Weg met de spektakelbeschaving

Nu de hectiek na zijn Nobelprijs is weggeëbd, heeft Mario Vargas Llosa zijn vaste schrijfritme weer te pakken. In zijn appartement in Madrid spreekt hij over zijn nieuwe roman en over het verdwijnen van cultuur als een kritische manier van denken. 'Voetballers en rocksterren geven de toon aan.'

MAARTEN STEENMEIJER

Het gesprek zou plaatsvinden in zijn woning in Parijs. Toen werd het Madrid, waar de Peruaanse schrijver ook een deel van het jaar woont. Het bleef Madrid, al kwam er drie dagen voor de afgesproken datum toch nog een mailtje: 'door onvoorziene omstandigheden' moest het een dag later worden. 'Het is altijd een gekkenhuis met Mario', zo verontschuldigde de assistente van de schrijver zich.

Llosa woont in hartje Madrid in een oud, statig appartementengebouw aan de rand van een pleintje. Daar voelt hij zich thuis. 'Van buitenwijken hou ik niet. En zo'n huis op het platteland waar Engelse schrijvers zo dol op zijn, is ook niks voor mij. Alles is dichtbij van hieruit.' Dat hij vaker dan hem lief is wordt herkend op straat neemt hij voor lief.

De Nobelprijswinnaar van 2010 maakt een ontspannen indruk. De vele kunstvoorwerpen en talrijke stapeltjes boeken in zijn appartement staan de aangename indruk van ruimtelijkheid niet in de weg. Afwezig is de ernst of zelfs gekweldheid die hij vaak uitstraalt als hij in het openbaar spreekt. Wat misschien ook scheelt, is dat de storm na de Nobelprijs is gaan liggen. De zeer gedisciplineerde schrijver ('van Flaubert geleerd') heeft het vertrouwde ijzeren ritme min of meer weer te pakken: van maandag tot en met zaterdag vroeg uit de veren om tot het begin van de middag te werken aan een boek en op zondag aan de slag met de paginagrote column die hij al tientallen jaren voor een groot aantal kranten schrijft. 'De Nobelprijs was een sprookje van een week. Daarna kwam de nachtmerrie van verplichtingen die een jaar duurde.' (Vette lach:) 'Maar mij hoor je niet klagen over de Nobelprijs!'

In september verschijnt zijn nieuwe roman, El héroe discreto (De bescheiden held). Voor het eerst in ruim vijftien jaar is dat weer een roman die helemaal in Peru is gesitueerd. Llosa legt uit: 'Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de enorme veranderingen die het land de laatste jaren heeft ondergaan. De laatste drie regeringen hebben een goed en consequent beleid gevoerd. Er is een stabiele politieke en economische situatie ontstaan die het mensen uit de lagere klassen mogelijk heeft gemaakt zich op te werken. Peru is nu een open samenleving waarin mensen worden gestimuleerd om initiatieven te ontplooien.

'Er is een mooi voorbeeld uit de stad Ayacucho, waar de maoïstische terreurbeweging Lichtend Pad het leven jarenlang ontwrichtte. Daardoor konden er op een gegeven moment geen frisdranken meer naar de stad worden vervoerd. Een eenvoudige familie begon toen in de keuken van hun boerderijtje een eigen cola te brouwen, Kola Real. Zij zijn nu een van de rijkste families van Peru met fabrieken in Latijns-Amerika en Azië.'

Ik vraag naar de kiem van de roman. Een nieuwsbericht, antwoordt Llosa onmiddellijk: 'Een kleine ondernemer in het provinciestadje Trujillo weigerde zich te laten afpersen door de lokale maffia. Hij zette een advertentie in de krant met de boodschap: 'Ik weiger jullie het geld te geven dat ik heb verdiend.' Dat bericht gaf mij het idee voor een personage van eenvoudige komaf, dat in contact komt met Don Rigoberto, de esthetische erotomaan uit Lof van de stiefmoeder. Ook andere oude bekenden uit mijn werk komen terug in De bescheiden held, zoals kolonel Lituma uit Het Groene Huis en De geesten van de Andes.'

