Column
We zijn bang omdat we een zondebok nodig hebben
'Het gevaar van de schadelijke stoffen in ons eten is grotendeels imaginair', aldus Martijn Katan, biochemicus en emeritus hoogleraar voedingsleer, zaterdag in NRC Handelsblad.
Talloze gevaren zijn imaginair. Het gevaar van genetisch gemodificeerd voedsel, of het gevaar van moslims.
Als het gevaar imaginair is, moeten wij de angst die dat gevaar oproept serieus nemen? En zijn grotendeels imaginaire gevaren van wanen te onderscheiden? De moslim is slecht. De witte man is slecht. De eigen wankele identiteit kan worden versterkt door middel van morele zelfgenoegzaamheid; als de ander slecht is, ben ik goed.
Is dat de enige reden waarom mensen zo dol zijn op imaginaire gevaren? Vermoedelijk ook omdat men de eigen sterfelijkheid en het verval niet onder ogen wenst te zien. Zelfs in een perfecte wereld zullen wij aftakelen en sterven. Om dat besef te verdringen, én om het eigen ik overeind te houden, zoekt men een zondebok.