Analyse
Winnen de islamisten opnieuw in Marokko? Na gegoochel met de kieswet lijkt die kans minimaal
Tien jaar nadat de Arabische Lente de democratische hoop in zijn land aanwakkerde, maakt koning Mohammed VI duidelijk dat in Marokko maar één man de baas is: hijzelf. Een zeer controversiële wijziging van de kieswet heeft de kans op een nieuwe verkiezingszege van de islamistische PJD doen slinken.
Woensdag gaan de Marokkanen naar de stembus, voor wat op papier een feest van de democratie mag heten. Nooit eerder brachten zij op één dag hun stem uit in zowel lokale als regionale én landelijke verkiezingen.
Sinds 2011 is de gematigd-islamistische Partij voor de Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (PJD) de grootste partij in het nationale parlement. De PJD leidt al even lang coalitieregeringen met partijen die gelieerd zijn aan het paleis. Zelfstandig regeren kunnen ze niet. In de parlementaire monarchie die Marokko is, begint en eindigt ieder politiek project bij de koning. Ministers zijn vooral uitvoerders.
Die constructie is een worsteling gebleken voor de PJD. De partij verloor de laatste jaren veel van haar glans, juist vanwege dat dubbelzinnige karakter van de Marokkaanse politiek. Wel een democratisch stelsel, geen voldragen democratie. Het is een recept voor desillusie onder kiezers. Niet voor niets is de opkomst gewoonlijk laag.
Het is zeer de vraag of de partij woensdag opnieuw wint, en Saadeddine el Othmani door kan als premier. Onder luid protest van de PJD heeft de rest van de partijen - ook die waarmee de islamisten een coalitie delen - eerder dit jaar de regels van het democratische spel veranderd. Een zet die bovenal de PJD treft.
Afspiegeling
Alles draait om de manier waarop zetels worden verdeeld. Bij voorgaande verkiezingen gebeurde dat - zoals gebruikelijk - op basis van het aantal uitgebrachte stemmen. Een rekenvoorbeeld. In 2016 behaalde de PJD in een willekeurig kiesdistrict 99.997 van de 100.000 stemmen. In dat district waren vier zetels te verdelen. De PJD kreeg ze dan alle vier; een logische afspiegeling van de uitslag.
De wetswijziging zet dat systeem volledig op zijn kop. Niet het aantal uitgebrachte stemmen, maar het aantal geregistreerde kiezers is nu leidend. Nog een rekenvoorbeeld. De PJD behaalt dit jaar opnieuw 99.997 van de 100.000 stemmen. Het district kent echter 400.000 stemgerechtigden - driekwart is niet komen opdagen. De PJD wint nu maar één zetel, omdat slechts een kwart van de geregistreerde kiezers op de partij stemde. De drie overige zetels gaan naar drie andere partijen, die ieder maar 1 stem kregen.
Het is een rekenmethode die ‘nergens op slaat’, zegt Mohammed Masbah, directeur van de Marokkaanse denktank MIPA. Maar wel een met drastische gevolgen. Voor grote partijen wordt het bijna onmogelijk om meerdere zetels te winnen in een kiesdistrict.
De nieuwe telling kan desastreuze gevolgen hebben voor de PJD. Hun achterban bevindt zich grotendeels in de grote steden. ‘Op het platteland hebben leden van de lokale elite en invloedrijke zakenlieden - en in het noorden drugsbaronnen - hun clientèle en kiezers beter in de hand’, zegt Paolo De Mas, oud-directeur van het Nederlands Instituut in Rabat.
Het kritische weekblad TelQuel liet doorrekenen wat de verkiezingsuitslag in 2016 was geweest met de nieuwe rekenmethode. De PJD zou dan slechts tweede zijn geworden, achter de PAM, een partij die een moderner Marokko nastreeft en werd opgericht door een boezemvriend van de koning.
Machtig
De officiële lijn luidt dat de wetswijziging de weg vrijmaakt voor kleine partijen, die meer zetels zullen winnen en daarmee de landelijke politiek verrijken. Volgens De Mas is de nieuwe kieswet echter overduidelijk bedoeld om de PJD te beteugelen. ‘Het paleis werkt iedere partij die te machtig dreigt te worden tegen.’ Door de uitslag vooraf te manipuleren, stelt ook Masbah, ‘hoef je op de dag van de verkiezingen niet meer in te grijpen’.
Hoewel Mohammed VI in 2011 - onder invloed van de Arabische Lente - een reeks hervormingen doorvoerde, bleef zijn positie als sterke leider onaangetast. De PJD had kunnen uitgroeien tot een bedreiging van zijn macht. Als enige partij heeft zij wortel geschoten in de samenleving, dankzij liefdadigheidswerk en een campagne tegen corruptie. Daarmee overtuigden zij ook kiezers uit de hogere middenklasse, een groep die de partij met haar conservatieve, op de islam geïnspireerde programma alleen moeilijk voor zich had kunnen winnen.
Hoe weinig werkelijke macht premier El Othmani heeft, blijkt uit de ingrijpende politieke beslissingen die zijn partij recent heeft moeten slikken. Zo normaliseerde Mohammed VI de relaties met Israël, tot afgrijzen van islamisten die de steun aan Palestina als heilige zaak zien. Eerder had El Othmani nauwere banden met Israël nog categorisch uitgesloten.
De premier moest zich ook neerleggen bij een voorstel van de andere coalitiepartijen - lees: de koning - om de productie van cannabis, voor medische doeleinden, te legaliseren. Een onderwerp dat de PJD tot op het bot verdeelt.
Abdelilah Benkirane, premier van 2011 tot 2017, noemde het voorstel in strijd met de islam en schortte woedend zijn lidmaatschap op. Benkirane, een populairder en volkser politicus dan zijn opvolger, werd in 2017 door de koning weggestuurd omdat hij er niet in slaagde een nieuwe coalitieregering te vormen. De PJD had de benoeming van El Othmani, een beleefde academicus, maar te accepteren.
Mohammed VI, sinds 1999 aan de macht, lijkt zich juist sterker dan ooit te voelen. Hij zag zijn handreiking aan Israël beloond door de Verenigde Staten, die de Marokkaanse claim op de Westelijke Sahara erkenden. Een controversiële beslissing van oud-president Trump, die president Biden voorlopig niet lijkt terug te draaien. Het handelen van de koning lijkt vergelijkbaar met de situatie in Tunesië, waar de president onlangs de macht naar zich toetrok na protesten tegen het beleid van de gekozen regering.
Mogelijk verliest de PJD haar positie van grootste partij aan de RNI, een liberaal verbond met opnieuw nauwe banden met de koning. Het feit dat vooraf niet duidelijk is naar welke partij de paleisvoorkeur uitgaat, bewijst volgens Masbah hoe zeker het regime van zijn zaak is. ‘Bij voorgaande verkiezingen was dat vaak wel het geval. Het betekent dat het regime zich veilig waant. De PJD is geen bedreiging meer.’