Opinie
'Waarom zou je bij Syriërs niet over de Holocaust mogen beginnen?'
De ingezonden brieven van zaterdag 7 mei.
Liever geen verdeeldheid
Marion Huisinga bedacht voor de provincie Groningen een project over herdenken voor vluchtelingen ('Hoe beleeft een jonge Syriër de Dodenherdenking?,' Ten eerste, 3 mei).
Over de Holocaust begint ze niet. 'Dat ligt zo gevoelig. Ik zoek liever toenadering dan verdeeldheid', zegt ze liefdevol. Hoezo verdeeldheid, denk je even later. Zijn er leerlingen die voor de Holocaust zijn en anderen tegen?
Wat is dit een vreemd meebuigen met een verondersteld toejuichen van het vermoorden van zes miljoen mensen. Hoezo moet je rekening houden met zulke abjecte meningen? Betekent dit dat het onderwijs ook toenadering moet zoeken tot neonazi's die de Holocaust blijven verdedigen als een legitieme genocide?
Of moeten we nu toenadering zoeken met Syriërs in de klas die IS danwel de familie Assad steunen in hun moordpartijen? Dit braafklinkende 'toenadering zoeken boven verdeeldheid' betekent het wegkijken van verdedigers van massamoordenaars. Dit is geen onderwijs, maar über-dom.
Liever afschaffen, dat onderwijs, dan dames als Huisinga betalen om de kern van de dodenherdenking te ontkennen.
Felic Bloom, Amsterdam
Bevrijd op 8 mei
Na Westerbork en Theresiënstadt kwam ze in vernietigingskamp Auschwitz aan. 'Sind Sie immer gesund gewesen?', vroeg nazi-arts Josef Mengele haar. 'Jawohl', zei ze. Daarom ging ze de goede kant op: niet rechtstreeks naar de gaskamers. Zij mocht werken. Nou ja, mocht? In elk geval werd ze doorgestuurd naar concentratiekamp Gross-Rosen in zuidwest Polen en kwam ze in de Spinnerei (weverij) van Märzdorf terecht waar onderdelen voor parachutes werden gemaakt.
'Daar werd me toch een sabotage gepleegd!', vertelde ze niet zonder enige trots. 'Als de schering kapot was, kwam er een gaatje in de stof en die was dan niet meer bruikbaar. Dat heb ik een keer gedaan. De volgende dag werd er voor de fabriek een galg voor me opgesteld. Maar het 'feest' ging niet door vanwege een Russisch bombardement. Alle vrouwen werden op de bovenste verdieping opgesloten en de SS'ers gingen naar de schuilkelder. Het geluid van vliegtuigen die overvlogen, klonk als muziek in mijn oren.'
Op 8 mei 1945 werd zij door het Rode Leger bevrijd. Haar bevrijding kwam niet op 5 mei 1945, zoals in Nederland door de geallieerden, maar op 8 mei 1945 door de Russen. Helaas zat de oorlog voorgoed in haar verankerd en heeft zij zich ook na die 8ste mei 1945 nooit meer echt bevrijd gevoeld.
In herinnering aan een sterke vrouw die de kampen overleefde: mijn moeder.
Marijke van den Berg-Leydesdorff, Monnickendam
Zo goed waren we niet
Er wordt in de 'Brief van de dag' van 4 mei een oproep gedaan aan Christa Noëlla om toch mee te doen aan de dodenherdenking en dat is natuurlijk goed, maar toch heeft Christa Noëlla iets belangrijks gezegd. Het heeft inderdaad geen enkele zin daaraan mee te doen als we het opkomende 'eigen-volk-eerst-denken' zijn gang laten gaan.
Anders wordt het een 'wat-voelen-we-ons-goed-ritueel' en zo goed zijn we niet, en dat waren we ook niet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De meeste Nederlanders hebben, afgezien van enkele verzetsstrijders, eigenlijk weinig of niets gedaan tegen de nazi's. In ons land zijn naar verhouding erg veel Joden weggevoerd en omgebracht en na de oorlog waren ze hier allesbehalve welkom. Pas als we onze eigen rol in het verleden en heden er niet buiten laten, is herdenken zinvol.
