Waarom slaan verpakkingsvrije winkels toch niet aan in Nederland?
Terwijl in België en Duitsland verpakkingsvrije winkels floreren, houdt in Nederland één groene winkelier met hangen en wurgen het hoofd boven water. Een prachtinitiatief, maar het mag niet te veel kosten.
Sinds 1 februari staat de groene supermarkt De Verpakkingsvrije Winkel in het Leidse winkelcentrum De Kopermolen er verlaten bij. De winkel is tijdelijk gesloten omdat de eigenaren de tweede verhuizing in anderhalf jaar tijd voorbereiden. In de Merenwijk in Leiden liep de supermarkt niet, dus verhuist ze naar de drukkere binnenstad.
Eigenaar Jeroen Schrama (42) is vooralsnog de enige in Nederland die een volledig verpakkingsvrije winkel draaiende weet te houden. Maar gemakkelijk is het niet: 'Mensen vinden ons initiatief heel leuk, maar ze kopen te weinig.' Schrama wil geen concessies doen aan het verpakkingsloze concept om meer klanten te trekken.
In een verpakkingsvrije supermarkt worden voornamelijk graanproducten, noten, bonen en kruiden verkocht. De winkels kopen die in grote hoeveelheden in en presenteren ze in silo's, schepbakken en containers. De klant doet het gewenste aantal grammen in zelf meegebrachte bakjes en potjes. Doordat de klanten precies de hoeveelheid kopen die ze nodig hebben, verspillen ze minder voedsel.
Kort leven
Andere volledig verpakkingsvrije winkels waren in Nederland een kort leven beschoren. De pionier in deze categorie, Bag&Buy in Utrecht, ging in 2015 open, en kampte al snel met uitzichtloze rode cijfers. De winkel sloot binnen een half jaar, hoewel hij in een populaire winkelstraat zat.
Opgeweckt Noord in Groningen hield al na veertien maanden opheffingsuitverkoop. De eigenaren moesten met lede ogen aanzien hoe de klanten ineens toestroomden op die laatste dagen, toen de voorraden met 50 procent korting werden verkocht.
Biolokaal in Coevorden ging binnen twee jaar dicht en de eigenaar van Goods Only in Zutphen vertelde de Stentor dat het runnen van de winkel na ruim anderhalf jaar 'fysiek en mentaal te zwaar werd', omdat ze met veel pijn en moeite maar net break-even draaide. Waarom hadden deze milieubewuste ondernemers het zo moeilijk?
Beperkt assortiment
Een mogelijke oorzaak is het beperkte assortiment. Verse producten als zuivel en vlees kunnen zonder verpakking amper hygiënisch bewaard worden. 'Verpakkingen hebben een belangrijke functie, want zonder bescherming daalt de houdbaarheid', aldus hoogleraar marktkunde Hans van Trijp.
Consumenten kunnen dus niet voor al hun boodschappen in zo'n winkel terecht, terwijl ze bij de supermarkt wel in een keer klaar zijn. Van Trijp wijst erop dat milieuwinst vaak gepaard gaat met een persoonlijk verlies: klanten zijn meer tijd kwijt aan boodschappen doen en zijn vaak ook iets duurder uit. 'Als ze moeten kiezen tussen gemak en duurzaamheid, kiezen consumenten vaak voor gemak.'
Ook onderzoeker duurzaam consumentengedrag Jan Willem Bolderdijk gelooft dat consumenten 'gewoontedieren' zijn die vaak 'op de automatische piloot' keuzes maken. Verpakkingsvrij winkelen is volgens hem lastig aan de man te brengen omdat consumenten er hun boodschappenroutine voor moeten veranderen.
Een biologische of verpakkingsvrije supermarkt heeft daarom meer kans van slagen als deze gevestigd is in een wijk waar veel milieubewuste mensen wonen die de extra moeite willen nemen. 'Stel dat je erg voor verpakkingsvrij winkelen bent, maar niet in de buurt van de winkel woont. Dan wordt het een stuk lastiger om klant te worden.'
Een andere mentaliteit
Al deze mitsen en maren lijken in het buitenland een minder grote belemmering te vormen. In Duitsland en België gedijt het concept veel beter. Vooral in België schieten de verpakkingsvrije en afvalloze winkels als paddestoelen uit de grond.
De Antwerpse winkel Robuust is de grondlegger in België en verkoopt sinds 2014 biologische voeding en dranken, badkamer- en huishoudelijke producten. Robuust is een van de tien succesvolle Belgische verpakkingsvrije winkels. In Duitsland zijn er een stuk of twintig.
Marketingexpert Malaika Brengman van de Vrije Universiteit Brussel denkt dat verpakkingsvrij winkelen in België beter aanslaat, omdat Belgen een andere mentaliteit hebben dan Nederlanders. 'België is Europees kampioen recyclen. Belgen zijn zich erg bewust van het effect van verpakkingen op het milieu', stelt ze.
In België is milieubewustzijn een statussymbool, zegt hoogleraar marketing aan de KU Leuven Luk Warlop. 'Mensen laten graag zien dat ze verpakkingsvrij winkelen, zo van: zie eens hoe ecologisch we zijn.'
Toch relativeert hij het succes van de Belgische winkels. 'De verpakkingsloze winkel blijft een nicheconcept, maar er is in België blijkbaar wel een klantensegment dat groot en kapitaalkrachtig genoeg is om de winkels open te houden.'
Duurzaamheid boven alles
'Creatieve wereldverbeteraar' Schrama van De Verpakkingsvrije Winkel in Leiden erkent dat hij van nature geen ondernemer is. Omdat hij duurzaamheid boven alles stelt, vertoont zijn verdienmodel tegenstrijdigheden. Zo houdt hij de prijzen van zijn producten relatief laag om zichzelf niet uit de markt prijzen, maar daardoor blijft de winstmarge laag.
Vlees wil Schrama uit principe niet verkopen, omdat de vleesindustrie een van de grootste milieuvervuilers is. Een proef met verse groenten sloeg niet aan. 'Ik kreeg de groenten die op dat moment oogstbaar waren. Als ik kolen binnen kreeg, werden die zelden allemaal verkocht. Ik wilde niet weggooien wat overbleef, dus heb ik zelf veel kool gegeten in die periode.'
Om de omzet te verhogen verkocht De Verpakkingsvrije Winkel aanvankelijk ook huishoudelijke artikelen, zoals wasbare luiers en inlegkruisjes, maar vaste klanten schaften die producten logischerwijs maar één keer aan: ze waren herbruikbaar.
Schrama werkt uitsluitend met vrijwilligers en huurt tegen een pop-uptarief (ongeveer 230 euro per maand, inclusief gas, water en licht). Op de nieuwe locatie, waar de huur ongeveer even hoog is, wil hij een bedrijfsleider inhuren die de ondernemerstaken van hem overneemt. De vrijwilligers kunnen zich dan richten op het organiseren van workshops en voorlichting.
Daarnaast opent De Verpakkingsvrije Winkel een kleine lunchroom. Schrama: 'De winkel blijft belangrijk, maar de lunchroom en workshops moeten een groot deel van het verdienmodel invullen.'