Wat is er geworden van 'het droogkapmeisje'?
De afgebeelde vrouw op de doos van een oude droogkap liet filmmaker Susanne Helmer niet los. Aan V vertelt ze over de fantasieën en de opsporing die volgden.
Vier euro kostte het apparaat, op een rommelmarkt in Duitsland. Een opblaasbare haardroogkap uit de jaren zeventig. Het oudere echtpaar dat 'm verkocht, bezwoer haar dat hij nog werkte. Maar Susanne Helmer was vooral geïnteresseerd in de verpakking. Eenmaal thuis bleef ze kijken naar de jonge vrouw die op de doos stond afgebeeld.
Na de foto
'Ik vroeg me af hoe het haar na die foto was vergaan', zegt Helmer (1969). 'Zou die afbeelding nog iets voor haar betekenen? Ze leek me niet iemand die per se fotomodel wilde zijn. Ik probeerde aan de hand van de afbeelding haar levensverhaal te raden en wilde dat toetsen aan de werkelijkheid. Zo ontstond het plan haar te gaan zoeken.'
Het resultaat - vele jaren later - is de bijzondere film Melanie, een droogkomische en licht absurdistische combinatie van fictie en documentaire. Helmer, van huis uit geluidsvrouw en radio- en televisiemaker, besloot haar fantasieën over het leven van haar hoofdpersoon na te spelen. Ondertussen begon ze met een serieuze zoektocht naar het dromerige meisje onder de droogkap. Die zoektocht bracht haar eerst naar Duitsland, op het kantoor van postorderbedrijf Quelle (dat kort daarna failliet ging) en vervolgens naar de andere kant van de wereld.
Om maar meteen een eventueel misverstand uit de weg te ruimen: de delen van de film waarin de filmmaakster Melanie opspoort, zijn echt. Daar is niets aan verzonnen, al word je makkelijk aan het twijfelen gebracht door de vervreemdende sfeer van de film. Die sfeer ontstaat vooral door het andere gedeelte, waarin Helmer het mogelijke leven van het fotomodel in scène zet. Ze neemt zelf alle rollen voor haar rekening - ook die van de mannen.
Eigenzinnige doe-het-zelfmethode
'Ik vind het leuk om rare dingen te maken', legt Helmer uit. De fictieve scènes nam ze in haar eentje op, voor een greenscreen, zodat de achtergrond in de computer vervangen kon worden door een ander beeld. Bijvoorbeeld van een jaren-zeventig-woonkamer, gevonden in een oud interieurboek. 'Chromakey heet die techniek. Handig, dan kun je op een bank gaan zitten die er niet is.' De geluidsband komt uit bestaande films, waar ze toepasselijke dialogen uitknipte om te playbacken.
Een behoorlijk eigenzinnige doe-het-zelfmethode, deels geboren uit geldgebrek ('Ik kon geen acteurs inhuren'), maar ook uit Helmers voorliefde voor vervreemdende effecten. Eerder maakte ze al korte filmpjes over het decoratief verknippen van planten of het maken van een kaasfluit, en eentje waarin ze een aflevering uit Goede Tijden, Slechte Tijden playbackt.
'Totaal onzinnig natuurlijk', zegt ze. 'Maar het gekke is dat je toch gaat geloven wat je ziet.' Dat klopt: als Helmer een snor opplakt en er een zware stem uit haar mond lijkt te komen, ben je er al gauw van overtuigd dat je naar een man zit te kijken. Dat er desondanks iets blijft wringen, is precies de bedoeling. Elke filmmaker construeert de werkelijkheid, legt Helmer uit, maar bij haar gebeurt dat nogal opzichtig.
Verwarring
'Waar het mij natuurlijk om gaat, is dat je met film altijd aan het manipuleren bent. Dat geldt ook voor het documentaire gedeelte. Daaraan is niks gelogen, maar evengoed is het een constructie. Als kijkers gaan twijfelen of het wel echt is, vind ik dat niet erg. Ik wil het publiek absoluut niet misleiden, maar een beetje verwarring vind ik wel leuk.'
