Werk in deeltijd

DE TWEEDE Kamer rondt deze week de discussie af over de initiatiefwet van GroenLinks inzake een wettelijk recht op deeltijdwerk....

Tijdens de eerste termijn van de parlementaire behandeling, heeft initiatiefnemer Rosenmöller dat plan laten varen. Hij is nu al tevreden als werknemers een verkorting van de werktijd met dertig procent kunnen vragen. GroenLinks gaat daarmee nog iets verder dan de gelegenheidscoalitie van PvdA en RPF die een eenmalige werktijdverkorting met twintig procent wil.

De onderhandelingen in de Kamer concentreren zich op verkorting van de werktijd op verzoek van de werknemer. De Kamer negeert kennelijk de keuze die de Stichting van de Arbeid maakte in 1993. Dit overlegorgaan van werkgevers en werknemers verkiest een recht voor de werknemer zijn werktijd aan te kunnen passen. Aanpassen kan ook een vermeerdering van het aantal gewerkte uren betekenen.

Die keuze is indertijd niet voor niets gemaakt. Het overgrote deel van de deeltijdbanen is in handen van vrouwen. Nederland is wereldwijd dan wel koploper in deeltijd, maar als alle vrouwen en studenten worden weggelaten, blijkt dat slechts 8 procent van de mannen een deeltijdbaan heeft. Aan het recht van mannen om korter te werken, koppelde de stichting een recht voor vrouwen haar werktijd te verlengen.

Het is jammer dat de Kamer daaraan voorbij gaat. Veel werknemers hebben geen enkele onderhandelingspositie als ze een baan aannemen. Zij accepteren noodgedwongen de werktijd en duur die de werkgever wenst. Herintredende vrouwen komen zo vaak in een kleine deeltijdbaan en hebben nauwelijks kans op uitbreiding van de werktijd.

Sinds het akkoord in de Stichting van de Arbeid is het aantal cao-afspraken over vormen van deeltijd fors toegenomen. Werkgevers en werknemers blijken zeer goed in staat dit zelf te regelen. Natuurlijk blijft er ook dan nog een groep werknemers buiten de regeling. Zij vallen niet onder de werking van een cao of hebben een baan die hen relatief onmisbaar maakt. Deze groep van vaak hoge functionarissen kan echter heel goed voor zijn belangen opkomen.

Het Burgerlijk Wetboek geeft met de notie van goed werkgeverschap voldoende aanknopingspunten. Wie korter wil werken, kan dat bespreken, al krijgt niemand de garantie dat hetzelfde werk kan worden gedaan. Zo lang niet overtuigend is bewezen dat cao-partijen de deeltijd niet zelf kunnen regelen, of dat de bestaande wetgeving ontoereikend is, is het te vroeg om nu voor een kleine toplaag een wettelijke regeling op te tuigen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden