Winter slaat toe in Pakistaans Kashmir

De heftigste sneeuw en regen tot nu toe hebben zondag de door de aardbeving getroffen gebieden in Pakistan geteisterd. Het is de eerste grote beproeving voor de overlevenden deze winter.

Helikopters met hulpgoederen konden niet vertrekken en de ellende van overlevenden, die rond kampvuren geschaard warm trachten te blijven, is groot. Ali Shah, een 38-jarige bewoner van een kamp aan een rivier bij Muzaffarabad, de zwaar getroffen hoofdstad van Pakistaans Kashmir, vertelt dat de bewoners goten rond hun tenten hebben gegraven om zo te proberen het regenwater buiten te houden. Maar de grond is al door en door nat. ‘We wikkelen onze kinderen in dekens, maar het is erg koud’, zegt hij.

Shabbir Ahmed Khan in het met sneeuw bedekte Sudhan Gali, een dorpje hoog in de bergen ten zuiden van Muzaffarabad, zegt te vrezen dat de canvas-tenten de winter niet zullen doorstaan. ‘Onze huizen zijn bij de aardbeving vernietigd en deze tenten zijn niet goed genoeg om ons tegen de sneeuw te beschermen. Er is geen plek waar we kunnen schuilen.’

In een klein dorpje iets verderop vreest Ithar Jan Bini dat zij binnenkort niet voldoende voedsel meer heeft. Hulpverleners delen om de twee weken voedsel uit, maar door het slechte weer lijkt dat nu niet te lukken.

Toch zijn bewoners ervan overtuigd dat ze zullen overleven. In het dorpje Gantar, in een afgelegen vallei in de Noordwestelijke Grensprovincie, toont Mohammed Amin Shah zijn vernielde boerderijtje, dat hij heeft opgelapt met golfplaten en stukken plastic. ‘Onze voorvaderen leefden in kleine huisjes als deze, we hebben hout voor vuur en het leger heeft ons voedselpakketten gegeven, dus we komen niet in problemen’, zegt Shah, terwijl hij zijn huisje opknapt.

Ook hulpverleners laten hun optimisme over de hulpoperatie na de aardbeving van 8 oktober, die 73 duizend slachtoffers eiste, niet temperen door het weer. Hoewel hulp met helikopters nu voor de tweede keer deze winter niet mogelijk is, kunnen soms over de weg hulpgoederen naar de overlevenden worden gebracht. ‘We zijn veel verder dan was verwacht. We kunnen behoorlijk lange periodes van slecht weer aan’, zegt Natasha Hryckow, hoofd logistiek van de Verenigde Naties in Muzaffarabad.

Her en der in het getroffen gebied wordt het puin geruimd en doen de markten weer goede zaken. Overal in het landschap zijn tenten te zien, soms eentje, soms een paar bij elkaar, en langs hoofdwegen en rivieren zijn grote tentenkampen opgeslagen. Dankzij veldhospitalen in het rampgebied krijgen veel arme gemeenschappen nu betere medische zorg dan voor de beving, zeggen hulpverleners. De meeste slachtoffers hebben volgens hen nu of binnenkort voldoende voedsel, huisvesting en medische zorg voor de winter.