Waarom sommige verzekeraars stoppen met beleggen in farmaceuten (en andere juist doorgaan)
Waarom beleggen zorgverzekeraars voor miljoenen euro's in farmaceutische bedrijven die aan hen extreem hoge prijzen vragen voor sommige medicijnen? De discussie hierover in de bestuurskamers leidt tot heel verschillende conclusies.
Verzekeraars hebben veel geld in kas. Dat komt doordat zij van de toezichthouders hoge buffers moeten aanhouden, zodat zij altijd aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. En omdat het geld van de premiebetaler over het algemeen eerder binnen is dan de schade die moet worden uitbetaald.
Met dat geld moet de (zorg)verzekeraar iets: als de rente lager is dan de inflatie, wordt het geld minder waard en moeten na verloop van tijd steeds hogere buffers worden aangehouden. Door te beleggen, levert het geld in kas wat op: rendement dat kan worden gebruikt om de premie te verlagen.
Zorgverzekeraars beleggen weinig risicovol en richten zich op de lange termijn: verreweg het grootste gedeelte zit in (staats-)obligaties. Maar, constateerde toezichthouder DNB vorig jaar, het belang van de aandelenportefeuille groeit licht, mede gedwongen door de lage rentestand en omdat het handig is een geldvoorraad te hebben waar je snel bij kunt. In 2016 leverde het gezamenlijk belegd vermogen van 15 miljard euro de verzekeraars 243 miljoen euro aan rendement op.
Maatschappelijk verantwoord
Alle zorgverzekeraars benadrukken dat zij maatschappelijk verantwoord beleggen: tabak, wapens, kinderarbeid, corruptie, het is allemaal uit den boze. Vanwege het diesel-schandaal is bijvoorbeeld Volkswagen uit de portefeuille van Menzis geweerd. Daar komt bij dat bedrijven ook aan (strenge) duurzaamheidseisen moeten voldoen, voordat zij kans maken in een aandelenpakket van een zorgverzekeraar terecht te komen.
Bij Menzis bestaat 6 procent van de aandelenportefeuille uit farmaceutische bedrijven, bij CZ is dat 7 procent. Zilveren Kruis en VGZ willen daarover geen cijfers bekendmaken.
De goededoelenfondsen beleggen allemaal via een erkende vermogensbeheerder en dat gebeurt op een behoudende manier. Doel is behoud en mogelijk groei van het vermogen. Van de 21 fondsen beleggen er tien in de farmaceutische industrie. Het gaat daarbij om een klein aandeel in de totale beleggingsportefeuille.
Waarom sommige verzekeraars stoppen met investeren in farmaceuten
Het was 'geen ingewikkelde discussie', zegt Kees Hamster, de hoogste financiële man van zorgverzekeraar VGZ, meer een hamerstuk. De raad van bestuur moest besluiten of VGZ nog langer wilde beleggen in de farmabedrijven Gilead, Vertex en Biogen en zette daar prompt een streep door. De besluitvorming was niet toevallig voorbereid door de afdeling die de communicatie en de reputatie van de zorgverzekeraar in de gaten moet houden. Die had geadviseerd: onmiddellijk verkopen die aandelen, ze passen op geen enkele manier meer bij onze doelstelling de zorg betaalbaar te houden en voor iedereen bereikbaar.
Aanleiding voor dat besluit was een opmerkelijk fel bericht van het Zorginstituut, dat de minister adviseert welke medicijnen in het basispakket van de zorgverzekering moeten worden opgenomen. Begin vorige maand maakte dat instituut bekend dat het medicijn spinraza, tegen de ernstige spierziekte SMA, voorlopig niet vergoed zou moeten worden. De reden: de prijs die de fabrikant ervoor vroeg was 'extreem hoog', zonder onderbouwing 'waarom deze prijs redelijk en rechtvaardig is'.
