Waarom Volkskrant frauderende stagiair bij naam noemt
Vandaag heb ik in de Volkskrant en andere media verteld hoe een stagiair bij ons artikelen publiceerde die deels waren overgeschreven van andere media. In een geval knipte en plakte hij een heel interview bij elkaar en deed in de krant alsof hij met de geïnterviewde had gesproken. Ik heb geprobeerd volledig te zijn in mijn brief aan de lezers en heb de verantwoordelijkheid voor deze ontsporing uitdrukkelijk bij mijzelf en de Volkskrant gelegd.
Ik heb ook geprobeerd uit te leggen waarom het niettemin noodzakelijk was de naam van de frauderende stagiair te noemen. Maar dat was nu net iets waar sommige lezers grote moeite mee bleken te hebben. Zij schreven mij dat wij de naam van de stagiair nooit hadden moeten noemen, en soms zelfs dat we hem slachtofferden om ons eigen straatje schoon te vegen. Ik heb deze lezers geantwoord. Maar ik denk dat het nuttig is die uitleg in deze blog ook voor een breder publiek te geven. U bent het misschien niet eens met onze keuzes, maar ik wil in ieder geval dat u alle overwegingen kent die aan zo'n beslissing ten grondslag liggen.
Wij hebben de eerste dagen na de ontdekking gehoopt dat we de stagiair uit de wind konden houden, juist omdat hij jong is en we vonden dat wij uiteindelijk verantwoordelijk zijn. Maar toen bleek dat de Volkskrant door hem een nooit afgenomen interview had gepubliceerd, moesten we onze lezers inlichten. De betrouwbaarheid van de krant is immers het hoogste goed, dan mag je zo'n bedrog niet verborgen houden. Als we onze lezers vertellen dat een nepinterview in de krant heeft gestaan en artikelen met overgeschreven alinea's, dan moeten we ook onderscheiden om welke artikelen het gaat, anders zijn alle artikelen en journalisten van de Volkskrant verdacht. Zodra we dat melden, wordt de naam van de frauderende auteur bekend, ongeacht of wij die vermelden of niet: In het internettijdperk wordt onmiddellijk jacht gemaakt op zo'n naam als je hem verzwijgt, met resultaat binnen 5 minuten.
Wij moesten dus kiezen uit twee kwaden: noemen wij zijn naam, of laten we dat over aan de speurders op internet? Ik denk dat wij dat beter kunnen doen, omdat wij meteen erbij kunnen zeggen dat wij erop moeten worden aangesproken en niet hij, dat het hem spijt, dat dit een drama is voor een jong mens. Hadden we het aan de vrije krachten van internet overgelaten, dan was zijn identiteit een veel grotere kwestie geworden en was die triomfantelijk gepresenteerd: dit is hem, dit mocht u niet weten van de Volkskrant. Dan gaat het nog veel meer over hem, terwijl wij juist hopen dat hij in de luwte kan nadenken over zichzelf en zijn leven weer op het goede spoor krijgen.
Dat waren onze overwegingen. Ik sta in nauw contact met de stagiair en zijn ouders. Zij vinden ook dat dit de juiste aanpak is. Dus ik hoop dat de critici ook nog eens goed naar onze beweegredenen kijken, en begrijpen dat wij in deze kwesties juist zorgvuldig te werk proberen te gaan.
Philippe Remarque, hoofdredacteur