Wantrouwen van kiezers verontrust de politici

'Waar doe je het in godsnaam nog voor als lokaal politicus?', roept VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra uit als hij kennis heeft genomen van het TNS NIPO-onderzoek. 'Het is duidelijk de landelijke situatie die het aantal stemmen bepaalt. Utrechtse fracties die hoog worden aangeslagen, zoals de VVD, worden niet beloond. En omgekeerd: zie de PvdA. Die fractie loopt keurig aan de hand van wethouder Spekman.'

Het is onzin dat de landelijke situatie de doorslag geeft, zegt Rinda den Besten, vervangend fractievoorzitter van coalitiepartij PvdA. 'De PvdA is de wijken ingegaan, d komt de winst door. Bovendien: de VVD en Leefbaar Utrecht gaan dan misschien rollebollend over straat voor de mediaaandacht, maar de bewoners zien heus wel dat wij als PvdA tenminste doen wat we beloven.'

Over wat de Utrechtse kiezers bezielt, lopen de meningen op het stadhuis ver uiteen, maar over ding zijn alle partijen het eens. 'Dit is een tranendal', verwoordt Zijlstra van de VVD de teneur van het TNS NIPO-onderzoek. 'Hier spreekt een enorm wantrouwen uit van de Utrechters jegens de politiek.'

Met dit college is dat niet vreemd, vindt fractievoorzitter Marjan Schuring van oppositiepartij GroenLinks. 'Er zou een nieuwe bestuursstijl komen. Dichter bij de burger. Bewoners zouden de bevoegdheid krijgen om iets te zeggen over het beleid. Nu vindt 48 procent dat er niet naar ze is geluisterd bij het referendum over het Stationsgebied. Dat is dodelijk.'

'Dit is een college van groot, groter, grootst', meent Groen-Links-gemeenteraadslid Robert Giesberts. 'Zie het stationsgebied, de ambities om de Tour de France te organiseren, om Culturele Hoofdstad te worden en om internationaal bedrijven te werven. Dat neemt het draagvlak weg onder de bevolking, want die ziet dat in de eigen buurt de misstanden niet worden opgelost.'

Het collegeprogramma is wel degelijk toegespitst op problemen in de wijken, zoals verpaupering en criminaliteit, zegt CDA-wethouder Renerhulst (onder meer Onderwijs). 'En we hebben al aantoonbare resultaten geboekt. Er zijn meer schoolgebouwen en parken opgeknapt en er is minder criminaliteit. Maar het lijkt wel alsof we door de problemen ingehaald worden. Ook moeten we kennelijk nog beter vertellen wat we doen.'

Hoewel iedereen het er innig over eens is dat de Utrechtse bewoners meer bij de politiek moeten worden betrokken, vinden de leden van het college het totaal niet belangrijk om zelf bekend te zijn bij hen. Tenminste, volgens de degenen die onderaan de lijst van bekendste wethouders figureren. 'Ik ben niet de politiek ingegaan om bekend te worden', reageert PvdA-wethouder Marie Louise van Kleef (Wonen, Ruimtelijke Ordening) op haar laagste plek op de lijst. 'Bovendien, ruimtelijke ordening is een proces van de lange adem. Je ziet pas resultaat als je zelf allang weer bent vertrokken.' Ook Renerhulst (op nummer vier) meent: 'Bekendheid interesseert mij niet. Je moet op je daden worden beoordeeld.'

De bekendste wethouder, Hans Spekman (onder meer Sociale Zaken en Sport en Recreatie), vindt het daarentegen wbelangrijk om door bewoners gekend te worden. 'Je moet als wethouder aanspreekbaar zijn, en dan helpt bekendheid wel. Als ik door de stad fiets, word ik aangesproken door passanten.'

Leefbaar Utrecht-wethouder Walther Lenting (Stationsgebied, Leidsche Rijn), op nummer drie, is niet verbaasd dat Spekman de bekendste wethouder is. 'Hij heeft met sport een feestportefeuille.' Ook hij zegt 'he-le-maal geen ambities' te hebben om zich te profileren. 'Het is spitsroeden lopen met het stationsgebied en Leidsche Rijn. Ik hoop dat over enkele jaren wordt gezegd: Lenting heeft met het stationsgebied goed werk voor de stad verricht.'