Was dat niet dat meisje uit Haarlem?
Denise wordt zo gegrepen door een tv-programma dat ze zich aanmeldt als donor. Een half jaar later volgt een fataal auto-ongeluk. Vijf mensen, onder wie Rob, leven verder met haar organen.
Het is vrijdagavond 11 januari 2008 als de ouders van Denise Dekker doodnerveus het VU medisch centrum in lopen. Hun 17-jarige dochter is even daarvoor binnengebracht met ernstig hersenletsel. Ze is geschept door een Mercedes, terwijl ze de weg overstak. Het ging zo snel dat de bestuurder niet meer kon remmen. Ze is hard met haar slaap op de dakrand van de auto geklapt en daarna meters hoog de lucht in gevlogen.
Eigenlijk wilde ze niet eens weg, die vrijdagavond. Maar haar vriendinnen uit Haarlem hadden haar overgehaald om toch te komen. Daarna was ze zo snel vertrokken - 'doei mam' - dat haar moeder niet eens meer tijd had gehad om haar de gebruikelijke waarschuwingen mee te geven. 'Maar ik dacht: ach, ze weet wel hoe ik het wil', zegt Conny Dekker (49).
Drie kwartier later staan er twee agenten voor de deur. Samen met haar man Martin rijdt ze naar het ziekenhuis. Daar horen ze dat de neuroloog hun dochter aan het opereren is.
'Ze vertelden dat ze dat eigenlijk alleen maar deden omdat ze zo jong was. Toen ik vroeg of we onze oudste zoon die avond op wintersport konden laten gaan, zeiden ze: doe dat maar niet.' Later komt een verpleegkundige aanlopen met een bakje met haar piercings, haar oorbellen, haar identiteitskaart en een ringetje. 'Ik dacht: daar ligt het leven van Denise.'
De operatie wordt voortijdig afgebroken, omdat de druk op haar hersenen te groot is. 'Ik stond samen met iedereen in de lift op weg naar de intensive care op de zevende verdieping, en ik wist: dit is einde verhaal', zegt Conny. 'Vijf uur geleden had ik een dochter en zo had ik haar niet meer.'
Even later zien ze haar liggen. Een gaaf gezicht, met een straaltje bloed in haar mondhoek. 'Dat was het moment dat mijn zoons instortten; het was hun kleine zusje. Zelf wilde ik het liefst wegrennen.'
In die lift beseft ze nog iets anders. 'Ik wist dat ze straks die ene vraag zouden stellen: mogen we haar organen hebben?'
Haar voorgevoel klopt. 'En eigenlijk wist ik ook meteen wat het antwoord zou zijn. Denise had net een half jaar geleden naar De Grote Donorshow van BNN gekeken. Daarna had ze besloten om orgaandonor te worden. Denise was een heel sociaal kind. Weet je dat wel zeker, had ik nog gevraagd. Maar ze zei: mam, dan ben ik dood en dan heb ik er toch niks meer aan.'
Hun dochter wordt hersendood verklaard. Ruim 48 uur later nemen de artsen haar organen uit en zo redt de 17-jarige Denise Dekker het leven van vijf mensen.
Haar ouders horen pas later wie het zijn. Het hart: een 17-jarig meisje. De longen: een 45-jarige man. De lever: een 20-jarige vrouw. Linkernier plus alvleesklier: een 41-jarige vrouw. Rechternier: een 63-jarige man. Meer zullen ze niet te weten komen. Althans, dat denken ze.
---
Het is zondagavond 13 januari 2008 als Rob de Jong (44) uit Gouda als versteend op zijn bed zit. Zojuist heeft hij te horen gekregen dat er donorlongen voor hem zijn. Ruim een jaar heeft hij gewacht op dit telefoontje. 'Ik was in paniek. Ik dacht: dit is het. Dit overleef ik niet, schoot er door mijn hoofd.'
Op dat moment kan hij al nauwelijks meer ademen. Zijn longcapaciteit is nog 18 procent. Rob de Jong heeft taaislijmziekte, waardoor hij bijna altijd het gevoel heeft dat hij bijna stikt.
'Ik zat al maandenlang alleen in een kamertje in het ziekenhuis', zegt hij. 'Ik was zo moe. Met mijn ziekte was ik relatief oud geworden, maar de verwachting was nu dat ik binnen een maand dood zou zijn. Mijn linkerlong had nog één plekje waarmee ik kon ademen. Als dat kapot zou gaan, zou ik stikken.'
'In eerste instantie besefte ik niet dat ik zat te wachten tot er iemand doodging. Je leeft voor jezelf. Ik heb zelfs tegen mijn dokter gezegd: ik wil wel jonge longen hebben. Pas toen het moment naderde, drong het tot me door wat dat betekende. Dat er dan een kind dood zou moeten gaan.'
Bij zijn operatie gaat het bijna mis. De artsen krijgen zijn longen er nauwelijks uit. 'Door mijn ziekte waren ze versteend. Ze hebben letterlijk met een beitel staan hakken. Over één long hebben ze zes uur gedaan. Het duurde zo lang dat het water uit de donorlongen droop toen ze die optilden. Na de operatie zeiden ze tegen mijn vrouw: bereid je voor op een afscheid van Rob.'
Hij ligt tien dagen lang in coma, maar uiteindelijk redt hij het, misschien wel doordat hij zijn leven lang heeft gesport. Toch komt er nóg een klap, als hij na tien dagen voor het eerst zijn ogen open doet. 'De dag daarna vertelde de arts aan mijn bed dat de longen van een meisje van 17 waren geweest.'
Hij hoort het aan, terwijl hij aan de beademing ligt en nog niet kan praten. 'Ik heb daar ontzettend veel verdriet van gehad. Ik vond het zo erg dat er een kind was overleden. Ik dacht: meisje, waar ben je aan doodgegaan? Wat is er met je gebeurd? Ik dacht er heel veel over na. '
Als hij na zes weken thuiskomt, zoekt hij op internet naar haar, maar tevergeefs. Dan komt er in mei onverwachts een bekende langs in zijn winkel. 'Hij zei: hé Rob, jouw donor, was dat niet dat meisje uit Haarlem? Zijn vrouw is politieagent en ze bleek rond die datum bij een ongeval te zijn geweest. Ze had hem verteld dat het meisje een donorcodicil had. Ik ben opnieuw gaan zoeken, en toen vond ik de site van Denise. Ik wist meteen: zij is het.'
Toch doet hij anderhalf jaar niets met die wetenschap. 'Ik had een foto van Denise op mijn nachtkastje gezet, maar telkens als ik aan haar dacht, kon ik niets meer. Het was heel emotioneel. Van de artsen had ik van tevoren een boekje gekregen met voorbeeldbrieven aan nabestaanden, maar dat had ik weggegooid. Ik dacht: dat hoort niet bij mij. Ik had mijn gevoel uitgeschakeld om te overleven.'
Zijn leven staat op zijn kop. 'Ik was bezig te verwerken wat ik had meegemaakt. Ook was het spannend of de longen zouden aanslaan. Ik kende mijn lichaam niet meer. Ik was dagelijks kotsmisselijk. Er waren irritaties tussen mij en mijn vrouw. Zij had eigenlijk al afscheid van me genomen en moest opnieuw aan me wennen.
'Ik begon mijn leven te leven alsof het elk moment over kon zijn. Ik kon dingen die ik lang niet had gekund. Na een half jaar beklom ik ineens weer bergen, tot verbazing van de artsen. Ik was gezonder dan ik ooit was geweest. Ik was euforisch. Langzaam kreeg ik ook mijn oude karakter terug. Ik werd gevoeliger. Zorgzamer.'
Pas na anderhalf jaar lukt het hem een brief te schrijven. Daarin blijft hij noodgedwongen aan de oppervlakte, omdat hij weet dat het niet is toegestaan om als ontvanger zijn identiteit prijs te geven.
Wel zet hij er stiekem iets in over gitaarmuziek, omdat hij weet dat Denise gitaar speelde. Al snel krijgt hij een anonieme brief terug van haar moeder, die schrijft dat ze verrast is dat hij van gitaarmuziek houdt. Dan weet hij het zeker. Toch blijft zijn tweede brief vervolgens onbeantwoord. 'Ik heb hem tientallen keren nagelezen, of ik iets vreemds had gezegd. Achteraf blijkt dat de transplantatiecoördinator die brief bijna een jaar heeft laten liggen, zonder hem te versturen.'