E. van der Wal, Doorwerth
Beetje vreemd
Een confronterende column van Asha ten Broeke (O & D, 6 mei), zeker voor een immigratiescepticus als ik. Toch wringt er in de hele 'vluchtelingen'-discussie mijns inziens iets, dat ik weleens probeer te verduidelijken met het volgende gedachtenexperiment: stel over twintig jaar breekt er een bloedige en uiterst gewelddadige burgeroorlog uit in België. Honderdduizenden mensen moeten vluchten naar het buitenland om het vege lijf te redden. Naar de omliggende landen zoals Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, wellicht? Maar nee, ze willen per se naar tamelijk verre landen als Turkije, Libanon, Syrië (waar dan weer vrede heerst) en Egypte, of voor mijn part China. Zouden we dat niet een beetje vreemd en onlogisch vinden?
R. Maltha, Berghem
Ebru Umar
Ik vind dat Ebru Umar terecht wordt vervolgd in Turkije. Met haar uitlatingen heeft zij Turkije en Erdogan uitgedaagd. En die pakken de handschoen op. Turkije is een land met achterlijk gedrag ten opzichte van meningsuiting. Erdogan is een megalomane dictator aan het worden, die streeft naar absolute macht. Allemaal afkeurenswaardig. Maar de uitingen van Umar hebben volgens mij niets meer met vrije meningsuiting te maken. Ze gaat een grote stap te ver. Wie kaatst kan de bal terugverwachten.
R. Dekker, Zaandam
Daalder
Op de markt is uw gulden een daalder waard. Bij de Marqt is uw euro geen stuiver waard (Max Pam, 4 mei).
Dick Welsink, Pijnacker
Cadeautje
In aansluiting op de column van Max Pam op woensdag 4 mei, wil ik dit kwijt. Mijn dochter heeft een jaartje bij Marqt in Amsterdam gewerkt
De fles prosecco die zij als kerstpakket kreeg, waarde 5 euro, moest zij zelf betalen. Toen zij na een jaar trouwe dienst vertrok, was er niets, niemand.
Met respect voor natuur, dieren en mensen is hun motto.
Bernard Brouwer, Bergen
En maar toetsen
Uit de column van Michael Persson (O & D, 4 mei) blijkt dat er in New York een enorme antipathie is ontstaan tegen het toetsen van (vaak veel te jonge) kinderen. Er worden twee basisscholen vergeleken, waarbij op de ene school - in het welvarende gedeelte - 80 procent van de leerlingen een voldoende haalt voor de staatstesten taal en rekenen, en op de andere school - in het armere gedeelte - slechts 25 procent een voldoende haalt voor dezelfde toetsen. Net als in ons land is in Amerika het maken van toetsen een belangrijk speerpunt in de politiek.
Inmiddels pleiten veel ouders en leerkrachten voor het opheffen van deze toetsen om hierdoor beter te kunnen inspelen op de ontstane verschillen. Alle kinderen moeten immers gelijke kansen krijgen, daar zou arm of rijk niet aan ten grondslag mogen liggen. In Nederland is de huidige toetscultuur ook een punt van discussie.
Maar hoe paradoxaal; hier willen we juist de toets wél weer belangrijker maken! Eveneens met het oog op het bieden van gelijke kansen aan alle kinderen, ongeacht hun afkomst of achtergrond. Ik ben het eens met de eindconclusie in de column: het geld van de toetsen zou beter gestoken kunnen worden in het wegwerken van achterstanden, in de vorm van goed onderwijs. Dat maakt uiteindelijk pas het verschil. Niet de toets. Zowel in Amerika als in Nederland.
Pascal Cuijpers, Herten
Brussel moet betalen
Onlangs maakte het kabinet bekend 500 miljoen euro extra uit te trekken voor de opvang en integratie van vluchtelingen. Het zou echter logischer zijn wanneer het geld hiervoor uit Brussel zou komen. Europa streeft immers al naar een gezamenlijk asielbeleid, waarbij asielzoekers over de landen worden verdeeld.
Bovendien zou dit het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen vergroten: nu leidt dit bij sommigen tot scheve ogen, omdat ze denken dat het geld hiervoor ten koste gaat van de sociale voorzieningen voor de 'eigen' bevolking. Op deze manier zou het voor landen zelfs aantrekkelijk worden om meer asielzoekers op te nemen, omdat ze dan per saldo meer aanspraak op Europese fondsen kunnen maken.
Dit lijkt me dus een zinvollere besteding van de miljarden die nu vanuit Brussel naar bijvoorbeeld landbouwsubsidies gaan.
