewoon open.
Ook nu de school is begonnen en de NCTV waarschuwt voor extremisme, blijkt het lastig om in te grijpen. ‘Frustrerend, maar dat is de situatie’, zei minister Slob vrijdag. ‘We leven in een rechtsstaat, dus we zullen een wettelijke grondslag moeten hebben.’
Ook de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema opperde dat de wet moet worden gewijzigd om het onderwijs beter te kunnen beschermen tegen extremistische invloeden. Welke mogelijkheden zijn er?
1. Schrap de vrijheid van onderwijs
In Nederland mag iedereen een school oprichten. Dat ligt vast in artikel 23 van de Grondwet. Wie kan aantonen dat er voldoende animo is voor zijn initiatief, krijgt van de overheid jaarlijks een zak met geld. Dit systeem zorgt dat Nederland een pluriform onderwijsstelsel heeft met voor ieder wat wils, in tegenstelling tot landen als Frankrijk, waar het overgrote deel van de scholen openbaar is.
Dat Franse systeem houdt wel extreme invloeden buiten het onderwijs. Moet de vrijheid daarom ook hier worden ingeperkt? De kans dat een Kamermeerderheid daarvoor stemt, is nihil, zegt hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens van de Universiteit van Tilburg. ‘Het zal veel weerstand opleveren.’
Zo zullen regeringspartijen CDA en ChristenUnie het recht verdedigen dat hun kiezers de kinderen naar christelijke scholen kunnen sturen. En bovendien: zo’n Grondwetswijziging is wel een heel zware maatregel om enkele scholen aan te kunnen pakken.
2. Laat de inspectie scholen beoordelen voordat ze van start gaan
Op dit moment komt de Onderwijsinspectie pas op een school langs als die al open is. De inspectie controleert dan alleen de onderwijskwaliteit. Is die niet op orde, dan kan het nog een paar jaar duren voordat de geldkraan daadwerkelijk dichtgaat. Dat moet anders, vindt het kabinet. Er ligt daarom een wetsvoorstel om plannen van een school voortaan te toetsen voordat de eerste les gegeven is.
Waterdicht is zo’n systeem niet, zegt de Rotterdamse hoogleraar onderwijsrecht Pieter Huisman. ‘Het is een papieren toets. Uiteindelijk moet toch in de praktijk blijken wat voor onderwijs er wordt gegeven.’
Daarnaast zal de inspectie volgens de nieuwe wet moeten kijken of er bestuurders betrokken zijn die er eerder een potje van hebben gemaakt. Nuttig, vindt Huisman, maar geen garantie voor succes. Kwaadwillenden kunnen de boel belazeren. ‘Door stromannen in het bestuur te zetten, bijvoorbeeld.’
3. Geef de minister meer mogelijkheden om bestuurders af te zetten
Ja, de minister van Onderwijs kan bestuurders van scholen in sommige gevallen dwingen plaats te maken. Blijven ze toch, dan mag de minister de geldkraan dichtdraaien, wat meestal het einde van een school betekent.
Het probleem is dat hij zo’n zware maatregel alleen kan inzetten wanneer sprake is van wanbeleid of wanneer de onderwijskwaliteit ernstig in het geding is. En dat is bij een school als het Cornelius Haga Lyceum niet het geval.
Volgens hoogleraar Zoontjens zou er een bepaling aan de wet kunnen worden toegevoegd om de bevoegdheid van de minister te verruimen. ‘Zodat hij een bestuurder ook kan wegsturen als de school geen veilige leeromgeving biedt of een beleid voert dat niet overeen komt met de mensenrechten.’
4. Leg de burgerschapsopdracht duidelijker vast
Scholen zijn verplicht om kinderen burgerschapsonderwijs te bieden. Alleen ligt nergens vast waaraan precies dat onderwijs dan moet voldoen. Om meer duidelijkheid te scheppen, wil minister Slob de wet aanpassen.
In het wetsvoorstel staat onder meer dat scholen leerlingen ‘respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat - zoals verankerd in de Grondwet – en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens’ moeten bijbrengen.
Door de wet te wijzigen, kan de inspectie scholen ook op het burgerschapsonderwijs aanspreken en mogelijk zelfs de geldkraan dichtdraaien. Nu kan dat alleen als er helemaal geen burgerschapslessen op het programma staan.
Volgens hoogleraar Huisman is dat overigens niet eenvoudig. ‘De inspectie moet dan vaststellen dat er geen respect voor de rechtsstaat wordt bijgebracht op een school. Hoe toon je dat aan?’
5. Stel strengere eisen aan de bekwaamheid van leerkrachten
Jan Beenen herinnert het zich nog goed. Als interim-rector van de islamitische middelbare school Ibn Ghaldoun in Rotterdam zag hij leerkrachten voor de klas staan met weinig didactische vaardigheden en een slechte beheersing van de Nederlandse taal.
‘Veel van hen hadden diploma’s van Turkse of Marokkaanse instituten’, zegt hij. ‘Die waren goedgekeurd, zodat ze ook hier les mochten geven. Ze waren bevoegd, maar niet bekwaam.’
Of dat voor het Cornelius Haga Lyceum ook geldt, durft Beenen niet met zekerheid te zeggen, maar hij vermoedt van wel.
Misschien, zegt hij, kunnen extremisten buiten de deur worden gehouden door beter vast te leggen aan welke bekwaamheidseisen leerkrachten moeten voldoen. En door minder makkelijk buitenlandse diploma’s goed te keuren.
Wat is er aan de hand op het Haga Lyceum?
Volgens burgemeester Femke Halsema en onderwijswethouder Marjolein Moorman is geen sprake van een ‘veilige en democratische vorming van de leerlingen’ op het Cornelius Haga Lyceum, een islamitische middelbare school in Amsterdam. In een brief aan de gemeenteraad schrijven de twee dat de pupillen onder invloed staan van ‘richtinggevende personen’ die banden zouden hebben onderhouden met een aan IS gelieerde Tsjetsjeense terreurorganisatie, het Kaukasus Emiraat.
Voorafgaand aan de oprichting van de school, anderhalf jaar geleden, stelde de gemeente alles in het werk om te voorkomen dat zij er überhaupt kwam. Maar keer op keer gaf de rechter de oprichters gelijk. Uiteindelijk besliste de Raad van State in de zomer van 2017 dat de school er gewoon mocht komen, mét financiering van de overheid. Een groot deel van de Tweede Kamer wil de school onmiddellijk sluiten, maar de vraag is hoe, daar de vrijheid van onderwijs in Nederland een grondrecht is.