'We genieten van de lusten en we accepteren de lasten'
'De alles-is-anders-show', noemt Rob Faas, de voorzitter van FC Lisse, zijn kennismaking met de topklasse van de zaterdagamateurs. Zijn ploeg is er tot dusver niet in geslaagd gelijkwaardig voetbal in klinkende resultaten uit te drukken.
'Het ontbreekt ons aan effectiviteit', aldus Rob Faas vlak voor het duel met ARC. Na afloop meldt broer Jan Kees, als verslaggever van Radio Bollenstreek, in het zaterdagse sportprogramma dat 'FC Lisse, dank zij de dik verdiende 3-1 zege, ARC alleen achterlaat op de tot vandaag gedeelde laatste plaats'. En als de radioverbinding is verbroken roept Jan Kees zijn directe omgeving op tot de oprichting van 'de Koen Fokkema-fanclub', de 19-jarige uitblinkende linksbuiten van FC Lisse.
ARC de Triomphe, heet het domein van de businessclub op het riante sportpark Zegersloot in Alphen aan den Rijn. Daar blijkt dat er leven is in de kelder van de topklasse. Niet alleen omdat de businessclub deze middag een contract afsluit met het Ronald McDonald Huis in Leiden. Voor elke treffer van ARC gaat 200 euro naar het goede doel.
Dankzij een kopbal, de gelijkmaker (1-1) vlak na rust, van ARC'er Mitchel Beijersbergen blijft het bij 200 euro. Voor 900 toeschouwers speelt FC Lisse veel doortastender en is de ploeg ook veel meer een eenheid. Het doet het ergste vrezen voor de totale opbrengst aan het eind van het seizoen.
'We zullen boven onszelf moeten uitstijgen', zegt trainer Edwin Vurens. 'FC Lisse heeft ons overklast, we waren veel te slordig in balbezit. Er zal snel iets moeten gebeuren. Om in de topklasse te blijven, moeten we wel vier ploegen onder ons houden. De topklasse is toch nèt iets anders is dan we gewend waren. Het niveau is hoger, de tegenstander meedogenlozer. Maar dat kwaliteitsverschil maakt de topklasse tegelijk ook aantrekkelijk.'
'De topklasse is het succes van de gereformeerde dorpen', zegt de verslaggever van Radio Bollenstreek, nadat hij nogmaals het talent van Koentje Fokkema heeft bezongen. 'Koen speelde vorig jaar nog in de derde klasse bij DSS in Haarlem. Bij ons breekt nog talent uit Lisse zelf door. Maar kijk eens naar de gereformeerde dorpen als Spakenburg, Katwijk, Genemuiden, Rijssen en Harkema. Prachtige bolwerken en genoeg geld om spelers van ver aan te trekken.'
'Bij ons komen nog acht jongens van het dorp of de fiets naar de training', zegt trainer Misha Salden van FC Lisse. 'Toen we tegen Spakenburg speelden, haalden zij na rust twee ex-profs (Steur en Woudenberg) van de bank. Ik zette twee uit de A-junioren doorgestroomde reservespelers in.
'FC Lisse heeft een bewuste keuze gemaakt door ook in de topklasse voor de eigen jeugd te gaan. Dat heeft consequenties, maar ik twijfel er niet aan dat we het ook op onze manier redden.'
Lisse is altijd voor de topklasse geweest' zegt voorzitter Rob Faas. 'Omdat we geloven in niveauverbetering door de samenbundeling van topclubs. Maar we hebben ook gezegd: de topklasse is prima, maar niet ten koste van alles. Budgettair hebben we niets extra's willen doen voor ons eerste elftal. Dat heeft ook te maken met de verschraling van de sponsormarkt.
'We missen nu drie drukbezochte Bollenstreekderby's, tegen Noordwijk, Quick Boys en Ter Leede. Maar we trekken gemiddeld 1.200 tot 1.500 toeschouwers. Wat ons betreft is de topklasse daarmee een succes.'
Collega-voorzitter Gerard van der Klauw van ARC was een fervent tegenstander van de komst van de topklasse. 'Ik voorzag een nieuwe laag onder het betaald voetbal en daarop zaten we hier niet te wachten.
'Wat moeten we met profvoetbal binnen een cirkel van Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag? Op een tweede RBC of Almere City, met alle respect, zit niemand te wachten. Maar na 14 competitieduels ben ik helemaal om. We hebben organisatorisch ook niet echt veel hoeven te veranderen. We hadden al de nu verplicht gestelde stewards. We zijn blij dat het contract met RTL7 over televisie-uitzendingen nog niet is doorgegaan. Daardoor kunnen we onze eigen sponsors tevreden stellen.
'Ik zie op alle fronten winst dank zij de topklasse: speltechnisch, maar ook organisatorisch. We leren van elkaar. De topklasse is voor ons geen must, wel een uitgesproken wens. Alphen is een groeistad met meer grote amateurclubs.
'Bij die status hoort een topklasser. Mijn zorg is alleen, waar eindigt ons budget? Nu al worden we benaderd door vroegere semiprofs of buitenlandse spelers die wel naar ARC willen komen. Daar doen we dus niet aan mee. Ze kunnen komen, maar wel op onze voorwaarden. De belangrijkste daarvan is dat we er voor de hele club zijn.'
