Week uit
We nemen de week door met worstenmaker en columnist Samuel Levie, vlak voor zijn Laatste Avondmaal
De week is af, we nemen diepte- en hoogtepunten door met worstenmaker, ondernemer en columnist Samuel Levie.
Even lijkt het of hij in de eerste zin meteen maar zijn dieptepunt van de week wil melden. Samuel – bleek als de maan en met kleine oogjes – meldt in zin één dat de school van zijn oudste dochter de hele week dicht is vanwege een lekkage. Dat kan na het afgelopen jaar zelfs de meest stabiele vaders en moeders over het randje duwen. Maar nee, dat witte hoofd en die streepogen komen door wat anders, iets nog uitputtenders: ‘Ik heb een podcastverslaving.’
Vorige week ging het nog goed, gewoon niet die telefoon mee de kamer in nemen, boek in bed: prrrima. Maar toen kwam er zo’n nacht dat je schapen kunt tellen tot je een ons weegt, en dacht hij: dan kan ik net zo goed een podcast luisteren. Einde zoek. ‘Er is een oceaan aan goede dingen, van de NRC-podcast om vijf uur ’s ochtends tot The Daily van The New York Times laat in de avond, die luister ik sowieso altijd. Maar ook Met Groenteman in de Kast, Brand in het landhuis, de hele rambam.’ En dan is dit het resultaat. ‘Ik heb het gevoel dat ik in een hoekje wil wegkruipen, ik voel algemene tegenzin. Terwijl ik normaal alles leuk vind en vol energie zit.’
Dat slechte slapen komt ook omdat deze week zijn podcast Het laatste avondmaal live gaat. ‘Mensen gaan er iets van vinden, ook omdat het een soort opvolger is van Cheft, de supergoede podcast van Hiske Versprille. Het is alsof mijn nieuwe kind wordt geboren en ik tegelijkertijd andermans schoenen moet aantrekken terwijl ik niet weet wat mijn eigen maat is.’ Hoewel de spanning onder de streep positief is, want koken en ondertussen met mensen over het leven praten is sowieso wat hij het liefst doet – met of zonder microfoon erbij.
Nou, er is misschien iets nog leukers: dit weekend gaat hij met zijn dochters van 2 en 5 jaar logeren op zijn varkensboerderij in de Achterhoek, in een pipowagen. Iets om naar uit te kijken, als zijn ogen weer open zijn.