Analysebedreigde tolken
Waarom wachtte Nederland zo lang met het bieden van bescherming aan Afghaanse tolk?
Ruim tien jaar nadat de Afghaanse Sohel als tolk werkte voor de Nederlandse troepen in Afghanistan, arriveerde hij dinsdagavond met zijn vrouw en vier kinderen op Schiphol. Zijn werk leverde hem tal van doodsbedreigingen op. Waarom wachtte Nederland zo lang met het bieden van bescherming?
Hij had samengespannen met ‘de ongelovigen’, en dus ontving de Afghaanse Sohel doodsbedreigingen van de islamitische beweging Taliban. De ongelovigen, dat waren de Nederlandse militairen, voor wie Sohel tijdens de Uruzgan-missie (2006-2010) als tolk werkte.
Vorig jaar december klopte hij voor hulp aan bij de Nederlandse ambassade in de Afghaanse hoofdstad Kabul. Hij werd verzocht per e-mail een vragenlijst in te vullen over zijn veiligheid. Daarna hoorde hij niets.
Meer dan een jaar verbleef Sohel met zijn gezin op een onderduikadres in Oost-Afghanistan. In april zei hij tegen het Nederlands Dagblad: ‘Ik leef als een gevangene in mijn eigen huis. Mijn kinderen durf ik niet naar school te laten gaan, buiten is het te gevaarlijk. (...) De Taliban zullen niet rusten voordat ze mij de kogel hebben gegeven.’
Diezelfde krant schreef dat Sohel geen uitzondering was. Meer dan een kwart van de 102 Afghaanse tolken die tijdens de Uruzgan-missie voor de Nederlandse krijgsmacht werkten, zaten ondergedoken; vier zijn er gedood. De publicatie leidde direct tot Kamervragen van Salima Belhaj (D66): wat deed Nederland voor deze mensen? Was het niet onze verantwoordelijkheid bescherming te bieden?
‘Mensen die met gevaar voor eigen leven voor ons hebben gewerkt, verdienen onze aandacht en zorg’, antwoordde minister Ank Bijleveld (Defensie). Bedreigde Afghaanse tolken konden volgens haar een beschermingsverzoek indienen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Bij een positief besluit kreeg de aanvrager een speciaal visum om naar Nederland af te reizen.
Bescherming
Hoeveel Afghanen hier al gebruik van hadden gemaakt, kon Bijleveld niet zeggen, maar ze beloofde een onderzoek in te stellen naar de veiligheid van de voormalige tolken. In juli dit jaar zegde ze toe dat ze er persoonlijk zorg voor zou dragen dat ten minste drie Afghaanse tolken met hun gezinnen versneld naar Nederland konden komen. Sohel is een van hen. Twee andere tolken gingen hem voor.
Waarom het tien jaar heeft geduurd voordat Nederland deze stap zette, blijft onduidelijk. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil ‘vanwege de risico’s die gevluchte Afghanen en hun families nog steeds kunnen lopen’ niet inhoudelijk ingaan op vragen over de kwestie.
‘Soms is eerst publiciteit nodig voordat er beweging komt’, zegt Jean Debie, voorzitter van de Vakbond voor Burger en Militair Defensiepersoneel. Nederland heeft volgens hem de plicht bedreigde tolken die tijdens buitenlandmissies voor Nederland hebben gewerkt, bescherming te bieden. Wel moet eerst grondig worden onderzocht of de persoon in kwestie geen oorlogsmisdaden heeft begaan.
Niet alleen Nederland, ook andere landen die deel uitmaakten van de internationale troepenmacht in Afghanistan (ISAF) worstelen met de vraag welke verantwoordelijkheid ze dragen voor de veiligheid van hun voormalige lokale medewerkers. Ieder land heeft zijn eigen aanpak. Zo verleent Groot-Brittannië asiel aan tolken die tussen 2011 en 2012 in Helmond zijn ingezet. De VS, Canada en Australië hanteren jaarlijkse quota, waarvoor strikte criteria gelden. En Duitsland bekijkt het, net als Nederland, per individueel geval.
‘Onbegrijpelijk’
Volgens Vluchtelingenwerk hebben ongeveer tien Afghaanse tolken, die werkzaam waren voor de internationale troepenmacht, asiel aangevraagd in Nederland. Die zijn, anders dan Sohel, niet op een inreisvisum gekomen, maar op eigen initiatief. Tijdens de asielprocedure moeten ze aannemelijk zien te maken dat ze persoonlijk zijn bedreigd door de Taliban. ‘Dat valt heel moeilijk te bewijzen’, zegt Annemiek Bots, woordvoerder van Vluchtelingenwerk. ‘In de praktijk worden Afghaanse tolken vaak afgewezen.’
De organisatie die opkomt voor belangen van vluchtelingen kent geen voorbeelden van tolken die zijn teruggestuurd naar Afghanistan, maar noemt het ‘onbegrijpelijk’ dat Nederland zich niet meer inzet voor deze specifieke groep. ‘Nederland is moreel verplicht om tolken die hun leven op het spel hebben gezet een verblijfsvergunning te geven’, zegt Bots.
De Afghaanse Sohel hoopt dat zijn vlucht naar Nederland ‘het einde is van een lange nachtmerrie’, zei hij na aankomst op Schiphol tegen het Nederlands Dagblad. Sinds zijn zaak aandacht heeft gekregen, zijn de autoriteiten opeens erg toeschietelijk. ‘Ik kreeg excuses van de Nederlandse ambassade. Alle visa en vluchtpapieren voor mijn gezin zijn geregeld.’