Peter Jamin, Utrecht
Gij zult niet scheiden
In haar bijdrage (O & D, 3 mei) pleit Bregje Dijksterhuis voor een preventieve taak van de overheid teneinde het aantal echtscheidingen te reduceren. Heel veel logica zit er niet in haar verhaal.
Zo meent zij te kunnen stellen dat in de afgelopen 45 jaar het beleid gericht was op de 'harmonieuze scheiding'. Alsof er ooit beleid was op dat gebied! Het hoge echtscheidingspercentage valt volgens haar in navolging van de gemeente Amersfoort in de categorie 'schulden, verslaving en klimaatverandering'. Welke andere vormen van ellende kunnen we hier nog aan toevoegen? (wildplassen?, bumperkleven?) In Engeland zou 54 procent van de echtscheiders spijt hebben. In Nederland is daar nog geen onderzoek naar gedaan, maar Dijksterhuis weet het antwoord al: 'Waarschijnlijk ongeveer hetzelfde.'
Tot slot concludeert Dijksterhuis: 'Het is de taak van de Tweede Kamer om het gedrag van burgers rond huwelijk en scheiding te sturen.' Reactionairder kan het niet.
Ik dacht dat wij onze parlementsleden kozen om hun onze maatschappelijke problemen te laten oplossen, maar nu schijnen zij ook nog eens de taak te hebben om ons gedrag te sturen. Kort gezegd, ik kan mij niet zo vinden in de wereld van Bregje Dijksterhuis .
Rogier Daan, Texel
Neem wat visolie
Wetenschapsjournalist Ronald Veldhuizen uitte in de rubriek 'Klopt dit wel?'(V, 3 mei) twijfels over de bevinding van Amerikaanse en Australische wetenschappers dat visolie de werking van antidepressiva kan versterken.
Hoewel twijfel en een kritische houding essentiële waarden zijn in een toenemend gecommercialiseerde wetenschappelijke wereld, zouden we deze berichtgeving graag willen nuanceren aan de hand van ons eigen onderzoek. Dit om te voorkomen dat door overmatig scepticisme het kind met het badwater weggegooid wordt.
Als onafhankelijke onderzoekers, zonder commerciële banden met de voedingssupplementenindustrie, vonden wij in een recentelijk gepubliceerde overzichtsstudie namelijk ook dat visolie beter werkt bij patiënten die antidepressiva gebruiken. Daarbij corrigeerden we in deze analyses voor het door Veldhuizen beschreven bureaulade-effect (saaie resultaten verdwijnen in een laatje, red.) en betrokken we dezelfde artikelen als de genoemde uitgebreide Cochrane -overzichtsstudie.
Bovendien vonden we in een behandelstudie dat een antidepressivum beter aansloeg bij patiënten met meer visolie-vetzuren in het bloed. Momenteel vervolgen we deze bevindingen door te onderzoeken of antidepressivastudies positievere uitkomsten hebben in landen waar meer visolie wordt geconsumeerd (in de vorm van vette vis of capsules).
We zijn het met Veldhuizen eens dat het laatste woord over de effectiviteit van visoliecapsules nog niet is gezegd. Als we echter alle beschikbare data in ogenschouw nemen, lijkt het ons niet correct visolie achteloos weg te zetten in de hoek van geurkaarsen en Indische theezakjes. Mochten deze hoopvolle effecten definitief worden bevestigd in degelijk klinisch vervolgonderzoek, zou dit namelijk een veelbelovende manier zijn om de overweldigende ziektelast die depressie wereldwijd veroorzaakt te verminderen.
Roel Mocking, PhD-kandidaat afdeling psychiatrie, AMC, universiteit van Amsterdam
Dr. Eric Ruhé, psychiater, Universiteit van Groningen, UMC Groningen, University of Oxford
Dr. Johanna Assies, senior onderzoeker, AMC, Universiteit van Amsterdam
Prof. Dr. Aart Schene, afdelingshoofd psychiatrie, Radboud UMC
Turkije uit NAVO
Met grote instemming heb ik het stuk van Betsy Udink gelezen (O & D, 30 april) met haar protest tegen onze IS-obsessie en lage prioriteit voor massamoordenaar Assad. Als internationaal geëngageerde kiezers staan we echter machteloos: geen enkele politieke partij profileert zich op internationale zaken (sociaal-economische en sociaal-culturele ideeën zijn doorgaans identiteitsbepalend) en ook individuele Kamerkandidaten willen, durven of mogen dat niet doen.
