Zelf lammetjes vangen

Wie: Simon HaitsmaFunctie: SchapenhouderErvaring: Met hoge schapen, guste toukes en blikken...

Mirjam Bosgraaf en Carel Helder

Simon Haitsma (26) uit het Friese Giekerk is sip. De ooi die hij als verjaarscadeau aan zijn vriendin Léonie heeft gegeven is overleden en de twee lammetjes die het arme schaap verwachtte ook. Het was er ook nog eens een die je niet zoveel ziet in Nederland, een Hampshire Down – net zo een als Shaun, van de klei-animatie op televisie. ‘Onverwacht’, zegt Simon. ‘Zulke ongelukken maak je eerder mee met toukes.’ Toukes? ‘Eh, ja, ik geloof dat ze in het Nederlands entertjes heten.’

1. Zo weten we nog niets... Entertjes?

a. Zwarte schapen.

b. Schapen die voor het eerst lammeren.

c. Oude schapen.

d. Dwergschapen.

Simon is koeienliefhebber en ‘gek van de fokkerij’. Sinds een paar jaar houdt hij er een kleine kudde schapen op na.

2. Of, in termen van de schapenboer:

a. een keppeltje schapen.

b. een roedeltje schapen.

c. een kooitje schapen.

Voor dit jaar is hij ‘d’r door’: ze hebben allemaal gelamd. Simon zelf ziet in een oogopslag wie een nazaat van wie is. Sommigen hebben al echt dikke billen, hoe klein ze nog zijn. ‘Onder de vleeskonten zit het meeste geld,’ weet hij.

3. Herken de vleeskont.

a. De Texelaar.

b. De Swifter.

c. De Rouge de l’Ouest.

d. De Tonelias.

Lammetjes drinken wel allemaal hetzelfde, met snel heen en weer wiebelende staartjes. Simon: ‘Zodra het schaap gaat staan, vliegen ze d’r onder.’

4. Hoe heet het als lammen bij een ander schaap dan hun moeder een speentje meepakken?

a. Prikken.

b. Teren.

c. Pikken.

5. Lammetjes die door hun moeder worden verstoten zijn leblammeren, of

a. pieters.

b. wouters.

c. jansens.

d. remi’s.

Een van de ooien stampt als een paard met een voorpoot op de grond. Simon: ‘Die is pittig als je in de buurt van d’r lammeren komt.’ Zwarte schapen zijn lastiger dan witte, zegt hij. Dat vinden die witte zelf ook: volgens Simon discrimineren ze vreselijk. Zelf houdt hij van grote schapen. ‘Die zijn wat ruimer in het kruis. Dan is het makkelijk het lam eraf te krijgen’ (oftewel: geboren te laten worden).

6. Als de r in de maand zit, worden de schapen gedekt. Dan zijn ze:

a. tochtig.

b. driftig.

c. jachtig.

d. hartig.

e. druistig.

f. vochtig.

In die tijd grazen de schapen in een schrale weide. Er wordt op hun figuur gelet; ze moeten niet te vet zijn voor de ram.

7. Als het zover is, krijgt de ram een

a. kuisheidsgordel aan.

b. dekmantel aan.

c. dektuigje aan.

d. krijtstreepje aan.

8. Zwangere schapen noemt Simon:

a. vol.

b. drachtig.

c. geramd.

9. Een schaap dat gust is, wat is daarmee aan de hand?

a. Het is humeurig.

b. Het is niet in verwachting.

c. Het is rijp voor de slacht.

Vijf maanden en vijf dagen na de bevruchting worden er een, twee of drie en af en toe vier lammeren geboren. Hij vangt de lammetjes zelf, zoals dat heet. Als het lam te dikke pootjes heeft, duwt hij het terug en belt hij de veearts. Na de bevalling moet hij zijn lammeren blikken en de medicijnregistratie op orde maken voor de AID, de Algemene Inspectiedienst.

10. Blikken:

a. het geslacht bepalen.

b. controleren op ziektes.

c. oormerken.

Van schapen in de wei heeft hij uiteraard minder werk dan in de stal, al moet hij er weleens een uit de sloot halen en liggen bij schapen ziektes en andere aandoeningen altijd op de loer. Een gevaar is de knut, die blauwtong veroorzaakt, er zijn maden die zich vanuit de wol door het schaap kunnen vreten, er bestaat uierontsteking, rotkreupel, schurftmijt.

11. En, waar Simon ook scherp op is,

a. zere bekjes.

b. springknieën.

c. lamsoortjes.

d. knakstaart.

12. Drie tot vier keer per jaar wordt een schaap gespoten,

a. bevrucht.

b. ontwormd.

c. krijgt het een kleurtje.

Een volwassen schaap weegt 75 tot 80 kilo, maar Simon zet ze zo op de kont en kijkt ze helemaal na.

13. Welke attribuut komt daarbij nogal eens van pas?

a. De bekapstoel.

b. De bekrultang.

c. De bedroogkap.

d. Het bescheergerei.

Als de schapen drie keer gelamd hebben, gaan ze mee met de veehandelaar, samen met de lammeren die ‘klaar’ zijn. De veekoopman knijpt even in de rug – hij moet één vlakke massa voelen, geen bot –, dan zet hij er een streep op. In tien minuten is hij er doorheen. Volgend voorjaar heeft Simon weer nieuwe lammetjes.

Mirjam Bosgraaf en Carel Helder

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden