Werkend Nederland is ongelooflijk verwend
Aart-Jan de Geus zette zichzelf neer als linksbuiten van het kabinet. Van hem komt ingreep na ingreep in het sociale zekerheidsstelsel....
Aart-Jan de Geus durft nog over straat, zegt hij. En er zijn nog geen vervelende dingen bij hem thuis door de brievenbus geduwd. Wél ontvangt hij de laatste tijd veel boze brieven en e-mails. 'Mensen worden angstig door de felle publiciteit. Tjongejonge, zeggen ze, op alles wordt gekort en hoe moet dat nu verder? Uitleggen, uitleggen, uitleggen, dat is wat mij te doen staat. En me bij elke maatregel afvragen hoe het op individueel niveau uitpakt voor de mensen.'
Toen CDA'er en oud-vakbondsman De Geus vorig jaar aantrad als minister van Sociale Zaken presenteerde hij zich met enig bravoure als de linkshalf in een centrumrechts kabinet. Daaraan herinnerd komt zijn antwoord er nu wat aarzelender uit. 'Ach', zegt hij glimlachend na enig nadenken, 'de linkshalf passt ook wel eens naar de rechtsbuiten.'
U snijdt in de WW, in de WAO, in de bijstand, in de VUT- en prepensioenregelingen, u stelt de koppeling ter discussie. Als u zo doorgaat, staat u straks bekend als de slager van Balkenende II.
'Eén: we hebben het gezegd in de verkiezingscampagne. We hebben niet beloofd dat we het droog zouden houden en er niks zou gebeuren. Twee: in de publiciteit ontstaat de indruk dat de hele sociale zekerheid wordt gesloopt, maar dat is niet waar. Juist om het stelsel overeind te houden, zijn ingrepen nodig. Er wordt in dit land al jaren te weinig gedaan om mensen aan het werk te krijgen en te houden. Dat is inmiddels de overtuiging in vrij brede kring. Te lang is in de sociale zekerheid de kwaliteit van de uitkeringen voorop gesteld. De vraag wanneer en hoe mensen weer aan het werk moeten, hebben we een beetje aan de economie overgelaten. Zo is er een leger van inactieven ontstaan. Dat is straks met de vergrijzing niet meer te betalen. Bovendien tast het het solidariteitsgevoel van mensen aan. Als je alleen al ziet hoe weinig 55-plussers in Nederland nog aan het werk zijn.....dat is niet langer vol te houden.'
Uw verhaal is: ik wil mensen uit hun isolement halen, uit die uitkering helpen, ze moeten langer werken en liefst ook nog iets harder. Maar daarvoor bent u wel erg afhankelijk van de conjunctuur. Op dit moment is dat extra werk er niet.
'Het is niet zo somber als het lijkt. Mensen gaan met pensioen, overlijden, er worden nieuwe bedrijven gestart. Er komen dus echt nog banen vrij, wel zo'n 700 duizend per jaar. Mensen zijn niet kansloos, ook niet als ze uit een uitkering komen. Misschien is het wél zo dat ze wat langer moeten wachten. En ze zullen inschikkelijker moeten worden bij het voldoen aan de voorwaarden voor een baan. Misschien verhuizen, iets ongemakkelijker werktijden, een iets lager loon. Dat is helemaal niet erg.
Werkend Nederland is ongelooflijk verwend. Ongelooflijk! Jongeren in het bijzonder. Er groeit een generatie op die vanaf zijn veertiende met het grootste gemak baantjes heeft gevonden. Je hoefde je vinger maar op te steken. Kon je alleen op zaterdag? Geen probleem! Kon je als herintredende moeder pas om halftien beginnen? Kom maar, graag! Alles kon en mocht. Als we de economie terug in evenwicht willen krijgen, zullen we een stukje moeten inschikken.'
Voor de mentaliteitsomslag die u beoogt is de slechte economie een godsgeschenk.
'Ja. Daar zijn in de geschiedenis meer wrange voorbeelden van. Soms bloeit de economie van een land enorm op na een oorlog. Het biedt ons nu in elk geval de kans om maatregelen door te voeren die er wat mij betreft toch hadden moeten komen.
Er wordt niet alleen gesnoeid. Het stelsel wordt moderner. Mensen willen die collectieve regelingen niet meer, ze willen zelf uitmaken hoe ze hun carrière plannen, hoe ze arbeid en zorg verdelen. Ik verwacht veel van de levensloopregeling. Die geeft iedere werknemer de kans zelf te sparen voor verlofperiodes die hij naar eigen inzicht kan gebruiken. En die regeling gaan we als overheid wél fiscaal sponsoren. Het wordt minder collectief. De betutteling gaat ervan af.'
Blijft staan de manier waarop u het doet. De vakbonden klagen over gebrek aan respect. U eist loonmatiging van hen, maar wat heb u zelf te bieden?
'Niet veel. We hebben geen geld meer in de achterzak. Ik kan alleen zeggen dat het ook in het belang van de werknemers is dat er in de toekomst werk is. Dus moeten de lonen en de sociale premies dalen. Als mijn voorstellen doorgaan, en we straks minder uitkeringen hoeven te betalen, hebben we een prachtige premiedaling.'
Of hij net als collega Zalm achteloos zal zwaaien naar de demonstranten? Dát zul je oud-vakbondsman De Geus nooit horen zeggen. Maar grote zorgen over het maatschappelijk verzet maakt hij zich ook niet. 'Ik ben daar niet somber over. Ik bespeur een basisgevoel bij veel mensen dat deze ingrepen nodig zijn. Dat hoor ik om mij heen. Het volk blijkt vaak veel wijzer dan we denken.'