'War on drugs' draait uit op flop
De coca-boeren in Zuid-Amerika zijn in opstand tegen het vernietigen van hun plantages door de overheid. De VS willen dat, maar de markt schreeuwt juist om meer coca....
De coca-boeren in Peru en Bolivia hebben er genoeg van dat de overheid hun velden systematisch met gif laat besproeien om de cocaplanten te vernietigen. Het verbouwen van de grondstof van cocaïne is hun enige inkomstenbron.
Ze zijn lang bereid geweest te proberen de coca te vervangen door andere gewassen, maar de alternatieve programma's zijn over het algemeen een mislukking geworden: er valt geen droog brood mee te verdienen.
Daarom protesteren een paar duizend Peruaanse cocaleros al weken in de straten van Lima en gaat in buurland Bolivia geen dag voorbij zonder luidruchtige acties van hun collega's.
De war on drugs lijkt op een fiasco te zijn uitgedraaid. In de nadagen van het bewind van president Clinton kondigden de Verenigde Staten een groot offensief aan om het drugsprobleem bij de wortel aan te pakken. Colombia, Peru en Bolivia – de drie landen die samen bijna 100 procent van de wereldwijde cocaïneproductie voor hun rekening nemen – kregen miljarden om de coca-plantages uit te roeien.
Maar de oorlog tegen de drugs maakte al snel plaats voor de oorlog tegen het terrorisme. De besproeiingscampagnes gaan nog altijd op bescheiden schaal door, maar het effect wordt steeds geringer. De productie van cocaïne is niet gedaald, en zal wellicht niet dalen zo lang de vraag in de VS en Europa blijft stijgen. Tegelijk is de macht van de narco-maffia's in een aantal Latijns-Amerikaanse landen sterk toegenomen.
Toch stelt het VN-kantoor voor Drugs en Misdaad (Unodc) in zijn laatste rapport dat de uitroeiingscampagnes succes hebben en dat sinds 1998 de productie van coca in de Andes-regio met 20 procent is gedaald.
Unodc-directeur Antonio Maria Costa zei bij de presentatie van het rapport dat het belang groot is van de gestage daling van het aantal coca-velden. 'We moeten de coca-boeren overtuigen en niet alleen dwingen over te schakelen op alternatieve producten. De combinatie van uitroeiing en het scheppen van werk heeft eerder in Peru en Bolivia tot een flinke afname geleid. Op de lange duur is deze combinatie ook belangrijke voor het slagen in Colombia.'
Maar de werkelijkheid geeft weinig aanleiding tot optimisme, moest Costa toegeven: 'Meer investeringen in het platteland en de infrastructuur zijn noodzakelijk om het probleem aan te pakken.' En een einde aan de al decennia aanhoudende burgeroorlog, want de Colombiaanse regering kan de productie en handel niet aanpakken in de gebieden die worden gecontroleerd door de guerrillabeweging FARC.
De daling van de productie in Peru is volgens het VN-kantoor evenmin een reden tot genoegzaamheid, omdat door betere verbouwingstechnieken een steeds hogere opbrengst per hectare wordt verwacht. Bovendien kan de onrust in de coca-gebieden een einde maken aan de positieve tendens, zei Antonio Maria Costa, 'tenzij er meer ontwikkelingshulp aan die gebieden wordt gegeven'.
Groot probleem blijft ook de markt. De VN willen dat de boeren overstappen op alternatieve gewassen, maar die leveren veel minder op. Een gezin verdient met coca gemiddeld 2240 dollar per jaar – de tweeduizend gezinnen die overgestapt zijn op de productie van koffie komen niet verder dan 1573 dollar.
Daar wordt wel wat tegen gedaan, zegt Carlos Tapia, ex-lid van de Peruaanse Waarheidscommissie en kenner van de drugscultuur in zijn land, maar niet voldoende. 'Peru heeft in de VS enkele importontheffingen gekregen in ruil voor de belofte dat wij de coca uitroeien. Daardoor is de export van onder meer textiel verdubbeld. Ik zeg: laat de exporteurs die nu veel geld verdienen een extra belasting betalen en laten we die gebruiken voor de ontwikkeling van de coca-gebieden. Maar daar wil het kapitalisme niet aan.'
Elsa Malpartida, de leidster van de Peruaanse cocaleros die de lange mars vanuit het Amazone-gebied naar de hoofdstad Lima organiseerde, klopte vergeefs bij de regering aan: 'Het ministerie van Landbouw heeft geen cent in kas voor ontwikkeling of voor alternatieve programma's.'
Ze eist het stopzetten van de uitroeiingscampagnes en het legaliseren van de lokale consumptie van coca-bladeren, die door de indianen in het Andes-gebied al duizenden jaren worden gekauwd.
Alle inspanningen om de coca uit te roeien hebben geen merkbaar effect gehad op de productie van en handel in drugs. Dat werd in 2000 al voorspeld door de CIA in een rapport dat de Colombiaanse krant El Tiempo onlangs in handen kreeg. De VS hebben sinds dat jaar 2,5 miljard dollar in het 'Plan Colombia' gestoken.
Indien in 2005 50 procent van de coca is uitgeroeid, wat het doel was onder president Clinton, 'leidt dit niet tot veranderingen van belang in Colombia of de rest van de Andes-regio', stelde de CIA. 'Uitroeiing in Colombia leidt tot verhoging van de productie in de omringende landen.'
Dat is precies wat is gebeurd. 'De Peruaanse boeren waren geen drugsproducenten', zegt Carlos Tapia. 'Zij verkochten hun bladeren aan Colombianen. Toen die werden aangepakt, werden de Peruanen zelf cocaleros. Peru is niet langer alleen leverancier van grondstof, maar ook van het eindproduct.'
De narco-maffia's zijn diep doorgedrongen in het hoogste echelon van de politieke en zakelijke structuur van een aantal landen. Washington heeft net de uitlevering gevraagd van Fernando Zevallos, een van de succesvolste zakenmensen van Peru en eigenaar van Aerocontinente, de enige nationale luchtvaartmaatschappij met 3500 werknemers.
'Aerocontinente begon als een bedrijfje in het oerwoud dat met kleine vliegtuigen tussen dorpen vloog. Dan weet je genoeg', aldus Tapia. 'Maar er zijn zoveel bedrijven die relaties hebben met de narco's. De Peruaanse Kredietbank opende op een dag een kantoor in een coca-gebied, in een dorp van anderhalve man en een paardenkop. Daar ging elke dag een vliegtuig met geld heen.'
Ook in andere buurlanden van Colombia is de internationale drugshandel duidelijk zichtbaar. De Verenigde Staten willen de afgezette president van Haïti Aristide vervolgen wegens zijn rol daarin; in Guatemala werd een helikopter met vijfhonderd kilo cocaï-ne door het leger in beslag genomen (dezelfde helikoper waarmee ex-dictator Rios Montt vorig jaar op verkiezingscampagne ging) en in Mexico wordt de gouverneur van de staat Morelos vervolgd voor het beschermen van de drugskartels.
'Het cocaïneprobleem wordt alleen opgelost wanneer de consumerende landen de verslaving terugbrengen', constateerde VNchef Costa. Maar zowel in de VS als in Europa blijft het gebruik stijgen. Alleen al in de VS zijn twee miljoen verslaafden, die zo'n tweeduizend kilo per dag snuiven. En daar waar vraag is, is aanbod.