Vorig jaar publiceerde Vargas Llosa La civilización del espectáculo, een bevlogen, vlijmscherpe kritiek op de hedendaagse spektakelbeschaving. Het boek opent met een apocalyptische voorspelling: 'De cultuur staat op het punt te verdwijnen.' Dat is nogal dramatisch geformuleerd, zo zegt de schrijver nu. Maar hij meent het wel: 'De antropologische betekenis dat cultuur alle menselijke scheppingen en al het menselijk handelen omvat, is nu algemeen geworden. Tegenwoordig wordt er gesproken over 'de cultuur van de pedofilie' en 'de cultuur van de nazi-esthetica'. Vroeger waren dit soort fenomenen onverenigbaar met het begrip 'cultuur'. Cultuur in de oude zin van het woord is een Europese uitvinding, een kritische manier van denken die een tegenkracht vormde in de kunsten, de literatuur en ook in het christendom. Met deze manier van denken konden grote sociale, politieke, morele en religieuze problemen worden geanalyseerd en verklaard, en konden er alternatieven worden bedacht. Deze cultuur, een rijke bron van vrijheid, heeft zijn oorsprong bij de oude Grieken en vormt het fundament van de westerse beschaving. Het is de cultuur van een elite maar met een uitstraling naar de hele samenleving.'

De cultuur van het kritisch denken maakt hoe langer hoe meer plaats voor een banale, frivole cultuur waarin het vermaak de dienst uitmaakt, zo stelt Llosa in zijn boek. In zo'n cultuur heeft de intellectueel geen stem van betekenis meer, maar wijzen beroemde voetballers en rocksterren de weg, geeft de schandaalpers de toon aan en heeft de bestseller het literaire boek verdrongen. Vargas Llosa betreurt de marginalisering van de hoge cultuur die tot voor kort richtinggevend was. 'Het onderscheid tussen mooi en lelijk, goed en slecht, origineel en herhaling is aan het verdwijnen. Het is bijna ironisch dat niet de grote sociale utopieën (nazisme, communisme) de oude westerse cultuur hebben verdreven, maar het frivole spel en het bedrog. Het ergst zijn de beeldende kunsten eraan toe. Als Damien Hirst in een van de belangrijkste musea ter wereld kan exposeren, dan is er iets goed mis. Niemand die goed bij zijn hoofd is zal durven beweren dat Hirst een groot kunstenaar is. Dat vindt hij zelf ook niet. Hij is veel eerlijker dan de critici en galeriehouders die van hem een van de toonaangevende figuren van de hedendaagse kunst hebben gemaakt.'

Kopstukken uit de filosofie krijgen eveneens de wind van voren. Ook zij hebben hun steentje bijgedragen aan de spektakelbeschaving. 'Baudrillard is een intelligente man bij wie ik ooit college volgde. Maar zijn opvatting dat de werkelijkheid alleen in beelden bestaat, is puur intellectueel spel. Derrida is nog veel erger. Hij heeft de literatuur afgesneden van onze ervaring door haar te beschouwen als puur taalspel.' Literatuur als teksten die alleen naar zichzelf verwijzen: het is een opvatting die haaks staat op het humanistische denken van Vargas Llosa, die filosofen als Derrida bovendien verwijt dat ze zich uitdrukken in een taal die alleen voor ingewijden te begrijpen is. 'De culturele elite is daarmee een coterie geworden.'

Toch deelt Vargas één ding met de poststructuralistische en deconstructivistische filosofen die hij te lijf gaat: een grote bewondering voor Borges. 'Borges zei het zelf: hij had veel gelezen en weinig meegemaakt. Zijn fundamentele ervaringen zijn dus intellectueel van aard. Daarmee schiep hij een geniale literatuur die weinig te maken heeft met de werkelijkheid. Maar wat Borges onderscheidt van de filosofen die hem bewonderden, is dat zijn werk niet frivool is maar authentiek. Zijn scepsis over het bestaan van de werkelijkheid is niet alleen speels maar ook serieus.'

Literatuur, zo schreef Vargas Llosa ruim dertig jaar geleden, maakt mensen niet gelukkig. Integendeel: literatuur maakt mensen 'geschikter voor het ongelukkig zijn'. Hij is het daar nog steeds mee eens. Kan hij dat uitleggen? 'Literatuur bezorgt ons een groot genot, verrijkt onze sensibiliteit en stimuleert onze verbeelding. Maar de grote literatuur en cultuur wekken ook een groot gevoel van ontevredenheid op. Ze laten ons zien hoe nietig we zijn in vergelijking met onze verlangens. Uit het bewustzijn van deze kloof tussen werkelijkheid en verlangen komen de kritische geest en de behoefte om dingen te veranderen voort, die de motor van de vooruitgang vormen. Precies daarom hebben dictaturen een broertje dood aan de grote literatuur en cultuur: ze voeden de ontevredenheid, de kritische geest, de drang om dingen te veranderen.'

Over kritiek gesproken: Vargas Llosa ligt met name in de Spaanstalige wereld al jaren onder vuur vanwege zijn liberale ideeën. Bestaan er niet veel misverstanden over zijn liberalisme? 'Het liberalisme heeft nooit diep wortel geschoten in de Spaanstalige wereld. En er zijn inderdaad veel misverstanden. De grote triomf van dogmatisch links is dat ze het liberalisme hebben weten te vereenzelvigen met uitbuiting, een kille houding jegens sociale problemen en een rechtvaardiging van de hebzucht. Ook liberale economen hebben voor misverstanden gezorgd, zoals het idee dat het liberalisme alleen maar de vrijemarktgedachte omvat. Maar het liberalisme is niet alleen een economische aangelegenheid. Het liberalisme omvat vrijheid op alle terreinen: economisch, politiek, sociaal, individueel... Daarom is de best functionerende democratie een liberale democratie.'

Ik krijg nauwelijks de kans om mijn laatste vraag te formuleren over het recente besluit van Philip Roth, drie jaar ouder dan Llosa, om nooit meer te schrijven. Een vette lach onderbreekt mij: 'Als echte schrijvers dat zeggen, moet je ze niet geloven. En Philip Roth is een echte schrijver. Die gaat heus wel weer schrijven.'

De Nederlandse vertaling van Mario Vargas Llosa's nieuwe roman De bescheiden held zal in maart 2014 verschijnen bij uitgeverij Meulenhoff.

Llosa geeft zaterdag 8 juni om 14.30 uur de Nexus-lezing in Tilburg over 'The Future of Humanism'.

EERSTE ZINNEN VAN MARIO VARGAS LLOSA

De sergeant werpt een blik op zuster Patrocinio, de horzel zit er nog steeds. De motorboot deint op het woelige water, tussen twee muren van bomen waar een brandend hete, kleffe damp uit opstijgt.

Uit: Het groene huis (1966)

De man was lang en zo mager dat het leek alsof je hem altijd en profil zag. Zijn huid was donkerbruin, zijn botten staken uit en in zijn ogen brandde een eeuwig vuur.

Uit: De oorlog van het einde van de wereld (1981)

Ik ben naar Florence gekomen om Peru en de Peruanen een tijdje te vergeten en nu ben ik dat ongelukkige land hier, vanochtend, volkomen onverwacht tegengekomen.

Uit: Het woord van de verteller (1987)

Urania. Haar ouders hadden haar geen plezier gedaan; haar naam deed denken aan een planeet, aan een mineraal, aan alles behalve de lange, slanke vrouw met de verfijnde gelaatstrekken, de glanzend bruine huid en de grote, donkere, enigszins droevige ogen, die haar in de spiegel aankeek.

Uit: Het feest van de Bok (1996)

DUIZELINGWEKKEND

'Het schrijven van een roman betovert mij nog net zo sterk als de eerste keer, het is een ervaring die net zo vol en duizelingwekkend is als dagen, weken en maanden lang onafgebroken met je geliefde vrijen.'

Uit Vargas Llosa's Nobelprijsrede Elogio de la lectura y la ficción ('Lof van de lectuur en de fictie', 7-12-2010, nog onvertaald)

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden