Column
Wij feitenliefhebbers moeten nieuwsgierig blijven
Een feitenvrij maatschappelijk debat - daaraan hebben wij verstandige Volkskrantlezers een pesthekel. Wij betalen nou juist een redactie om voor ons zin en onzin van elkaar te scheiden en bij het ontbijt uitsluitend kwalitatief hoogstaande informatie te serveren. Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat.
Je hebt ook mensen die alles geloven wat er in hun 'informatiezeepbel' voorbijkomt en die zich aan de feiten weinig gelegen laten liggen. Ze houden er gekke opvattingen op na en vertonen raar gedrag. Ze stemmen op een mallotige politicus, of, nieuw dieptepunt, melden zich met een vuurwapen in een pizzeria.
Deze dichotomie - met de verstandige feitenliefhebbers aan de ene kant en de dommige feitenverloochenaars aan de andere kant - bevalt me niet. Het is te makkelijk. Hoezo?
Laten we beginnen bij onszelf. Juist als liefhebbers weten we dat nagaan hoe iets zit behoorlijk ingewikkeld is. We hebben wel eens iets over kennisleer gelezen, we weten wat over wetenschapsgeschiedenis en zien dus dat zelfs de voltijds feitenprofessionals - de wetenschappers - geregeld nieuwe inzichten opdoen. Daar applaudisseren we dan voor. We hebben dan een nieuwe werkelijkheid - tot de volgende wetenschappelijke doorbraak dan toch.
Maar ook dichter bij huis weten we dat 'feitelijk juist' problematisch kan zijn. Dat onze waarnemingen gekleurd worden door bevestigingsfouten (we zijn geneigd de werkelijkheid zo waar te nemen dat die onze bestaande opvattingen bevestigt), halo-effecten (we zijn bijvoorbeeld geneigd een uitspraak van een knap persoon eerder te geloven dan die van een lelijkerd), groepsdenken en nog een batterij aan denkfouten.
Wij feitenliefhebbers horen dus juist op het punt van de feitelijkheid, bescheiden te zijn, niet borstklopperig, niet absoluut. Daar staat tegenover dat we zeer ambitieus moeten zijn in ons streven die complexe werkelijkheid te begrijpen. Dat we nieuwsgierig moeten zijn. En kritisch op onszelf en anderen. We moeten ons best doen, elke dag opnieuw.
Juist op dat punt schieten we in de bovengeschetste dichotomie tekort. Die getuigt namelijk van gebrek aan nieuwsgierigheid. Wij hebben de wijsheid in pacht, terwijl zij de wereld niet snappen. Toen we Wittgensteins Hasen-Enten-Kopf voor het eerst zagen (Google 'm anders even als u hem niet kent) en alleen een eendenkop zagen, vroegen we aan onze klasgenoten: waar is die haas dan? Ik zie hem niet. En we waren opgelucht toen we hem toch ontdekten. Een beeld, twee beesten - zeer indrukwekkend.
Maar nu zeggen we: haha, die gekkies denken een haas te zien, terwijl het een plaatje van een eend is. Omdat wij een bevestigingsfout maken (het is een eend, zie je wel), denken we dat zij slecht kijken.
Hiermee is niet gezegd dat er geen mafkezen, idioten en charlatans bestaan. Hiermee is evenmin gezegd dat we feiten maar met een korreltje zout moeten nemen en dat iedereen nu eenmaal zijn eigen waarheid heeft. Hiermee is alleen gezegd: feitenliefhebbers moeten nieuwsgierig zijn naar de waarnemingen van de ander - ook, of juist, als die afwijken van de eigen observaties.
Een voorbeeld. Corrie van Brenk, kandidaat-Kamerlid voor 50-plus, zei een paar weken geleden in De Telegraaf: 'Er zijn redenen om je af te vragen of de sterftecijfers van het CBS wel kloppen.' Dat zou wat zijn. Dan kunnen we reageren met: het CBS is een kwalitatief uitstekend instituut en registreert al decennialang naar volle tevredenheid de sterftecijfers. Dat voelt dan goed, maar - kritisch blijvend op onszelf - dan maken we ons schuldig aan een autoriteitsargument. We kunnen ook vragen: hoezo mevrouw Van Brenk? Welke redenen voor twijfel zijn er in het bijzonder? Dan zijn we nieuwsgierig naar haar waarnemingen. Nou waren die er in dit geval niet, maar dat doet aan het punt niets af.
Minder oordelen, meer nieuwsgierigheid.
Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren? frank@argumentenfabriek.nl