AnalyseTweespalt in de Kamer
Wel of geen onafhankelijk onderzoek naar corona-aanpak hakt Kamer in tweeën
De coronacrisis lijkt voorlopig onder controle. Is dit het moment om het tot dusver gevoerde beleid te evalueren? Coalitie en oppositie staan recht tegenover elkaar. Op de achtergrond sluimert het politieke gevecht om ‘de coronabonus’.
Nog maar 77 patiënten op de IC-afdelingen, slechts vijf nieuwe ziekenhuisopnamen. De laatste cijfers laten er geen twijfel over bestaan: zo’n drie maanden na het afkondigen van de lockdown is de pandemie vooralsnog succesvol bestreden. Er is weer ademruimte.
De vraag is nu vooral hoe die benut wordt. PvdA-voorman Lodewijk Asscher en SP-leider Lilian Marijnissen zijn er duidelijk over: ze willen dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de gekozen aanpak tot dusver. Voor 1 september moet er een rapport liggen met aanbevelingen om Nederland beter voor te bereiden op een eventuele tweede golf.
‘Het gaat niet om de schuldvraag’, zegt Asscher. ‘Maar als blijkt dat er dingen verkeerd zijn gegaan, dan zal het beter moeten. Daarom is het belangrijk dat onafhankelijke mensen het beleid gaan evalueren, een in action review.’
De coalitie voelt er niets voor. Dinsdag liep het voorstel vast met 75 tegen 75 stemmen: alle regeringspartijen tegen, alle oppositiepartijen voor. Als komende dinsdag opnieuw de stemmen staken, is het plan definitief van tafel. Ondertussen is er wel een mildere motie van de coalitie aangenomen met de oproep om alle maatregelen nog eens te bestuderen op hun effectiviteit. Het kabinet gaat er zelf mee aan de slag.
Gemaakte fouten
Waarom zijn de meningen zo verdeeld over een onafhankelijk onderzoek? Asscher zegt vooral lessen te willen trekken uit de afgelopen periode. De PvdA-leider wil zo bijvoorbeeld voorkomen dat er in het komende griepseizoen weer ‘een gigantische uitbraak’ in de verpleeghuizen komt. Hij wil onder onder meer weten waarom zorgpersoneel heel lang niet getest werd, hoewel Nieuwsuur deze week aantoonde dat er in maart meer capaciteit was dan gedacht. En waarom stonden verpleeghuizen achteraan bij het verdelen van de beschermingsmiddelen?
Rutte vindt het inschakelen van externe experts bij zo’n evaluatie een detail, maar voor Asscher is dat juist essentieel. ‘Een kleine groep heeft onder hele grote druk besluiten genomen. Dan ontstaat al snel de neiging om die besluiten te blijven verdedigen.’
Niemand rond het kabinet ontkent dat er de afgelopen maanden fouten zijn gemaakt. Op het ministerie van Volksgezondheid is het inmiddels een gevleugelde uitspraak onder ambtenaren: ‘We zien elkaar wel weer bij de parlementaire enquête’. Het kabinet heeft inmiddels ook al de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) gevraagd om de aanpak van de coronacrisis onder de loep te nemen. De verwachting is dat de uitkomsten zeker nog een jaar op zich laten wachten.
Het kabinet heeft geen haast. Betrokken bewindspersonen vergelijken zichzelf met brandweerlieden: die ga je ook niet tijdens het blussen vragen om te evalueren. ‘Een crisis evalueren midden in een crisis ligt niet voor hand’, meent ook premier Rutte.
Een ander bezwaar is volgens ingewijden dat er geen externe deskundigen te vinden zijn die in een paar maanden tijd zo’n ‘in action review’ kunnen uitvoeren. Bijna alle deskundigen zouden al betrokken zijn bij het kabinetsbeleid.
Populairder dan ooit
Naast de inhoudelijke argumenten spelen er ook politieke motieven bij de strijd om een onafhankelijk onderzoek, al zal niemand daar publiek over spreken. Geen politicus wil het verwijt krijgen in tijden van crisis spelletjes te spelen, maar ondertussen heeft de coronacrisis wel degelijk invloed op de machtsverhoudingen op het Binnenhof.
De positie van de regeringspartijen is de afgelopen maanden aanzienlijk versterkt. Het kabinet is populairder dan ooit, de VVD floreert in de peilingen en de waardering voor Rutte is in tijden niet zo hoog geweest.
Ook minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid (CDA), die een hoofdrol speelt in het coronabeleid, kan bij het grote publiek weinig fout doen. Niet alleen wordt hij volgens onderzoek van I&O Research inmiddels bijna net zo hoog gewaardeerd als Rutte, ook is zijn naamsbekendheid – een cruciale factor bij verkiezingen – de afgelopen maanden gestegen van 53 procent naar 83 procent. Op beide fronten scoort hij nu beter dan zijn interne rivaal voor het CDA-partijleiderschap, Wopke Hoekstra.
Verkiezingen
Peilingen zijn niet triviaal in een wereld waarin alle partijen zich opmaken voor de verkiezingen in maart. Bij de oppositie vermoeden ze dat een tussenevaluatie wordt geblokkeerd om te voorkomen dat het kabinetsbeleid voor de verkiezingen aan glans verliest.
Omgekeerd zien VVD en CDA vooral politieke motieven om het regeringsbeleid nog voor de verkiezingen te onderwerpen aan een onafhankelijk onderzoek. Zeker bij de verpleeghuizen zijn er inmiddels volop aanwijzingen dat er veel is misgegaan. De oppositie wil daar graag meer aandacht voor, ook omdat in hun ogen de ‘coronabonus’ voor het regeringsbeleid lang niet altijd terecht is.
Gesterkt door de gunstige opiniepeilingen durft het kabinet de wens van de gehele oppositie voorlopig te trotseren. ‘Voor de echte evaluatie moet je wat meer afstand nemen’, meent minister De Jonge. ‘Het is een buitengewoon grote klus. Dat kost gewoon tijd.’
Veel wapens heeft de oppositie voorlopig niet in handen. Een harde confrontatie zoeken met een populair kabinet is electoraal riskant. En zelfs als het voorstel van Asscher dinsdag toch nog wordt aangenomen, blijft de precieze vormgeving van het onderzoek een zaak van het kabinet. De oppositie moet dan maar afwachten hoeveel er in de praktijk terecht komt van zo’n tussentijdse evaluatie.