Dan raapt hij zijn moed bij elkaar: tegen alle adviezen in zoekt hij rechtstreeks contact met de familie. Via de website Hyves benadert hij Denises broer. Hij vertelt dat hij werkt aan een boek over zijn transplantatie, waarvoor hij nog een uitgever zoekt. Hij vraagt of hij Denises naam mag gebruiken. Als de familie reageert, komt het eindelijk tot datgene waar hij dan al jaren naar uitkijkt: een afspraak.
---
De ontmoeting is emotioneel, aan beide kanten. 'Het was heel heftig', zegt moeder Conny. 'Ik had veel moeite gehad om zijn manuscript te lezen. Want hoe euforischer hij werd, hoe dichter wij bij het moment kwamen dat Denise overleed. Het deed zo veel pijn. Ik was elke dag met Denise bezig.'
Ze is bang om hem te zien. 'Ik dacht: straks zie ik iemand binnenkomen met de longen van Denise. Maar zo was het niet. Ik voelde meteen dat het nu de longen van Rob waren. Het scheelde ook dat we hem meteen aardig vonden. Er was een klik. Als die er niet was geweest, was hij hier ook niet gekomen.
'We gaven hem foto's mee, hij heeft haar kamer gezien. Tijdens het gesprek voelden we dat de dood van Denise een klein beetje minder zinloos werd. Ik heb hem niet gevraagd of hij wel gezond leeft. Het is een cadeau van Denise aan hem en ik ga er vanuit dat hij er verantwoord mee omgaat.'
Toch gaat er iets mis. 'Het eerste gesprek duurde veel te lang. Rob bleef zes uur lang zitten. We durfden niet tegen hem te zeggen dat het te veel werd. Ik was gesloopt. Tot een half jaar geleden sliep ik niet meer dan vijf uur per nacht.
'Ik verwijt de transplantatiestichting dat wij dit zonder begeleiding hebben moeten doen, door hun weigering om mee te werken aan contact. Als mensen dit heel graag willen, wie zijn zij dan om dat te verbieden? Laat mensen zelf oordelen. Nu hebben ze ons in het diepe laten springen en gelukkig zijn we niet verdronken.'
---
'Ik dacht dat het eenmalig zou zijn, dus ik wilde er alles uithalen wat erin zat', zegt Rob. 'Ik voelde me zo verbonden met hen dat ik er niet meer weg wilde. Ik vond het bijzonder. Later vertelde Conny dat het te veel was geweest. Dat blijft lastig. Elke keer als ik mail en ik even niks hoor, denk ik: ben ik te ver gegaan? Ik wil niet opdringerig zijn. Er bloeit nu iets moois op tussen ons. Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik ze niet meer mocht zien.
Conny: 'Rob loopt veel meer op eieren dan wij.'
---
Nog altijd heeft Rob het gevoel dat Denise in hem zit. 'Dagelijks denk ik aan haar. Ik zeg van alles tegen haar. Ik ben echt van dat meisje gaan houden. Ik voel me verantwoordelijk voor de longen die ik heb gekregen. Ze heeft mijn leven gered. Als ik haar terug zou kunnen brengen door mijn leven te geven, zou ik het zonder nadenken doen.'
Ze hebben elkaar inmiddels vier keer ontmoet. Of het vriendschap is? Conny aarzelt. Het is anders dan bij andere vrienden, vertelt haar man Martin. 'Dat komt door de manier waarop we aan elkaar zijn gelinkt.'
'De ontmoeting met Rob heeft de pijn bij ons verzacht', zegt Conny. 'Tot nu toe hebben we geen andere brieven gekregen, maar ik zou heel graag ook anderen ontmoeten die de organen van Denise hebben ontvangen. Via via kan ik wel achterhalen wie het 17-jarige meisje is dat haar hart in Rotterdam heeft gekregen, maar dat doe ik niet. Het initiatief moet van hun kant komen. Voor de ontvangers is het zwaarder om contact op te nemen, omdat ze daarmee ook het verdriet naar zich toe halen.'
undefined