Het echte leven van Melanie, zo blijkt uit Helmers speurwerk, verliep heel anders dan de regisseur zich had voorgesteld. Melanie is getrouwd met de knappe Heino, een Duitse versie van Antonio Banderas, en is verbaasd dat iemand een film over haar wil maken. Ze heeft toch een heel gewoon leven? Toch ontvangt het echtpaar de regisseur met open armen.
'Het zijn ontzettend aardige mensen', vertelt Helmer. 'Ik heb een week bij hen gelogeerd. We hebben ons kapot gelachen, ik mocht mee met al hun bezigheden: golfen, tennissen.' Dat ze voor de film hun beste beentje voorzetten, past precies bij de vragen die Helmer wil oproepen over echtheid. Melanie en Heino zijn openhartig, maar in zekere zin ook uitgekookt in de wijze waarop ze zich presenteren. 'Natuurlijk maakten ze van zichzelf een soort plaatje. Ze hadden allebei een week gevast voordat ik aankwam.'
In eerste instantie, zegt Helmer lachend, dachten Melanie en Heino dat ze in een soort Hollywoodproductie zouden terechtkomen. 'Ze waren helemaal zenuwachtig. Ik moest hun verwachtingen bijstellen en vertellen dat het om een vage, niet-gebudgetteerde kunstfilm ging. Dat hebben ze ook volledig geaccepteerd.'
Schoonheid van het alledaagse
Behalve in het spel met fictie en werkelijkheid, lapt Helmer wel meer regels aan haar laars. Verwacht geen dramatisch breekpunt in Melanie, zoals in het tv-programma Het mooiste meisje van de klas, waaraan de documentaire soms doet denken. Onthullingen zijn er, maar van een bescheiden kaliber. Voorzichtig breekt de film daarmee een lans voor de schoonheid van het alledaagse: ook in een gewoon leven kun je je met plezier verdiepen.
Ze heeft er wel mee geworsteld, vertelt Helmer. 'Ik heb me vaak afgevraagd of de film wel interessant genoeg zou worden. Ik was bang dat kijkers zouden denken: wat heb ik met die mensen te maken? Als je niet mee wilt gaan in mijn zinloze missie, is het natuurlijk sowieso niks. Aan de andere kant kan een film over een belangrijk, groot onderwerp net zo goed totaal mislukken. En er worden al zo veel verschrikkelijke verhalen verteld. We leven in een behoorlijk gestoorde wereld, het kan ook wel eens fijn zijn als een film nergens over gaat.'
Geen camp
Daarmee doet de regisseur zichzelf tekort: Melanie gaat wel degelijk ergens over, al dringt het zich niet zo nadrukkelijk op. Terloops schetst Helmer een beeld van een verdwenen wereld. De 'kleurrijke jaren zeventig met rare onderbroeken', zoals ze het noemt, bestaan niet meer. De dikke postordergidsen van Quelle, waarvoor Melanie poseerde, zijn geschiedenis - ten onder gegaan aan het internetwinkelen. In haar ouderlijk huis getuigt Melanies roze-bloemige meisjeskamer, door haar moeder volledig intact gelaten, van het verstrijken van de tijd.
Helmer toont het met evenveel humor als oprechte aandacht. Het was belangrijk, zegt ze, dat ze Melanie en haar man nooit belachelijk zou maken. 'Het moest geen camp worden, al had dat gemakkelijk gekund, met al die seventies-dingen. Ik wilde hen absoluut respecteren.' Melanie heeft niet voor niets onder een haardroogkap gezeten.
Melanie gaat op 24/9 in première op het Nederlands Film Festival en is daarna ook te zien op 26 en 29/9.
Ook op het Nederlands Film Festival: Ton Kas in Lek
De harde misdaadfilm van Jean van de Velde (2000) lijkt vriendelijk te beginnen. Ton Kas zingt in een gouden microfoon Kleine Jongen van André Hazes, de ogen op het karaokescherm gericht. Zijn vrienden, leren jackies, zingen mee en houden aanstekers omhoog. 'Je moet bedenken dat jij straks gaat beseffen dat eerlijk het langste duurt, geloof me maar.'
Ach, een feestje. Totdat blijkt dat ze tegen een man zingen die bloedend met een strop om zijn nek klaar staat tot Kas het opstapje wegtrapt. Kale kop, kille ogen, Amsterdams accent en een kort lontje: wie na Lek nog een foute gangster nodig had, belde Kas.