ProfielVerzetsstrijder Tula
Ze noemden hem crimineel, moordenaar en brandstichter, maar Tula was een vrijheidsstrijder
Tijdens de koninklijke rondreis door het Caribische deel van het koninkrijk is het Nederlandse slavernijverleden ‘een centraal thema’. Vrijdag legt de koning een krans bij het Tula-monument op Curaçao. Wie was Tula eigenlijk?
Het is 17 augustus 1795 als Tula, een in slavernij op de Curaçaose plantage Kenepa (Knip) geboren man, besluit het werk neer te leggen. Hij stapt op eigenaar Caspar Lodewijk van Uytrecht af en pleit voor vrijheid.
Tula mag dan de nationale held van Curaçao zijn, veel Nederlanders weten niet wie hij is. Daar komt vanaf dit jaar verandering in, voorspelt Gibi Bacilio. De activist en dichter ijverde decennialang voor Nederlands eerherstel van verzetsstrijder Tula, de leider van de grote en bloedig neergeslagen slavenopstand van 1795. Dit jaar is het eindelijk zover.
Bacilio noemt de kranslegging ‘een mooie vorstelijke geste’, al hoopt hij vooral dat de koning ook aanwezig zal zijn bij de rehabilitatie van Tula later dit jaar, op 3 oktober (Tula’s sterfdatum). ‘Tula was een pionier, een voorvechter van mensenrechten’, vertelt de 72-jarige Curaçaoënaar. ‘Hij durfde ondanks de risico’s in verzet te komen tegen onrecht.’
Centrum van de slavenhandel
Geïnspireerd door de idealen van Franse én de Haïtiaanse Revolutie (een slavenopstand in 1791 in de toenmalige Franse kolonie Saint-Domingue leidde tot de stichting van de vrije zwarte republiek Haïti) zocht Tula – zoals genoteerd in een verslag van de Nederlandse pater Jacobus Schinck – naar betere leefomstandigheden voor de mannen, vrouwen en kinderen met Afrikaanse voorouders die in slavernij moesten werken. Hij schijnt charismatisch te zijn geweest, een goed redenaar.
‘Tula wilde een gesprek met de Nederlandse gouverneur in Willemstad’, zegt de Curaçaose historicus Charles do Rego. De gouverneur weigerde en mobiliseerde zijn manschappen. De strijd die volgde, duurde meer dan een maand. Samen met zijn medestrijders Bazhan Carpata, Luis Mercier en Pedro Wacao wist Tula zo’n tweeduizend tot slaaf gemaakte mensen van verschillende plantages te mobiliseren.
Curaçao was vanaf 1634 eeuwenlang hét centrum van de trans-Atlantische slavenhandel. In de baai waar nu de cruiseterminal ligt en vanwaaruit dagelijks een paar duizend toeristen de megaschepen verlaten voor een bezoek aan de winkels, casino’s en restaurants van Willemstad, meerden tussen 1675 en 1814 zeilschepen aan met zeker honderdduizend uit Afrika verscheepte mensen, die door de Nederlanders vanuit Curaçao werden doorverkocht.
Tula had contacten elders in het Caribisch gebied, vertelt Do Rego. ‘Zo wist hij van de slavenopstanden op Haïti in 1791 en 1793. En hij wist dat de Fransen de slavernij hadden afgeschaft.’
Held
Tula en zijn mannen (én vrouwen) konden echter niet standhouden tegen de koloniale overmacht. Hun strijd werd bruut neergeslagen: er vielen honderden doden. Do Rego: ‘De meeste opstandelingen moesten terugkeren naar de plantages, 29 vrijheidsstrijders werden geëxecuteerd.’ Sommigen, onder wie Tula, werden eerst langdurig en uiteindelijk publiekelijk gemarteld. ‘Met een ijzeren staaf hebben ze al zijn botten gebroken’, vertelt Bacilio. ‘Ze hebben zijn gezicht verbrand, hem onthoofd, zijn hoofd op een stok gespietst en zijn lichaam vervolgens in zee geworpen, als object zonder waarde. Ze noemden hem een crimineel, roofzuchtige moordenaar en brandstichter, terwijl hij een vrijheidsstrijder was.’
Een volk zonder helden is een volk zonder identiteit. Hierover schreef de Surinaamse verzetsschrijver Anton de Kom bijna honderd jaar geleden al. ‘Als het over slavernij gaat, dan gaat het vaak over slachtofferschap’, zegt Gisèle Mambre, raadslid voor GroenLinks in Eindhoven en schrijver. De Kom indachtig richt Mambre, die opgroeide op Curaçao, zich liever op het verzet tegen slavernij. ‘Slavernij is niet zomaar afgeschaft. Mensen als Tula hebben er letterlijk hun leven voor gegeven. Hij had een emancipatoire rol.’
Zit er een verzetsheld in mijn stamboom?
In de Volkskrantserie Wie zijn mijn voorouders? gaat Gisèle Mambre op zoek naar helden in haar stamboom. ‘Helden zijn mensen die hebben overleefd onder barre omstandigheden’
In 2021 schreef Mambre een theatermonoloog uit naam van Tula, die werd opgevoerd in de periode rond 1 juli. Ook tijdens haar maidenspeech in de gemeenteraad afgelopen december, een dag na de slavernij-excuses van Rutte (en het aangekondigde eerherstel van Tula), heeft ze Tula genoemd. ‘Tula staat voor: niet wankelen, en je ongeacht de consequenties uitspreken voor dat waarin je gelooft.’
Belangrijk verhaal
Het waren kunstenaars, theatermakers, vakbondsleiders en intellectuelen die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw een nieuwe blik op Tula wierpen – als vrijheidsstrijder. Een standbeeld en een jaarlijkse herdenking aan de baai waar Tula en zijn mannen in zee werden geworpen, volgden. Tegenover het beeld staat een witte zuil met een gebalde vuist en gebroken keten. Op zes andere belangrijke plekken van de slavenopstand staan identieke zuilen.
Toch zit de typering ‘schurk’, zoals het koloniale bewind Tula eeuwenlang afschilderde, nog diep in Curaçaoënaars geprent, door onvoldoende kennis van de eigen geschiedenis, volgens historicus en vrouwenrechtenactivist Jeanne Henriquez. ‘Je eigenwaarde wordt gevoed door verhalen van moed van je eigen mensen, daarom is het zo belangrijk om te vertellen over verzet. Over Tula en al die andere mensen die weerstand boden.’
Bij de afgelopen herdenking op 1 juli las Henriquez met nazaten de namen voor van de 148 mensen die in 1863 de vrijheid kregen op plantage Knip, waar ook Tula vandaan kwam. Henriquez: ‘Net als het blijven vertellen over Tula, had het uitspreken van die namen iets krachtigs. Daarmee zeg je: ik heb voorouders, ik besta.’
3 x Tula
Een deel van de kennis over de opstand van 1795 en Tula is afkomstig uit orale overlevering (liederen en verhalen) van de Afro-Curaçaose (plattelands)bevolking, die door de Nederlandse pater Paul Brenneker en de Curaçaose dichter Elis Juliana in de jaren vijftig van de vorige eeuw in ruim 1.400 taperecorderopnames zijn vastgelegd. De collectie heeft de naam Zikinzá.
Een op Curaçao bekend lied is Tula Warda (‘Wacht, Tula’), van artiest Doble R. In de tekst vertelt de zanger Tula dat hij nog even geduld moet hebben, omdat er al die jaren na de afschaffing van de slavernij nog steeds sprake is van ongelijkheid.
Tula’s naam siert ook een veel gedragen T-shirt in kringen van activisten en anderen die zich inzetten voor meer bewustzijn over het slavernijverleden. Meestal is het shirt zwart, de opdruk luidt: ‘Tula taught me’. Het eerbetoon is bedacht door de Curaçaose filmmaker Selwyn de Wind.