'Wat heb jij verdomme over mij verteld?'

Kinderen voelen zich niet veilig in hun contacten met Jeugdzorg. 'Wij zijn te vertrouwen, zeggen ze, maar je ouders weten daarna toch wat je hebt gezegd.'

VAN ONZE VERSLAGGEEFSTER ANNEKE STOFFELEN

OLDENZAAL/DEN HAAG - Maandenlang heeft Anna moed verzameld. Vanmiddag heeft ze een afspraak met de vertrouwenspersoon van haar middelbare school. Ze is zenuwachtig, maar vastbesloten: vandaag gaat ze eindelijk iemand vertellen over al die keren dat haar vader haar in elkaar heeft geslagen. Hoe ze al jaren haar best doet om blauwe plekken en schrammen te verbergen, bijvoorbeeld bij het omkleden met gym.

Aan het begin van het gesprek zegt de vrouw dat Anna niet bang hoeft te zijn. Ze kan in vertrouwen over haar probleem vertellen. Samen zullen ze zoeken naar een oplossing. En dus doet Anna haar hele verhaal. Als het meisje 's avonds thuiskomt, schrikt ze zich kapot. Haar vader is woest. 'Wat heb jij verdomme allemaal over mij lopen vertellen?', schreeuwt hij door de gang. Hij pakt Anna beet, rammelt haar door elkaar, en geeft haar harde trappen.

Achteraf blijkt dat de vertrouwenspersoon van school meteen diezelfde middag Anna's ouders heeft opgebeld, om een afspraak te maken voor een gesprek over de beschuldigingen van mishandeling van hun dochter. 'Dat is toch niet te geloven, hoe dom kun je zijn?', zegt de blonde Anna (inmiddels 20) fel. 'Dan noem je jezelf hulpverlener. Maar je kunt een kind zo in levensgevaar brengen.'

Anna is een van de tien jongeren die komende maandag op een conferentie in Den Haag aan pakweg honderd hulpverleners gaan vertellen wat er misgaat in hun omgang met kindermishandeling. Dat is bijzonder. Huiselijk geweld is een gevoelig onderwerp, waarover jongeren niet makkelijk in het openbaar praten. En in de jeugdzorg gaan discussies wel vaker over hoofden van kinderen heen. Zo raadpleegde de Tweede Kamer bij het debat over de nieuwe Jeugdwet zo ongeveer iedereen, behalve jongeren zelf.

Stichting Alexander en de Bernhard van Leer Foundation willen daar verandering in brengen. De afgelopen drie jaar hebben zij kinderen uit het hele land aan het woord gelaten over hun ervaring met huiselijk geweld. Er zijn filmpjes (met Playmobil-poppetjes), stripverhalen en kijkdozen gemaakt. De resultaten staan in een boekje, dat maandag wordt gepresenteerd op de slotconferentie 'Ik wil je iets vertellen'.

In de praktijk denken veel hulpverleners vooral vanuit hun eigen organisatie en vanuit protocollen, blijkt uit verhalen van kinderen. 'Gesprekken worden bijvoorbeeld vaak in van die vergaderhokjes gehouden', zegt Kitty Jurrius, directeur van Stichting Alexander. 'Dat vinden kinderen verschrikkelijk, daar klappen ze dicht.' Zoals een 13-jarige jongen het in het boekje uitdrukt: 'Als je gewoon gaat zitten aan een tafel op een stoel tegenover elkaar dan is het ook gelijk al zo'n interviewgevoel.'

Levensverhaal

De conferentie is voorbereid met kinderen die vrijwel allemaal uit huis zijn geplaatst nadat de mishandeling aan het licht was gekomen. Elke jongere aan de tafel in Oldenzaal heeft zijn eigen levensverhaal, en daarover praten gaat niet zo makkelijk. Maar als Anna eenmaal iets heeft verteld over waar het bij haar misging, buitelen de jongeren bijna over elkaar heen om te vertellen over hun ervaringen. En die zijn verrassend eensgezind.

Zo winden veel kinderen zich er over op dat soms gedaan wordt alsof gesprekken geheim blijven, terwijl dat niet zo is. Damian (16), een drukke prater en de grapjas van het stel: 'Ze zeggen dan: we zijn te vertrouwen. Maar je ouders weten daarna toch alles wat je hebt gezegd. Jeugdzorg schrijft alles op in zo'n verslag.'

Volgens Anna verschuilen hulpverleners zich te gemakkelijk achter het protocol kindermishandeling, dat voorschrijft dat een beroepsgeheim mag worden geschonden als een kind in gevaar is. 'Maar dan moeten ze de situatie niet nóg gevaarlijker maken door zonder nadenken ouders op te bellen.' Anna is daarom tot haar 18de 'para' geweest voor therapie, zegt ze. 'Ik was altijd bang dat wat ik zei, toch weer bij mijn ouders terecht zou komen. Dus vertelde ik liever niks.'

De afgelopen jaren heeft de overheid met campagnes enorm ingezet op het signaleren van kindermishandeling.'Het houdt niet óóóp, niet vanzelf', zingt Sharon (14) het reclamefilmpje na. Met een spottende blik in haar blauwe ogen. 'Ik snap niet waarom in die reclames nooit echte mensen zitten, het is allemaal zo fake.' De aandacht heeft er wel toe geleid dat het aantal mensen dat contact opnam met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling is gestegen van 38 duizend in 2004 naar 65 duizend in 2012.