Voor het eerst uitte het Zorginstituut openlijk zijn frustratie over de opstelling van sommige farmaceuten, met name van de farmaceuten die een weesgeneesmiddel hebben ontwikkeld tegen een zeldzame ziekte. Vrijwel altijd, schreef het Zorginstituut, komt dit dilemma aan de orde: 'een gering effect tegen een onverklaarbaar hoge prijs'. Dat is 'niet ethisch' omdat het debat 'over de rug van de patiënt' wordt gevoerd.
'Als zo'n belangrijk instituut, dat beslist over de toegang tot medicijnen, zo'n noodkreet laat horen, dan moet je daarop reageren', vindt Hamster. Elke farmaceut die vanaf nu met een medicijn komt dat door de minister in de zogeheten sluis wordt geplaatst - dus geen toegang krijgt tot het basispakket, totdat er een redelijker prijs wordt gevraagd - komt ook bij VGZ in aanmerking om uit de aandelenportefeuille te worden gekieperd.
Maatschappelijke onvrede
Het besluit van VGZ, met 4 miljoen verzekerden de tweede zorgverzekeraar van Nederland, laat zien dat de maatschappelijke onvrede over Big Pharma zo hoog is opgelopen dat bedrijven die zich ermee afficheren vrezen voor reputatieschade. De aandacht gaat vooral uit naar drie bedrijven, die de afgelopen tijd negatief in het nieuws kwamen: de Amerikaanse biotechbedrijven Gilead, Vertex en Biogen.
De kritiek op de industrie, lange tijd alleen verpakt in rapporten en Kamerdebatten, kreeg twee jaar geleden een gezicht toen wereldwijd demonstranten de straat opgingen om te ageren tegen de hebzucht van het Amerikaanse biotechbedrijf Gilead dat duizend dollar per pil vroeg voor een medicijn tegen hepatitis. Patiënten mengden zich vervolgens in de discussie door in de media te pleiten voor vergoeding van het medicijn dat voor hen juist zo belangrijk was.
Dirkje, een olijke peuter met rode krullen, werd eind vorig jaar het boegbeeld van patiënten met de spierziekte SMA, die het medicijn spinraza nodig hebben, dat per patiënt tonnen per jaar kost.
Minister Bruins van Medische Zorg noemde Dirkje zelfs in een speech over dure geneesmiddelen. 'De fabrikant van spinraza boekt dit jaar een miljardenresultaat met haar producten', zei hij, maar stelt het middel niet meteen ter beschikking aan doodzieke kinderen. 'Terwijl dat wel mag en kan.' Fabrikant Biogen boekte vorig jaar een winst van 3,7 miljard euro, wat neerkomt op een winstmarge van bijna 38 procent.
'Laten we ons chanteren?', vroeg oud-minister Edith Schippers vorig jaar in de Tweede Kamer nadat de onderhandelingen met Vertex, de fabrikant van het dure medicijn orkambi tegen taaislijmziekte, waren stukgelopen. Het bedrijf wilde niet genoeg in prijs zakken om het middel tot het basispakket toegelaten te krijgen. Pas op de laatste dag van haar ministerschap bereikten het ministerie en de fabrikant overeenstemming over de prijs. Eerder waren die stukgelopen op het eindbod van Schippers: 60 duizend euro per patiënt. Vertex verlangde 170 duizend euro.
Lucratieve sector
Dat is de sfeer waarin sommige beleggers zich nu achter de oren krabben. De farmaceutische industrie is een lucratieve sector om in te beleggen. Maar als bedrijven torenhoge prijzen vragen en extreme winsten boeken, is het ethisch gezien dan nog wel juist om erin te investeren? Tot voor kort waren vooral tabak, wapenhandel en kinderarbeid ethische redenen om niet in een bedrijf te investeren. Daar komt nu een vierde bij: prijsopdrijving.
Niet alleen bij VGZ leidt de maatschappelijke onvrede tot actie, ook goededoelenorganisaties in de zorg denken na over het onderwerp. Van de 21 gezondheidsfondsen beleggen er tien het geld van donateurs in de farmaceutische industrie, waarvan vier in de bekritiseerde bedrijven.
