ReportageOpen dag Haga Lyceum
‘Wij zijn standvastig. Ons intimideren gaat niet zo makkelijk’
Zes dagen nadat de rechter heeft geoordeeld dat de veiligheidsdiensten flinke steken hebben laten vallen in het dossier Haga Lyceum, houdt de Amsterdamse school zijn open dag. Zo’n tweehonderd ouders met kinderen komen kijken. ‘Het belangrijkste is het dat het onderwijs goed is.’
Het echtpaar Rkia Outaleb en Bouchaib Wakil uit Amsterdam heeft twee belangrijke eisen waar een middelbare school aan moet voldoen wil die goed genoeg zijn voor hun 11-jarige dochter Imane. Er moet een veilige sfeer hangen op de school en de klassen moet niet al te groot zijn. Deze zaterdagmiddag brengt de zoektocht naar een school die daaraan voldoet het echtpaar en Imane naar de Naritaweg in Amsterdam-Sloterdijk. Daar is de omstreden islamitische middelbare school het Cornelius Haga Lyceum gehuisvest. De school houdt een open dag. Zo’n tweehonderd nieuwsgierige ouders en kinderen willen er meer over weten.
‘Ze hebben kleine klassen van maximaal vijftien leerlingen, dat bevalt mij wel’, zegt Outaleb. ‘Wij hebben eerder deze week het Huygens College bezocht. Daar zijn de klassen toch wat groter en drukker.’
‘En ze hebben hier een telefoonverbod in het gebouw’, vult haar echtgenoot Wakil enthousiast aan. ‘De kinderen kunnen niet de hele tijd op een beeldscherm turen en moeten echt contact met elkaar maken. Maar uiteindelijk is het aan Imane zelf of ze hier naar school wil.’
Rechtszaken
Het aanhoudend gedoe rondom de school – de rechtszaken met overheidsinstanties waarin ze verwikkeld is, de aantijgingen dat het bestuur zich inlaat met extremistische figuren – zit dat het gezin dwars?
‘Nee’, zegt Outaleb. ‘Dat soort negativiteit laten wij moslims heel makkelijk van ons afglijden. Deze school voelt oké, en dat is het belangrijkste.’
Wat ook bijdraagt aan dat sentiment: vorige week maandag behaalde het Cornelius Haga Lyceum een belangrijke juridische en morele overwinning in de Amsterdamse rechtbank. De rechters maakten gehakt van de aanwijzing van minister Arie Slob (Onderwijs, Christenunie), die vorig jaar eiste dat het schoolbestuur zou plaatsmaken. Ingefluisterd door de inlichtingendienst AIVD, de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) en de Onderwijsinspectie uitte Slob forse kritiek op het burgerschapsonderwijs, de contacten met extremistische figuren en de financiën. De rechtbank vond dat overdreven en oordeelde dat de minister de aanwijzing nooit had mogen geven. Hoewel Slob tegen de uitspraak in beroep gaat, valt het Amsterdams vonnis te lezen als belangrijk reputatieherstel voor het Haga Lyceum.
‘Islamitische standvastigheid’
Toch is van triomfalisme over de rechterlijke uitspraak weinig te merken op de islamitische school. Er klinken geen tirades tegen overheidsinstanties die moslims klein proberen te houden. Soner Atasoy, directeur-bestuurder van de het Haga Lyceum, staat in zijn welkomstwoord slechts kortstondig stil bij alle commotie en zegt dat de school dankzij ‘islamitische standvastigheid’ nog altijd overeind staat. Volgens hem is de opkomst op de open dag nagenoeg gelijk als in andere jaren.
Atasoy vertelt de belangstellenden dat zijn school de ‘islamitische identiteit inademt en kwaliteit uitademt’. Wervende teksten over het gezamenlijk gebed dat elke vrijdag in de hal wordt gehouden en het academisch geschoolde docentenkorps moeten ouders en kinderen het laatste zetje geven om voor het Haga Lyceum te kiezen.
‘Religie is voor mij niet de hoofdzaak om voor deze school te kiezen,’ zegt de 38-jarige maatschappelijk werker Rachid, die de open dag bezoekt met zijn dochter. ‘Dat is een zaak voor thuis. Het belangrijkste is dat het onderwijs goed is. Dat is hier zeker het geval. Ik heb hier neefjes en nichtjes op school zitten en die gaan echt als een speer.’
Ook Rachid reageert laconiek op de institutionele tegenwerking die het Haga Lyceum overal lijkt tegen te komen. Moslims van de eerstegeneratie-immigranten zouden wellicht terug in hun schulp zijn gekropen bij zo veel tegenstand, denkt hij. Hij, en ogenschijnlijk ook veel andere ouders die de open dag bezoeken, behoort tot de tweedegeneratiemoslims. Die generatie kent haar rechten en laat zich niet als ‘tweederangsburger’ behandelen. ‘Wij zijn standvastig. Ons intimideren gaat niet zo makkelijk.’
Onderling contact
De derde generatie, de schoolgaande jeugd, loopt ondertussen door de hallen van de Haga Lyceum, neemt hier en daar een kijkje in een klaslokaal, of hangt lichtelijk verveeld op de trappen. Iets energieker is het handjevol jongeren in blauwe T-shirts, leerlingen van het Haga Lyceum, die ingeschakeld zijn om ouders en kinderen te enthousiasmeren voor hun school. Amane (14, 2 VWO) roemt het ‘vreedzame’ en ‘sociale’ karakter van het Haga Lyceum. Omdat er een verbod op telefoons binnen het schoolgebouw geldt, wordt er veel meer onderling contact gemaakt. ‘Natuurlijk neemt iemand wel eens stiekem een telefoon mee. De eerste keer krijg je een waarschuwing. De tweede keer wordt je telefoon ingenomen.’
Amane doorliep ook een islamitische basisschool, de Al-Maes in stadsdeel De Baarsjes. Dat was een fijne tijd, zegt ze. Op het Haga Lyceum beleefde ze een moeilijkere periode vanwege de aanhoudende verdachtmakingen over de school door overheidsinstanties.
‘Dat kon mij soms echt wakker houden. Waarom willen ze ons niet? Wat hebben we ze aangedaan? Klasgenoten en ik werden er buiten school ook op aangesproken. Waarom zitten jullie op die terroristenschool? vroegen ze. Heel even heeft mijn moeder zelfs overwogen om mij hier van af te halen.’
Inmiddels heeft Amane het idee dat het ‘rustiger’ is geworden rondom de school. De rechterlijke uitspraak van vorige week ervaart ze als een steun in de rug. ‘We willen gewoon trots kunnen zijn op onze islamitische identiteit en die versterken.’
De veiligheidsdiensten hebben flinke steken laten vallen in de strijd tegen het islamitische Haga Lyceum. Waarom reageren politici zo laconiek?