Wie ben ik? Wie ben jij?
De films in het programma '[based upon] TRUE STORIES' op het IFFR bieden een kijkje in de belevingswereld van een ander....
'Kijk eens om je heen, je bent niet alleen.' Het is de beginregel van een liedje dat wij vroeger op de lagere school moesten zingen. De boodschap was duidelijk: sta open voor de medemens.
Hedendaagse kunstenaars kijken veel om zich heen. Ging kunst decennia lang alleen over de kunst zelf, tegenwoordig verhoudt men zich weer tot de wereld. De wereld die wreed is en onrechtvaardig.
Het is een trend die zichtbaar is in het speciale themaprogramma van het Rotterdamse filmfestival, [based upon] TRUE STORIES, waarin films, installaties en websites zijn opgenomen die, volgens samensteller Gertjan Zuilhof, één interesse delen: de fascinatie voor het documentaire beeld. De films sparen de kijker niet. In Letter from a Yellow Cherry Blossom zijn we getuige van het rochelend sterven van een filmcriticus. En in Tolbukhin, In the Mind of the Killer maken we kennis met een seriemoordenaar .
De films zijn van zo'n divers pluimage dat je al snel geneigd bent het programma af te doen als arbitrair en gratuit. De selectie krijgt meer geldigheid wanneer je ontdekt dat de aandacht voor het documentaire beeld in het verlengde ligt van een algemenere behoefte aan persoonlijke verhalen uit het echte, ware leven.
Nu is de waarheid altijd al een discutabel begrip geweest in de geschiedenis van het documentairemaken. Want gedragen mensen zich nog authentiek wanneer ze weten dat er een camera in de buurt is?
In hoeverre de films in het programma de realiteit weergeven, is dan ook een vraag van ondergeschikt belang. Feit is dat ze gebaseerd zijn op reële fenomenen.
De interesse in de belevingswereld van de ander is wat de films in [based upon] TRUE STORIES verbindt. Als kunstenaar hoef je niet per se verhalen te scheppen die een alternatief zijn voor deze wereld, maar kun je originele verhalen creëren door te kiezen voor een ander perspectief. Zo geeft Abbas Kiarostami's kleine, intieme (en misschien gedeeltelijk fictieve) portret van een jonge Iraanse moeder (Ten) meer inzicht in de sociale positie van de vrouw in landen als Iran.
Het themaprogramma wordt daarmee een pleidooi voor een polyfoon filmidioom. De cineasten proberen hun verhaal op een andere manier te vertellen in de hoop dat de vorm beter aansluit op de inhoud, of sterker nog: dat een afwijkende vorm de inhoud een extra betekenis verleent.
Soms slaat iemand de plank hierbij helemaal mis. Zo slaagt Peter Mettler niet in de opzet zijn film te laten ervaren als een transcendentale reis over verschillende continenten. In Gambling, Gods & LSD neemt hij ons mee naar 'gewone' stervelingen, op zoek naar het hogere in dit ondermaanse. Tegelijkertijd wil de film ons in een gemoedstoestand brengen die vergelijkbaar is met een meditatieve ervaring. Dit is te hoog gegrepen: de film blijft hangen in anekdotiek en associatieve clichébeelden van plekken die inspireren tot diepzinnige gedachten (rivieren, woestijngebieden).
Veel van de filmende kunstenaars of kunstzinnige cineasten die Zuilhof koos, treden de conventies van de klassieke documentaire met voeten. Ze hebben lak aan de vermeende kritische afstand en halen feit en fictie schaamteloos door elkaar. En of ze hun wereld nu onbevangen te lijf gaan, of juist met een openlijk gekleurde blik, hun films kenmerken zich door een gevoel voor engagement.
Ook de Belgische filmmaker Chantal Akerman neemt geen genoegen met de opvatting dat je machteloos staat tegenover de grote boze wereld. Akerman wendt zich niet af van de realiteit om zich vervolgens aangenaam te verpozen in een of ander artistiek Shangri-La universum, maar zij kiest ervoor om de grenzen van de verbeelding af te tasten. Als experimenteel cineaste neemt zij stelling zonder de poëzie van de werkelijkheid geweld aan te doen.
De films in [based upon] TRUE STORIES zijn het postmodernisme ver voorbij. Vrijblijvendheid en onverschilligheid zijn verdwenen, en de ironie, stijlmiddel bij uitstek van het postmodernisme, heeft terrein moeten prijsgeven aan een nieuw idealisme. Dit idealisme wordt niet gevoed door een religie of ideologie (het postmodernisme rekende juist af met deze grote verhalen). Aan de betrokkenheid liggen twee simpele vragen ten grondslag: Wie ben ik? En wie ben jij?