'Wij zien ook wat die CEO's verdienen, hoeveel winst er wordt gemaakt en dat houdt ons bezig', zegt directeur Gorrit-Jan Blonk van de stichting ALS Nederland.
'Wij hebben bij ALS nog geen last van de discussie over dure geneesmiddelen want die zijn er helaas nog niet, maar we vrezen de dag dat we horen: er is een medicijn maar het kost een vermogen.' De stichting investeert via beleggingsfondsen onder andere in Gilead en Biogen, maar Blonk heeft besloten te gaan praten met de vermogensbeheerder die de beleggingen van de stichting regelt. 'Wij voelen het als een sociale verplichting om over die vraag na te denken.'
Ook bij de Maag Lever Darm stichting (aandelen Biogen en Gilead) vindt overleg plaats. De stichting evalueert jaarlijks de beleggingsportefeuille met de vermogensbeheerder, zegt directeur Bernique Tool. 'De richtlijnen die van toepassing zijn, sluiten farma als sector niet uit, maar individuele bedrijven staan wel ter discussie. Deze bedrijven ook.'
Bij het Prinses Beatrix Spierfonds zitten de drie omstreden bedrijven niet eens in de portefeuille: duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn belangrijke criteria van het beleggingsmandaat, aldus een woordvoerster. 'Deze bedrijven voldoen daar niet aan.'
De Hartstichting houdt de drie bedrijven ook met opzet buiten de beleggingsportefeuille. De stichting werkt samen met een bureau dat bedrijven regelmatig langs de meetlat legt en punten toekent aan de hand van een groot aantal criteria. Exorbitante prijsstelling is er daar een van, vertelt de woordvoerder. 'Dat weegt voor ons zwaar, daar willen we niet aan bijdragen. Dan verliest een bedrijf zoveel punten dat het uit de portefeuille valt.'
En anderen doorgaan met geld steken in de bekritiseerde bedrijven
Lang niet in alle bestuurskamers leidt de discussie over dure geneesmiddelen tot aanpassing van de beleggingsportefeuille. Zo zijn zorgverzekeraars Menzis, CZ en Zilveren Kruis niet van plan hun investeringen in de drie bekritiseerde bedrijven af te stoten. De farmaceutische industrie wordt vaak te snel als de 'bad guy' van de gezondheidssector afgeschilderd, zegt de woordvoerder van Menzis.
Naast de dure geneesmiddelen die kritiek oproepen, produceren farmabedrijven ook gangbare, betaalbare middelen, zegt hij. 'Daardoor vervult de industrie ook een belangrijke rol in het verbeteren van de kwaliteit en het betaalbaar houden van de zorg.' Patiënten zijn gebaat bij nieuwe, betere geneesmiddelen, zegt ook de woordvoerder van Zilveren Kruis. 'De ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen is daarvoor belangrijk. Daarom sluiten we beleggingen in geneesmiddelenfabrikanten niet actief uit.'
'Er is sprake van stemmingmakerij tegen de farmaceutische industrie, zonder veel feitelijke onderbouwing', zegt Marc Pomp, zelfstandig onderzoeker in de gezondheidseconomie. 'De opbrengsten over de gehele industrie duiden eerder op een te laag rendement, dan op excessieve winsten in de bedrijfstak als geheel', zegt Pomp, die regelmatig opdrachten uitvoert voor de farmaceutische industrie. Tegenover elk succesvol medicijn staan ook prijzige mislukkingen; middelen die nooit op de markt zijn gebracht, maar wel hoge investeringen vergden. 'De farma-sector is een riskante.'
