Wielrenners op NK tot 16 jaar dragen Dumoulin op handen

Kent de wielersport, drie weken na de Giro, een Tom Dumoulin-effect? Voor veel deelnemers aan de NK tot 16 jaar is hij een groot voorbeeld. Ook al omdat Dumoulin als tiener allerminst een uitblinker was.

Jurriaan Nolles
30 jonge renners staan geconcentreerd aan de start van het NK Nieuwelingen. Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant
30 jonge renners staan geconcentreerd aan de start van het NK Nieuwelingen.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Ze buigen het hoofd, zitten onder de schaafwonden, vechten tegen de tranen. Het zijn de verliezers van de dag. Ze moeten lijdzaam toekijken hoe de nieuwe Nederlandse kampioen onder 16 jaar wordt gehuldigd in zijn nieuwe rood-wit-blauwe trui bij het NK wielrennen in Montferland.

Zo moet Tom Dumoulin er op die leeftijd ook vaak bij hebben gestaan. In de jeugd stond de Limburger niet te boek als groot talent. Sterker: hij stapte vaker af dan dat hij de finish haalde. Geen jeugdtrainer zag hem als toekomstig winnaar van de Ronde van Italië. Dat juist hij een grote ronde won, maakt hem een perfect rolmodel voor de jeugd.

Het overgrote deel van de wielrenners dat actief is op het NK in Monterland noemt Dumoulin als voorbeeld. Al moet hij die status vaak delen met de Slowaakse wereldkampioen en showman Peter Sagan.

Adne Koster, winnaar in de categorie Junioren (17 en 18 jaar), bekent dat hij onder schooltijd alle etappes van de Ronde van Italië heeft gezien. 'Ik legde mijn mobiel in mijn etui zodat de leraar het niet zag. Ik heb mijn hele internetbundel verbruikt.'

De jonge wielrenners vinden het mooi dat Dumoulin altijd voor zijn mening uitkomt. En het is 'geweldig' dat hij van tijdrijder een ronderenner is geworden. Ze zien in Dumoulin de 'Miguel Indurain 2.0', naar de Spaanse tijdritspecialist die vijf keer de Tour de France won.

Glazen bol kijken

'Hij is een zegen voor het wielrennen', zegt Peter Zijerveld, talentcoach bij de Nederlandse wielerbond. 'Je talent komt vanzelf naar boven drijven als je maar hard genoeg traint. Dat laat Dumoulin zien.'

De winnaar van de Giro voetbalde aanvankelijk, maar zijn slungelige lijf ging in de weg zitten. Dumoulin stapte over op de racefiets op zijn 15de en was onhandig in de beginjaren. 'Als junior stelde hij niet zo veel voor', zegt Zijerveld.

Vier jaar nadat Dumoulin zijn eerste racefiets had gekocht, kwamen de resultaten pas. 'In vergelijking met andere sporten is wielrennen niet zo moeilijk. Bij turnen of hockey komt een hele hoop techniek kijken. Wielrennen kan je heel makkelijk leren. Je kunt ook nog slagen als je later bent begonnen.'

Vanaf 2010 gaat het hard met Dumoulins carrière. Hij wint de Baby Giro - de Ronde van Italië voor jonge renners - en in 2012 wordt hij prof. Nu is hij de eerste Nederlandse mannelijke wielrenner sinds 1980 die een grote ronde heeft gewonnen.

Zijerveld: 'Er zijn boeken vol geschreven over talentherkenning en je kan er heel interessant over doen. Maar het blijft glazen bol kijken. Bauke Mollema viel ook nooit op. Nu zijn hij en Dumoulin onze beste twee wielrenners. Het enige wat ik kan doen is nooit tegen een jonge wielrenner zeggen dat hij niet goed genoeg is.'

Het kampioeneneffect

De wielerbond hoopt op een Tom-effect, zoals er eerder sprake was van een vermeend 'Dafne'- en een 'Epke-effect'. Het is een misverstand om te denken dat een kampioenschap direct leidt tot ledengroei. Dat blijkt uit een studie van Maarten van Bottenburg, hoogleraar sportontwikkeling aan de Universiteit Utrecht.

Van Bottenburg analyseerde dertig aansprekende kampioenschappen, van de schaatstitels van Ard Schenk en Kees Verkerk tot aan de Wimbledontitel van Richard Krajicek. Zelden was sprake van een significante ledengroei na een hoofdprijs. Volgens de hoogleraar bestaan er alleen een Anton Geesink-effect en een Raymond van Barneveld-effect. Bij de volleybalbond daalde het ledenaantal zelfs, nadat de mannenploeg in Atlanta goud hadden gewonnen op de Olympische Spelen.

Van Bottenburg: 'Sportbonden hebben het toch graag over zulke effecten, maar dat is vaak een manier om hun investeringen te legitimeren. Ze vergeten de cijfers goed te analyseren.'

Van Bottenburg hanteert strenge criteria. Zo moet de groei van het ledental sterker zijn dan voor het kampioenschap. Hij beoordeelt ook of de Nederlandse groei sterker is dan in het buitenland. 'In Duitsland werd gesproken over een Boris Becker-effect, waarbij steeds meer jongeren zouden gaan tennissen. Het bleek dat in Nederland het ledental net zo hard groeide. Kampioenen worden nu eenmaal snel ingewisseld.'

De grootste winst van een kampioenschap is volgens Bottenburg het effect dat succes heeft op jonge atleten die de sport al beoefenen. Jonge sprinters zien in Dafne Schippers een vrouw die de strijd aangaat met de wereldtop. Dumoulin laat zien dat een Nederlander een grote ronde kan winnen.

De geschiedenis van Dumoulin is bekend onder de jonge wielrenners op het NK. Thomas Meinsbergen leunt tegen de muur en baalt van zijn tiende plek. Net als de andere renners heeft hij zijn benen gladgeschoren, want de jeugd heeft de ijdelheid van de profs al lang in de gaten.

Er had meer ingezeten denkt hij, maar een vluchter bleef het peloton 2 meter voor. 'Ik heb documentaires over Dumoulin gezien, ik weet dat hij vroeger nooit won.' De 17-jarige wielrenner analyseert de rit met zijn vader. Hij drukt zijn zoon op het hart: 'Je moet ook kunnen genieten van de jongens die niet altijd eerste worden. Kijk naar Jos van Emden en Stef Clement.'

Fundament in het onderwijs

De wielerbond en andere sportbonden proberen desondanks te profiteren van aansprekende kampioenen. Hoogleraar Van Bottenburg: 'Successen zoals die van Dumoulin zorgen voor veel media-aandacht en dat heeft effect op sponsoren. Als je de sponsorgelden investeert in de breedtesport kan een kampioenschap een indirect effect hebben op het ledental.'

Fundamentelere effecten kunnen worden behaald in het sportonderwijs. In Denemarken en Duitsland wordt tijdens de gymles veel aan handbal gedaan. Dat is zichtbaar in de populariteit van handbal in die landen. In Nederland heeft de nivellering van de inkomensverschillen in de jaren zeventig tot negentig gezorgd voor een groeiende populariteit van hockey, zeilen en squash, sporten die voorheen als elitesporten werden gezien.

Op het NK wielrennen wordt Dumoulin in elk geval op handen gedragen. Door coaches, wielrenners en ouders. De Limburger laat zich uit over maatschappelijke zaken en laat zich horen in het debat over doping. Veel vaders hebben het weleens met hun zoon gehad over dopinggebruik in het wielrennen. 'Eerlijkheid duurt het langst, dat geef ik mijn kinderen mee', zegt vader Meinsbergen.

Bondscoach Zijerveld: 'Dumoulin is ook op dat gebied een zegen voor de sport. Hij laat zien dat je een grote Ronde kan winnen zonder gekke trucs. Het is belangrijk dat de omgeving van een kind dat weet.'

'Het maakt niet uit hoeveel talent je hebt'

Bas van Belle
17 jaar

'Vorig seizoen won ik acht wedstrijden, waarvan een klassieker. Nu word ik vierde bij het NK, maar ik zat wel in de kopgroep. Ja, ik weet dat Dumoulin nooit vooraan reed. Dat baart me ergens wel zorgen voor de toekomst omdat ik nu wel al wedstrijden weet te winnen. Aan de andere kant kan ik ook kijken naar Peter Sagan, mijn tweede grote voorbeeld. Op mijn leeftijd won hij altijd als hij aan de start stond.

'Wat ik vooral leer van Dumoulin is dat je moet trainen en moet werken. Het maakt niet uit hoeveel talent je hebt, daarom fiets ik nu bijna elke dag. Wielrennen is zwaar, misschien wel de zwaarste sport die er bestaat. Ik vind dat juist mooi.

'Mijn droom is om Parijs-Roubaix te winnen. Het is altijd een enorm slagveld en het biedt ook kansen aan sterke knechten. Twee jaar gelden won Mathew Hayman opeens. Niemand had van hem gehoord.'

undefined

Bas van Belle. Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant
Bas van Belle.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

'Als je blijft doorzetten kan je ver komen'

Liqianne van Warmerdam
17 jaar

'Ik had altijd drie voorbeelden: Peter Sagan omdat hij altijd zo grappig is. Marianne Vos omdat ze alles heeft gewonnen wat er te winnen valt. En Anna van der Breggen omdat ze nog zo jong is en nu al zo veel wint. Nu is daar Tom Dumoulin bij gekomen. Hij is drie weken lang alleen maar aan het knokken geweest. De tijdrit is natuurlijk zijn wapen. De tijdrit is puur afzien, zelf ben ik daar niet zo goed in.'

'Ik train nu vier tot zeven keer per week, maar bij een NK verwacht ik niet mee te doen voor de podiumplaatsen. Ik fiets gewoon omdat ik het leuk vind, volgend jaar ga ik naar het HBO. Ik zal niet stoppen met fietsen, want als je blijft doorzetten kan je ver komen. Dat heeft Dumoulin wel laten zien.'

Liqianne van Warmerdam. Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant
Liqianne van Warmerdam.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

'Een bergetappe winnen, dat is het mooist. Veel beter dan sprinten'

Lance Huenders
14 jaar

'Zoals hij Nibali en Quinta de waarheid vertelde in de Giro. Dat is misschien niet slim, maar wel prachtig om te zien. Dumoulin heeft een winnaarsmentaliteit en is altijd eerlijk. Ik kan me wel een beetje spiegelen aan hem. Ik kan ook goed tijdrijden en klimmen gaat me ook redelijk af.'

'Ik koers nu veel in het buitenland, dus ik heb de Giro niet helemaal kunnen zien. Toen hij won kreeg ik een plingeltje op mijn telefoon. Het is geweldig om te zien dat het een Nederlands is gelukt een goede klimmer te worden. We hebben helemaal geen bergen in Nederland.

'Zelf heb ik het geluk dat ik mijn opa in Spanje woont en dat ik daar in de bergen kan trainen. Een bergetappe winnen, dat is het mooiste. Veel beter dan sprinten.'

Lance Huenders. Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant
Lance Huenders.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden