Weinig slenterwinkels

Carolien Omidi (28) woont sinds kort met haar Iraanse echtgenoot en hun dochtertje in Teheran. Leven in een islamitische maatschappij: hoe doe je dat als Nederlandse vrouw?...

Carolien Omidi

'Potverdomme, ik ben nog niet klaar hoor!' Iets alledaags als boodschappen doen kan in Iran voor een westerling de nodige frustraties opleveren. Ik dacht altijd dat ik de enige was die opgefokt raakt bij een bezoek aan de groenteboer. Deze week was ik samen met mijn Belgische vriendin Sandra in een kruidenierswinkel en ook zij schreeuwt het plotseling (in het Vlaams) uit. Wat is er aan de hand? Terwijl zij aan de beurt is en om appelsap, biscuit en vuilniszakken vraagt, komt er ineens een vrouw tussendoor met haar bestelling. De winkelier vindt dit heel normaal en helpt vervolgens eerst de pas binnengekomen vrouw.

Ergerlijk! Maar in Iran de normaalste zaak van de wereld. Kan me nu wel voorstellen hoe irritant het voor Iraniërs in Nederland moet zijn om op hun beurt te wachten, vooral als ze veel minder in hun kar hebben liggen dan degenen voor hen. Farid had hier altijd de grootste moeite mee.

Er zijn enorm veel van die kruidenierswinkeltjes. Ze zitten vaak naast elkaar en verkopen allemaal hetzelfde. Weinig hang- en slenterwinkels, wat dat betreft denk ik nog weleens met weemoed aan de Hema. Het is hier meteen van: 'Wat wilt u?' Ik wil niks, alleen maar hangen en slenteren. Je hebt wel de Refa, een warenhuis met etenswaren, kleding, speelgoed en elektronica. Je waant je daar bijna in Nederland, alleen de vanillevla ontbreekt helaas, zoals overal in Iran. Wel hebben ze Gouda cheese, zoals de verpakking wil doen geloven.

Perzisch eten is heerlijk, maar er inkopen voor doen valt niet altijd mee. Kruiden zus, flesje zo. Na een paar keer met het verkeerde te zijn thuisgekomen, heb ik een nieuwe strategie ontwikkeld. Ik ga naar een winkel en zeg wat ik die dag zou willen eten. Dan zitten daar een paar van die oude mannetjes die dan lekker met elkaar gaan bakkeleien over wat er allemaal in moet. Een vermakelijk schouwspel en het verschaft hun weer gespreksstof.

De service verschilt erg. Soms doen de winkeliers weinig moeite je te helpen. Je kunt vaak ook nergens bij. Dan zeggen ze: 'Nee, we hebben geen broeken voor meisjes van twee.' (Ze houden zich hier niet zo bezig met maten, drukken alles uit in leeftijden.) En dan zie ik achter de toonbank een hele stapel liggen, waar ik vast iets geschikts tussen zou vinden, als ik alleen maar even mocht rommelen. Maar daar hebben ze dan geen zin in, 't geeft zo'n rotzooi.

Ook heb ik weleens gehad dat ik een kledingzaak binnen stapte waar de verkoper, voordat ik nog maar iets had gezegd, zei: 'Nee, we hebben niets dat u zou passen, u bent veel te lang.' Denk nou niet dat ik de twee meter nader: met mijn 1,70 ben ik weliswaar langer dan de gemiddelde Iraanse vrouw, maar toch niet buitenissig. In zo'n winkel wil je toch al helemaal niets meer kopen!

Maar Iran is een land van uitersten, dus natuurlijk heb je dan ook weer zaken waar je met zo'n hoffelijkheid wordt behandeld dat het bijna gênant is. Neem nou dat kruidenierswinkeltje, zo'n tien minuten lopen van ons huis. Daar is het altijd van: 'Hoe gaat het met u, en met Yeganeh? Ik zal de boodschappen wel even naar de auto brengen. U kunt ook altijd bellen, dan bezorgen we de bestelling gratis. Wat, u bent komen lopen? Nou, dan breng ik het wel even naar uw huis hoor.' Wanneer ik dan zeg dat dat echt niet hoeft en ik de boodschappen in mijn rugzak stop, staan ze gek te kijken. Dat kan toch echt niet: een vrouw met zo'n zware rugzak laten lopen. Die bezorgdheid over mijn welzijn heb ik bij Nederlandse winkeliers nog niet mee mogen maken.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden