Waarom Jezus geen geslaagd personage is

AANDACHT voor de techniek brengt het geheim van goed romanschrijven dichter aan de oppervlakte dan hoogdravende bezweringen van allerlei aard ingeblazen te krijgen....

Arjan Peters

Een roman is nauwgezet geconstrueerd, de lezer wordt stiekem - maar achteraf aanwijsbaar - voorbereid op een daverend slot, waarin de held liefst alleen tegenover zichzelf komt te staan.

Dat stelt althans Thomas Rosenboom, bekend van de grote romans Gewassen vlees (1994) en Publieke werken (1999), die in 2001 als gastschrijver aan de Rijksuniversiteit Groningen de vier prikkelende lezingen hield die nu zijn gebundeld in Aanvallend spel.

'Voor dit doel heb ik mijzelf bewust moeten maken hoe ik te werk ga', zegt Rosenboom, die inmiddels in zijn Amsterdamse woning volop bezig is aan een nieuwe roman, 'en ook waarom ik bij bepaalde films en boeken afhaak. Gerenommeerde films als Sous le sable en Festen stelden mij teleur. Je probeert dan te onderzoeken waaruit dat onbevredigde gevoel voortkomt.

'Volgens mij ligt het in die gevallen aan het verhaal. Sous le sable: echtgenoot verdrinkt, heel zielig, maar de achtergebleven vrouw heeft geen streven. Ze reageert, ageert niet. De film is net zo plotloos als de werkelijkheid. En in Festen neemt een zoon die in zijn jeugd iets is aangedaan, het woord tijdens een familie-reünie. Hij is een slachtoffer die het gelijk massief aan zijn kant heeft. Er is geen contrast.

'In een goed verhaal leef je mee met een hoofdpersoon die iets menselijks wil. Niet het geluk, maar zeg: een bootje. Omdat hij dáármee denkt gelukkig te worden. En dat lukt dan niet.

'Kapitein Ahab in Moby Dick maakt jacht, niet op zomaar een walvis, maar op die ene die hem eerder zijn been heeft afgehapt. Dat is een duidelijk doel. En omdat we dat willen volgen, kan Melville zich onderwijl uitstapjes permitteren.'

Een schrijver documenteert zich terdege (in Publieke werken, dat in 1888 speelt, wordt bridge gespeeld, een kaartspel dat toen nog niet was geïntroduceerd. In de meest recente druk heeft Rosenboom dat veranderd in whist), kiest een personage dat iets nastreeft, zorgt voor een intrige die stapsgewijs de climax dichterbij brengt, en dán kan het leesgenot worden opgewekt.

In kort bestek zijn dit de vuistregels van het 'thomisme', in Aanvallend spel met diverse voorbeelden geïllustreerd.

Soms lokken die ook tegenspraak uit. Want niet alleen theologen zullen verontwaardigd de stelling betwisten dat Jezus geen geslaagd personage is, daar het hem 'aan elk menselijk streven' ontbreekt ('weliswaar stichtte Hij zijn geloof, maar zonder er Zelf bij te willen winnen. Nooit hoopte Hij dat het een internationaal succes zou worden').

Jezus streefde toch goedheid na? 'Een betere wereld', verzucht Rosenboom, 'dat is wat ik aanmerk als een te weinig concreet, te groot doel. Jezus die aan het kruis hangt, valt in de categorie heel erg, maar omdat hij volkomen onschuldig is, werkt het in dramatisch opzicht niet.'

Hoe zit het dan met goede boeken waarin de (anti-)held desondanks niets wil? In Reves De avonden gebeurt zowat niks.

Rosenboom: 'Volgens mij wil Frits van Egters wel iets: per hoofdstuk zet hij zich af tegen zijn vrienden. Zijn visites monden niet uit in gedeelde gezelligheid, maar hij onderscheidt zich door op te merken dat die vrienden ziek zijn of al aardig kaal worden. Ik ben anders, laat hij steeds merken.'

Andere poging: wat te denken van romans die niet het klassieke patroon volgen dat Rosenboom (met een beroep op Hermans en Flaubert) aanbeveelt, maar die het van parodieën, grillige terzijdes en komische ontsporingen moeten hebben? Don Quichot (Cervantes), Tristram Shandy (Sterne), Die gore klerezooi in de Via Merulana (Gadda): niet goed?

'Wél goed, maar doordat we ze verstaan als reactie op, of afwijkingen van de conventie. Het is hogere Spielerei die mij niet in het hart raakt; een andere wereld dan Bach, Hermans of Dostojevski. Flaubert parodieerde ménsen, geen genres of vormen.'

Rosenbooms lezingen zijn een pleidooi voor het vertellen, voor het schaakspel dat de opbouw van een intrige is. Hij toont de onderkant van zijn tapijt. 'Stijl zonder verhaal is een bloedeloos spel.'

Overigens: als hij aanstonds de trap op gaat naar zijn werkkamer, denkt hij geen moment aan zijn eigen wetten. 'Er is geen recept voor literair welslagen.' Wij wensen hem geluk - excuus, een mooi bootje toe.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden