Welkom in Peking
China keurt af dat er in de recente discussie een verbinding wordt gelegd tussen mensenrechten en de Olympische Spelen in Peking, deelt Xue Hanqin, ambassadrice van de Volksrepubliek China, mee.
De Olympische Spelen in Peking naderen met rasse schreden. Van over de hele wereld kijken mensen, onder wie Chinezen en Nederlanders, uit naar dit grootse sportevenement dat in China zal plaatsvinden. Miljoenen Chinezen hebben aan de voorbereidingen meegewerkt en hebben zich bijzonder ingezet om de Spelen tot een succes te maken. Wij hopen dat het gastheerschap van de Spelen China’s kennis van de wereld zal verrijken, zoals omgekeerd het begrip van de wereld voor China zal toenemen.
Voor het eerst in de geschiedenis zullen de Spelen in een Aziatisch ontwikkelingsland worden gehouden. Vereerd en met oprechte trots grijpt het Chinese volk deze gelegenheid aan om de Olympische beweging te dienen. Wij herinneren ons hoe in het verleden op de Chinezen werd neergekeken en hoe in het Westen China als ‘de zieke man van het Oosten’ werd bestempeld. Als gastheer van de Spelen hopen wij de wereld nu een modern en open China te tonen, met een volk dat vriendelijk en gastvrij is en dat blaakt ven zelfvertrouwen.
Er wordt wel gezegd dat China na de Spelen als een supermacht zou kunnen verrijzen, in de trant van theorieën over het ‘Chinese Gevaar’. Wat ook de bedoelingen zijn achter dergelijke denkbeelden, de Olympische verwachtingen van China zijn vrij eenvoudig: bevordering van de Olympische gedachte en van vriendschap en wederzijds begrip tussen volkeren. Ontegenzeggelijk zullen de Spelen een gunstige invloed hebben op de sociaal-economische ontwikkeling in China, uiteraard tot voldoening van China en de wereld.. Desondanks zal China nog heel lang een ontwikkelingsland blijven, geconfronteerd met enorme ontwikkelingsproblemen, zoals armoedebestrijding, verschillen tussen regio’s, milieu, energiebehoud en sociale vraagstukken.
Sommigen vrezen dat luchtvervuiling en verkeersstagnaties in Peking de sportevenementen negatief zouden kunnen beïnvloeden. Ik verzeker u in ieder geval dat het gemeentebestuur en de bevolking van Peking al het mogelijke doen de luchtkwaliteit en de verkeersomstandigheden te verbeteren. De Chinese regering en het Chinese volk hebben zich jegens de internationale gemeenschap verplicht te streven naar ‘Groene Spelen’. Wij zullen niet slechts zorgen voor een harmonieuze culturele omgeving, maar ook voor een schoon en aangenaam natuurlijk milieu voor zowel de sportbeoefenaars als de andere bezoekers. Wij beseffen terdege dat dit geenszins een eenvoudige opgave is.
Intussen hebben zich heel wat openbare discussies ontsponnen over de Olympische Spelen van Peking en de mensenrechten in China. Zo wordt beweerd dat China zich voor het organiseren van de Spelen behoort te houden aan internationale (met andere woorden westerse) mensenrechtenmaatstaven. Ook wordt wel een verbinding gelegd tussen internationaal-politieke vraagstukken zoals mensenrechten en de Olympische Spelen te Peking. Wij keuren zo’n verbinding af omdat ze niet overeenkomt met de beginselen van de Spelen. Wij vinden het des te minder aanvaardbaar het beeld van China in de westerse wereld met ongefundeerde beweringen te schaden. Dergelijk gedrag is in strijd met de Olympische gedachte en bovendien kwetst het de gevoelens van het Chinese volk.
China heeft zich altijd voor de mensenrechten ingezet. Vooral in de afgelopen dertig jaren, sinds de politiek van economische hervorming en openstelling, heeft China enorme economische en sociale vooruitgang geboekt, waardoor 200 miljoen mensen uit de sfeer van armoede zijn gekomen. Een open en onbevooroordeelde geest zal erkennen dat China grote vooruitgang heeft geboekt op het gebied van mensenrechten. Volgens de grondwet heeft de Chinese regering de plicht de mensenrechten te eerbiedigen en te beschermen en zich voortdurend in te zetten voor verbeteringen op dit gebied.
Wij zijn allicht bereid om, op basis van wederzijds respect, gesprekken en discussies met anderen aan te gaan over de mensenrechtenproblematiek. Onlangs heb ik openhartige gesprekken over verscheidene mensenrechtenaangelegenheden mogen voeren met de heren Eduard Nazarski, directeur van Amnesty International in Nederland, en Arjan Hamburger, Nederlands ambassadeur voor de mensenrechten. Zij waren het met mij eens dat politiek en sport gescheiden moeten blijven en erkenden de inzet van China op het gebied van de mensenrechten en de resultaten die daarbij zijn geboekt. Zij waren bovendien onder de indruk van het enthousiasme en de toewijding van de Chinese bevolking in het streven de Spelen voorspoedig te doen verlopen.
Prins Willem-Alexander en premier Balkenende zullen de Spelen bijwonen en Nederland zal zijn topatleten sturen om voor de medailles te strijden. Wij zullen uiteraard onze gasten zo goed mogelijk ten dienste staan en wensen al de atleten veel succes toe en een prettige tijd. In China voeren wij het motto ‘Eerst vriendschap, dan wedijver’. Ik geloof stellig dat onze Nederlandse gasten niet slechts veel medailles zullen behalen, maar in China ook veel vriendschappen zullen sluiten.