nieuws

Windenergie op zee is booming, maar de fabrikanten van windturbines draaien verlies

De komende jaren krijgt Nederland enorm veel windenergie op zee erbij. Vrijdag maakte het kabinet meer details van de planning bekend. Dat lijkt goed nieuws voor de windindustrie, maar die slaat juist alarm: alle grote Europese turbinebouwers lijden verlies.

Bard van de Weijer
Windpark Saint-Nazaire, voor de kust van schiereiland Guerande in Frankrijk.  Beeld REUTERS
Windpark Saint-Nazaire, voor de kust van schiereiland Guerande in Frankrijk.Beeld REUTERS

Het had een feestje moeten zijn, toen vorige maand in de Deense kuststad Esbjerg alle belangrijke politici uit Noordwest-Europa bijeen waren gekomen. De komende jaren komen er duizenden windturbines op zee bij, met een totaal vermogen van 150 gigawatt. Ter vergelijking: in heel Europa staat nu zo'n 16 gigawatt opgesteld.

Kassa dus voor de omvangrijke Europese windindustrie. Maar het tegendeel is waar. ‘We zouden moeten rondlopen met een grote grijns’, zegt Giles Dickson, directeur van de Europese koepel WindEurope. ‘Maar alle vijf Europese fabrikanten van windturbines draaien verlies.’

Derde winstwaarschuwing in negen maanden

Het gaat inderdaad slecht. Siemens Gamesa gaf afgelopen januari zijn derde winstwaarschuwing in negen maanden tijd. In het eerste kwartaal werd 240 miljoen euro verlies geleden. Ook concurrenten als het Deense Vestas en GE Renewables kwamen dit jaar met winstwaarschuwingen. Niet alleen turbinebouwers doen het slecht, ook een bedrijf als Nordex sluit deze maand de enige productiefaciliteit in Duitsland van rotorbladen.

Mogelijk herhaalt de geschiedenis zich: Duitsland was begin deze eeuw een grootmacht bij de productie van zonnepanelen. Maar die markt is goeddeels naar China verdwenen. Zoiets is ook mogelijk bij windturbines, waarschuwt Dickson.

Politici beloven veel, maar windturbines worden in veel te laag tempo bijgebouwd, stelt hij. Er zijn meer oorzaken. Zoals de snelle prijsdaling van turbines in de afgelopen jaren. Dat is op zich gunstig, want windparken op zee kunnen nu al zonder subsidie worden gebouwd. Maar de prijsdalingen en felle concurrentie maken het lastiger winstgevend te zijn.

Dat zou volgens Dickson geen probleem zijn als er werkelijk gebouwd werd wat is toegezegd. ‘Om de doelen van 2050 te halen, zouden we in Europa jaarlijks 38 gigawatt aan windcapaciteit moeten bijplaatsen. Afgelopen jaar haalden we 11.’

Grondstofprijzen geëxplodeerd

De windsector zucht daarnaast onder dezelfde problemen als veel andere industrieën: grondstofprijzen, met name die van staal dat nodig is voor de funderingen, masten en turbinebehuizingen, zijn geëxplodeerd. Vanwege bestaande contracten zijn turbinemakers nauwelijks in staat hun prijzen te verhogen. Dus is er malaise. ‘Als niemand iets verdient, komt die 150 gigawatt er niet’, zegt Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie.

Om de sector uit het slop te halen moet er een verbod komen op negatieve biedingen op kavels op zee, vindt de sector. Voorheen kregen bouwers van windparken op zee subsidie, nu moeten ze vaak betalen. Onlangs moest RWE 375 miljoen dollar meebrengen om voor de Deense kust het windpark Thor te kunnen bouwen. Bij de laatste Nederlandse tender moesten bedrijven voor hun kavel ook 50 miljoen betalen.

Dat is een probleem, zegt Dickson. Want het geld moet vooruit betaald worden terwijl er nog niets verdiend wordt. ‘Dat bedrijven geld meebrengen, staat mooi voor de minister van Financiën, maar het leidt alleen maar tot hogere kosten’, zegt hij. Kosten die uiteindelijk bij de gebruiker uitkomen.

Subsidie

Van der Gaag ziet in het Verenigd Koninkrijk een interessante oplossing. Daar wordt meer en meer gebruik gemaakt van een afspraak die contract for difference heet. Hierbij krijgen uitbaters van duurzame stroom subsidie als de prijs laag is. Komt de stroomprijs boven een bepaald niveau, dan moeten ze de extra winst teruggeven aan de overheid.

Dit systeem lijkt te werken: bij de huidige hoge stroomprijzen betaalden producenten van groene stroom in het laatste kwartaal van vorig jaar 157 miljoen pond terug. Dit jaar zal het bedrag naar verwachting flink hoger uitvallen.

‘Dit kan een tussenvorm zijn waarin lusten en lasten eerlijk verdeeld worden’, zegt Van der Gaag. Bedrijven kunnen een redelijke winst maken, maar zijn verzekerd tegen tegenvallers. Terwijl de belastingbetaler weet dat er mogelijk geld terugkomt als het goed gaat en er dus geen overwinsten worden behaald. Doordat de inkomsten stabiel zijn, zijn banken bereid leningen tegen gunstiger voorwaarden te vertrekken, wat de kosten drukt.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden