Waarom wel in Irak, maar niet in Egypte?
ALS PRESIDENT Bush roept dat Saddam Hussein moet worden verwijderd om democratie te brengen in Irak en de Arabische wereld, maar met geen woord rept van de democratisering van Saudi-Arabië of Egypte, dan ontgaat dat de mensen in die landen niet....
Intussen vragen veel Arabieren zich af: waarom wil Amerika alleen zo nodig democratie in Irak? Misschien geven de Amerikanen wel geen cent om democratie in de Arabische wereld, maar jagen ze in Irak alleen keiharde belangen na en gebruiken ze de democratie alleen als dekmantel.
Op de Westelijke Jordaanoever is het hetzelfde liedje. De regering-Bush is bezig Yasser Arafat en de Palestijnse Autoriteit democratie op te dringen, maar uit geen woord van kritiek op de Israëlische nederzettingenpolitiek die de sfeer op de Westoever vergiftigt, de invloed van de radicale Palestijnen versterkt en die van de gematigden verzwakt.
'Tot nu toe gebruikt Bush de bevordering van de democratie in het Midden-Oosten alleen om zijn vijanden te straffen, niet om nieuwe mogelijkheden te scheppen voor zijn vrienden', constateert Midden-Oostendeskundige Stephen P. Cohen.
Zo is het. De regering-Bush roert de trom der democratie alleen bij autoritaire regimes die zich tegen Amerika hebben gekeerd, niet bij autoritaire regimes die zich duidelijk pro-Amerikaans opstellen - ook al is het de Amerikaanse steun aan de autoritaire regimes van Egypte en Saudi-Arabië die zo veel Egyptenaren en Saudi's anti-Amerikaans heeft gemaakt, en die ertoe heeft bijgedragen dat vijftien Saudi's en een Egyptenaar een hoofdrol hebben gespeeld in de aanslagen van 11 september.
Sommige mensen beweren dat als je in zulk soort landen verkiezingen zou houden, die zouden uitdraaien op 'één man, één stem, één keer' - met andere woorden, de islamisten zouden winnen en de macht nooit meer teruggeven. Daar ben ik het niet mee eens. Volgens mij zouden die verkiezingen uitdraaien op één man, één stem, één keer - voor één termijn. Want vroeg of laat zouden zelfs de islamisten het veld moeten ruimen als ze het land niet goed bestuurden.
Soms wordt Iran wel genoemd als bewijs van hoe het mis kan gaan met de democratie. Neem me niet kwalijk, maar Iran is geen democratie. Iran is een dictatuur van conservatieve moslim-geestelijken, gefinancierd door olierijkdommen, die verkiezingen met voorgeselecteerde kandidaten gebruikt om de schijn van democratie op te houden.
Maar Iran levert wel het levende bewijs dat een land met een lange voorgeschiedenis van autoritair bestuur een proces van democratisering moet doormaken voordat het een democratie kan worden. Daarom zou ik er geen voorstander van zijn dat de Verenigde Staten morgen al verkiezingen verlangen in Saudi-Arabië of Egypte.
Wat Amerika wel zou moeten bevorderen - en wat de democraten in die landen ook graag willen - is een zachte landing, constateert Larry Diamond, democratie-deskundige bij het Hoover Institution. 'Dat betekent dat dergelijke regimes moeten worden aangemoedigd geleidelijk aan ruimte te bieden aan authentieke politieke partijen, een eerlijke verkiezingsstrijd (ook al zou het om te beginnen maar om de gemeenteraden gaan), een vrijere pers en een onafhankelijker rechterlijke macht.'
De families die nu nog de macht uitoefenen zouden nog een reeks van jaren een zekere greep kunnen houden op het leger en de veiligheidsdiensten, om erop te letten dat de gekozen regeringen zich verantwoordelijk gedragen (het soort hoedersrol dat het Turkse leger en de koning van Thailand hebben gespeeld). Onder een dergelijk toezicht zouden de concurrerende partijen hun plichten en de grenzen van hun macht kunnen leren kennen. Uiteindelijk zou dan, geleidelijk aan, steeds meer macht aan hen kunnen worden overgedragen.
Maar wat Bush nu doet is zijn vijanden straffen door te dreigen met democratie en zijn vrienden belonen door te zwijgen over democratisering. Dat is precies de manier om de democratie een slechte naam te bezorgen.