Aan Udinks pleidooi valt nog toe te voegen dat Turkije natuurlijk de NAVO uit moet. Indertijd waren progressieve partijen mordicus tegen het NAVO-lidmaatschap van dictatoriaal en kolonialistisch Portugal; waarom lopen ze nu niet te hoop tegen het lidmaatschap van (bijna?-) dictatoriaal en kolonialistisch Turkije, of zelfs niet tegen Nederlandse wapenleveranties aan dat land? Omdat de Koerden de pech hebben dat zich geen oceaan en geen huidskleurverschil bevindt tussen hen en hun overheersers?
Toon van der Aa, Amsterdam
Partij van de Armoede
Wat een mooie manier van (om)denken die Joop de Kler laat zien in zijn stukje: 'Jullie kunnen het' (O & D, 4 mei) ter bemoediging van studenten met laagopgeleide ouders: 'Je hoort nooit ergens helemaal bij. Dat is pure winst voor de geest.'
Als kind van laagopgeleide ouders (laagopgeleid door omstandigheden, zoals opgroeien in de jaren dertig, als halfwees; of moeten gaan werken om het gezinsinkomen iets op te krikken) ging ook ik met de nodige omwegen 'omhoog' door verschillende milieus, en nergens voelde ik me echt thuis.
Mijn ouders stemden altijd PvdA, maar noemden dit de 'Partij van de Armoede': als kind niet iets om trots op te zijn. Inmiddels (ik ben nu 63 jaar) heb ik die trots wel een beetje teruggevonden. Ik deed een hbo-studie en een post-hbo-studie. Had mooi (maatschappelijk relevant) werk; ontwikkelde een brede belangstelling voor maatschappij, kunst en cultuur.
Net als Joop de Kler heeft me dit het een en ander gekost, maar door zijn manier van kijken, heb ik besloten om het als pure winst voor de geest te beschouwen.
Dankjewel Joop.
Corrie van Leersum, Nieuwegein
Trump en buitenaards leven
Briefschrijver John Pool (O & D, 6 mei) acht de kans op buitenaards leven buitengewoon klein, omdat anders hoogontwikkelde beschavingen ons waarschijnlijk hadden gevonden, dankzij onze radiostraling.
Echter, wij zenden pas zeer kort radiostraling uit. Een eeuw betekent een afstand van honderd lichtjaar. Dit is volstrekt minimaal op de schaal van het heelal. Zelfs als er binnen deze korte afstand hoogintelligent leven bestaat, moet ook hun antwoord die afstand overbruggen. Wanneer wij op aarde radiosignalen van intelligent leven zouden opvangen, zal dat gemiddeld miljoenen tot miljarden lichtjaren van ons verwijderd zijn. Dat betekent dat die beschaving miljoenen tot miljarden jaren geleden bestond. Wanneer een alien ooit de tv-uitzending over de verkiezing van Trump tot president opvangt, kunnen de mensheid en zelfs de aarde al niet meer bestaan. En dan moeten ze nog antwoorden.
René Pieper, Landgraaf
Vossenjacht
Dat de vossen een nuttige functie hebben in de natuur als natuurlijke opruimers van dode en/of zieke dieren zeggen jagers er welbewust niet bij. Ik vind het ook zonde van afgeslachte kippen, laat daar geen misverstand over bestaan, maar het is wel de plicht van mensen om hun dieren te beschermen tegen de vos en dan bedoel ik uiteraard niet door te bejagen, maar door betere hokken en/of afrastering.
Ik vind dan ook dat dit in geen enkel opzicht een reden mag zijn om jagers een ontheffing te verlenen om de vos, een wettelijk beschermde diersoort, te gaan bejagen. Maar aangezien jagers uit plezier dieren doden en/of verwonden, hebben ze daaraan geen boodschap. De aanwezigheid van vossen is ook gevaarlijk volgens jagers, want ze zorgen voor besmettelijke ziekten zoals rabiës. Hou toch op met die jagerskletspraatjes. De vos is een concurrent van de jagers, omdat ze bijvoorbeeld fazanten - vaak ook nog eens uitgezette fazanten - en hazen, ganzen en konijnen vangen, daarom moet de vos worden opgeruimd. Maar niet allemaal, want dan kunnen jagers geen vossen meer schieten. Caspar Janssen, bedankt voor je verhelderende stuk.
Rob Ossewaarde, Oud Sabbinge