Stoppen met farma-beleggingen om zo de farmaceut te dwingen tot lagere prijzen? Het lijkt Pomp vrij zinloos: 'De hoop moet dan zijn dat de medicijnfabrikant denkt: we krijgen nu wel erg veel problemen met beleggers, we verlagen onze prijs.' Maar dat, voorspelt hij, zal niet snel gebeuren. 'De prijzen kunnen zelfs stijgen. Door het afhaken van een deel van de beleggers kunnen de kosten van kapitaal voor farmabedrijven omhooggaan en dat vertaalt zich op termijn in hogere prijzen.'
Zorgverzekeraars hoeven de farma-industrie niet uit te sluiten vanwege mogelijke belangenverstrengeling, zegt hij. 'Ze onderhandelen niet rechtstreeks met de industrie. Wat er in het basispakket komt is een politieke kwestie, de minister neemt de beslissing. Wanneer je als zorgverzekeraar farmaceuten uitsluit, ga je op de stoel van de minister zitten.'
Niet controversieel
Voor veel gezondheidsfondsen, die geld inzamelen voor onderzoek naar een specifieke aandoening, zijn beleggingen in de farmaceutische industrie ook niet controversieel. Allemaal hanteren ze de Richtlijn Financieel Beheer van branche-organisatie Goede Doelen Nederland, waarin is vastgelegd dat niet wordt geïnvesteerd in bedrijven die bijvoorbeeld wapens produceren, de mensenrechten schenden of aan kinder- of dwangarbeid doen. De farmaceutische industrie wordt niet uitgesloten, benadrukt de woordvoerder van de Maag Lever Darm stichting (voor 39 duizend euro aandelen Biogen en Gilead). De drie omstreden bedrijven staan nergens op een zwarte lijst en scoren hoog in de lijst van de meest duurzame bedrijven.
Directeur Ronald Gorter van MIND, het landelijk platform voor psychische gezondheid (aandelen Biogen en Gilead), laat weten dat hij intern meermalen discussie heeft gevoerd over het onderwerp. Maar bij de behandeling van verscheidene psychiatrische ziektebeelden is medicatie van groot belang, zegt hij. 'Wij vinden het goed is dat de sector toegang tot kapitaal heeft om medicijnen te produceren en nieuwe te ontwikkelen.'
Er is voor zorgverzekeraars en gezondheidsfondsen ook een reden om juist wél in die omstreden farmabedrijven te investeren: als beleggers kunnen zij invloed uitoefenen op het beleid van die bedrijven en kritiek leveren op bijvoorbeeld de hoge prijzen van medicijnen. Dat gebeurt in zogeheten engagement programma's, legt de woordvoerder van Menzis uit, waarbij meerdere beleggers met vergelijkbare uitgangspunten de krachten bundelen.
Zorgverzekeraar CZ zegt zich zorgen te maken over de prijsontwikkeling van bepaalde medicijnen, maar denkt niet dat daar eerder verandering in komt als het bedrijf zich terugtrekt.'We kunnen beter gebruikmaken van ons stemrecht', aldus een woordvoerder. Zo heeft CZ op de aandeelhoudersvergaderingen van de drie bekritiseerde bedrijven tegen voorstellen voor een nieuw beloningsbeleid gestemd.
Beeldvorming
Adri Steenhoek, emeritus hoogleraar specialistisch geneesmiddelenbeleid aan de Erasmus Universiteit, noemt dat 'een verweer dat alleen mooi is voor de beeldvorming'. De Nederlandse beleggers zijn veel te klein om bepalend te zijn, zegt hij. 'Farmabedrijven willen winst maken, dat zeggen ze zelf. Die laten zich door ons niet de wacht aanzeggen.'
Toine Pieters, hoogleraar geschiedenis van de farmacie, noemt het argument zelfs 'volkomen kul': 'Het is naïviteit ten top, zo wordt het spel niet gespeeld. Als ze het hiermee het prijsbeleid zouden kunnen beïnvloeden, zou dat de beleggingen rechtvaardigen. Maar als ze invloed zouden hebben, hoe kan het dan dat de prijzen nog zo doorstijgen?'