Wat had Westen kunnen doen?
Bevordering van de welvaart van alle volken op de Balkan moet bij het Westen voorop staan, stelt Martin van den Heuvel....
ZONDER voldoende kennis van de geschiedenis van Joegoslavië is het onmogelijk een oordeel te vellen over de recente gebeurtenissen. Ook kunnen onze politici bij het onderhandelen met hun Balkan-collega's niet buiten die achtergrondkennis.
Wel zal het altijd zo blijven dat regio-kenners van elkaar afwijkende meningen hebben en dat hun visies niet automatisch tot 'de juiste politieke aanpak' van de problemen leiden. Het recente boek Kosovo. De uitgestelde oorlog van de historicus Raymond Detrez geeft een uitstekend overzicht van de geschiedenis van dit deel van de Balkan.
Het is niet mijn bedoeling af te dingen op Detrez' kennis en inzicht. Toch lijkt het mij voor een goede discussie nodig vraagtekens te plaatsen bij enkele uitspraken die hij doet (de Volkskrant, 12 juni). Daar zegt hij: 'Het oude Joegoslavië is door ons in het Westen zonder slag of stoot opgegeven. Daarmee is een keuze gemaakt...wij kiezen voor etnisch homogene staten.'
Die uitspraak is volgens mij onjuist. Een belangrijk discussiepunt daarbij is of de internationale gemeenschap het uiteenvallen van Joegoslavië had kunnen voorkomen. Het gaat dan vooral om de periode 1988-'91 als Milosevic in Servië de macht gegrepen heeft en probeert vanuit die positie heel Joegoslavië onder controle te krijgen. Wat had het Westen toen kunnen doen om het nationalisme van Serviërs, Kroaten, Slovenen en Kosovaren in toom te houden?
We hebben dan te maken met een veelvolkenstaat met een geringe democratische traditie en een rampzalige economie. Democratisering en invoering van een markteconomie moeten gelijktijdig plaatsvinden, terwijl het ongezonde nationalisme moet worden ingedamd.
Dat alles had heel misschien kunnen lukken als het Westen vele miljarden dollars in het land geïnvesteerd had en daarbij had kunnen controleren of het geld ook doelmatig zou worden gebruikt. Dat laatste stond te bezien en het Westen was uiteraard niet voorbereid op het verschrikkelijke scenario van het gewelddadig uiteenvallen van Joegoslavië dat zich daarna afspeelde.
Geen historicus voorspelde dat en geen politicoloog wilde miljarden investeren om een 'mogelijke' ramp te voorkomen. De vele verhalen dat het Westen in de periode l988-'9l de catastrofe had kunnen voorkomen, zijn voor mij wijsheden achteraf. Even zinloos is de niet aflatende kritiek op Duitsland omdat het begin 1992 als eerste de onafhankelijkheid van Kroatië erkende.
Vaak wordt dan het verband gelegd met de Tweede Wereldoorlog toen de Kroatische fascistische Ustasji met de nazi's samenwerkten. Maar er was begin 1992 geen alternatief. Het Westen had een tijd kunnen wachten met de erkenning van Kroatië en Slovenië. Maar na zes maanden oorlog, de beschieting van Dubrovnik en Vukovar en de bezetting door het 'Joegoslavische' leger van een derde van Kroatië was het herstel van de eenheidsstaat een illusie.
Ik bestrijd zowel Detrez' mening dat het Westen voor etnisch homogene staten heeft gekozen als dat zo'n situatie voor rust op de Balkan zou zorgen. Hij spreekt nu tamelijk zorgeloos over de opdeling van Bosnië en een Groot-Albanië waarbij behalve Kosovo zich waarschijnlijk ook West-Macedonië zal aansluiten.
Welke rust dat oplevert is mij onduidelijk, want wat moet er dan met de onleefbare restantjes Bosnië en Macedonië gebeuren? Mag Servië de rest van Macedonië hebben en zullen Bulgarije en Griekenland daarmee instemmen? Hoe dan ook, de internationale gemeenschap probeert nog steeds - zie Bosnië - multinationale staten overeind te houden en zal dat ten opzichte van Macedonië ongetwijfeld blijven doen.
Milosevic past in geen enkel plan om de rust te herstellen. Ik kan in hem ook niet een gewone Balkan-politicus zien, zoals Detrez wil. Ik vergelijk hem liever met primitieve na-communistische leiders als Meciar in Slowakije en Loekasjenko in Wit-Rusland, die het nationalisme gekozen hebben om aan de macht te blijven. Zijn steun vindt Milosevic voornamelijk op het platteland.
Het Westen moet nu de fout vermijden de NAVO een te grote rol te laten spelen op de Balkan. Het moet Kosovo en Servië steunen bij de wederopbouw, ongeacht het feit of Milosevic nog president is. Internationale hulporganisaties moeten zoveel mogelijk Servische intellectuelen aantrekken voor het economisch herstel, waarbij de bevordering van de vrije media van groot belang is.
Tijdens dat proces zullen er nog moeilijkheden genoeg te overwinnen zijn. Maar vredeshandhaving en welvaartsbevordering van alle Balkan-volken moet nu voorop staan. En laten de Serviërs zelf maar beoordelen wat er met Milosevic moet gebeuren.