De vraag is echter hoe er vervolgens wordt omgesprongen met vermoedens van kindermishandeling. Neem het verhaal van Priscilla (16). Zij werd vanaf haar tweede jaar tot aan haar twaalfde stelselmatig fysiek mishandeld door haar moeder. 'Er waren echt wel mensen die het wisten hoor. En dan kwam er weer iemand thuis langs om te praten. Maar mijn moeder is een topactrice. Tegen zo'n leraar of hulpverlener deed ze poeslief. Ze maakte er een mooi verhaal van, die mensen gingen weg en dan begon het feest opnieuw.'

Damian: 'Ja, ik ken dat, als ze vertrokken zijn, dan valt de spiegel weer in zestigduizend stukjes!' Hulpverleners prikken verbazingwekkend slecht door het toneelstukje van ouders heen, zeggen deze jongeren. 'Ze luisteren sowieso eigenlijk alleen naar de ouders', zegt Damian. 'Die zeggen dan dat het aan het kind ligt, het is zo'n lastige jongen en blabla. Dat geloven ze dan.' Priscilla: 'Een persoonlijk begeleider heeft zelfs een keer tegen mijn moeder gezegd: als ze lastig is, moet je haar gewoon in de houdgreep nemen. Nou dat deed mijn moeder, en dan zat ik onder de blauwe plekken.'

Toneelspelen

Ook de ouders van Stephanie (19), die in haar puberteit fysieke aanvaringen had met haar stiefvader, waren meester in toneelspelen. 'Ja joh, voor de buitenwereld speelden ze altijd het gelukkige gezinnetje.' In de loop der jaren vertelde Stephanie wel verschillende keren aan een mentor op school en bij de GGZ wat er aan de hand was thuis. 'Maar ze namen me niet serieus denk ik. Er werd in elk geval niks gedaan. Pas toen ik een keer met kneuzingen aan kwam, onder meer aan mijn handen , luisterden ze naar mij.'

Soms wordt alleen met kinderen gepraat waar ouders bij zijn. Priscilla is in de tien jaar dat ze door haar moeder geslagen werd, nooit apart genomen door een hulpverlener. 'Ze vroegen weleens iets aan mij, maar dan zat mijn moeder ernaast. Alsof je dan iets gaat vertellen.' Er zijn klachten van ouders die vinden dat kinderen in Nederland te snel uit huis worden geplaatst. Priscilla noemt dat onzin. 'Mijn moeder heeft wel honderd keer een nieuwe kans gekregen, echt bizar.' De mishandeling eindigde vier jaar geleden niet doordat een volwassene ingreep, maar omdat Priscilla op haar twaalfde zo vaak van huis wegliep dat de situatie onhoudbaar werd. Nu woont ze in een leefgroep van Jarabee, een jeugdzorginstelling in het oosten van het land.

Het belangrijkste dat de jongeren de hulpverleners willen meegeven: luister goed naar het kind, maak duidelijk waarom je bepaalde beslissingen neemt en kom afspraken en beloften ook echt na. Damian: 'Dat gebeurt vaak niet hoor. Ik heb bijvoorbeeld een keer zo'n familiecongres gehad waar dan iedereen bij is (Eigen Kracht Conferentie, red.). Nou en ze waren aan het zwiepen met grote bladen papier: dit gaan we doen, dat gaat gebeuren. Dat was dan één dag. Daarna heb ik er nooit meer iets over gehoord.'

Anna moest ooit een therapeute met Lego-poppetjes haar levensverhaal vertellen. 'Een taal erbij ofzoiets, heet die therapie geloof ik. Dan komt er zo'n vrouw die ook een keer een cursusje heeft gevolgd. De hele middag heb ik met die poppetjes mijn situatie uit zitten leggen. Dan doe je dus echt je hele verhaal aan een wildvreemde.' Verontwaardigd: 'En vervolgens heb ik haar nooit meer gezien en veranderde er he-le-maal niks.'

Hun ervaringen in het verleden met de jeugdzorg maakt jongeren wel enigszins sceptisch om mee te werken aan de conferentie van maandag. Ze willen graag dat hun verhaal wordt gehoord, zodat hulpverleners misschien in de toekomst beter naar kinderen luisteren. Maar het is niet makkelijk om voor een grote groep mensen over zo'n persoonlijk onderwerp te praten.

Damian: 'Ik doe het wel. Maar alsnog ben ik er bang voor. Er wordt zo vaak gezegd: we willen naar jongeren luisteren. Dan doe je je zegje, maar dan wordt het in een doos gestopt en gebeurt er niks mee.'

Reactie Jeugdzorg

Jeugdzorg Nederland zegt in een reactie dat het goed voorstelbaar is dat jongeren het lastig vinden als hulpverleners contact opnemen met hun ouders over kindermishandeling. 'Toch is dat meestal de logische weg: de problemen moeten open met de ouders besproken worden om er iets aan te kunnen doen', zegt woordvoerder Stijn Verbruggen. 'Natuurlijk niet als dit tot extra geweld tegen de kinderen leidt. Die inschatting moeten de hulpverleners iedere keer maken en dat is een complexe afweging.'

Over het probleem dat jongeren soms meemaken dat ze hulpverleners maar één keer zien, en daarna weer met een vreemde te maken krijgen, zegt Jeugdzorg Nederland dat in steeds meer gemeenten wordt gewerkt met één vaste contactpersoon per gezin. 'Die kan dus een relatie opbouwen met de jongere. Dat is een belangrijke ontwikkeling die we van harte ondersteunen', zegt Verbruggen. Dat kinderen zich niet thuisvoelen in een vergaderhokje snapt hij ook. 'Er wordt steeds gezocht naar betere manieren om in gesprek te gaan met kinderen, waarbij nieuwe methoden volop in ontwikkeling zijn.'

De namen van de jongeren, behalve die van Stephanie, zijn gefingeerd.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden