Waarom ik anders over Zwarte Piet ben gaan denken
Vandaag verschijnt een bijdrage van Volkskrantcolumnist Harriet Duurvoort in The New York Times. Hier een vertaling van haar bijdrage.
Voor een kind in Nederland was het Sinterklaasfeest pure magie. In die periode van november tot 5 december kroop ik 's nachts wel eens stiekem uit bed, terwijl mijn zusje in het stapelbed boven mij sliep, en sloop naar de woonkamer. Sinterklaas, onze versie van Saint Nicholas, was aangekomen, maar ik was natuurlijk op zoek naar zwarte Piet, zijn komische, zwartgeschminkte knecht.
Misschien zou hij uit de schoorsteen kruipen, zoals ons verteld was, en een cadeautje achterlaten. Als bruin meisje van Surinaamse afkomst, was ik gefascineerd door Zwarte Piet. Ik stelde mij voor dat hij een belangrijke Surinamer was. Misschien wel een prins.
De jaren voorafgaand aan de Surinaamse onafhankelijkheid van Nederland in 1975 vond een massale migratie plaats. Omdat ze hun Nederlanderschap niet wilden verliezen, vertrok bijna de helft van de Surinaamse bevolking, velen daarvan van Afrikaanse afkomst, naar Nederland. De integratie verliep destijds verre van vlekkeloos. Ze vonden een nieuwe habitat in grijsgrauwe voorsteden in overbevolkte appartementencomplexen.
undefined
Schoorsteen
Onze familie was al tien jaar daarvoor geïmmigreerd. Ik was mij er als kind van bewust dat blanke Nederlanders vaak met wantrouwen naar ons keken. Maar op zwarte Piet waren ze allemaal gek. Net als ik.
Het verhaal is natuurlijk dat zwarte Piet helemaal geen zwarte man is, maar zijn uiterlijk dankt aan het feit dat hij door de schoorsteen kruipt. Ik hou van deze versie van het verhaal. Maar feit is dat hij soms met een Caribisch accent spreekt en precies lijkt op een karikatuur van een 17e eeuwse huisslaaf. De periode die, al waren het de hoogtijdagen van de slavernij, in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.
Als bruin meisje met een lichte huidskleur heb ik mijn gezicht ontelbaar vaak geschminkt om zwarte piet te worden. Sommige van mijn klasgenootjes, met een donkerder huidskleur, hoefden dat niet te doen. Die hoefden maar een pakje aan te trekken en ze waren meteen zwarte piet. Ik was daar jaloers op.
Mijn ongemak bekroop mij langzaam. In onze Surinaamse kerk was slavernijgeschiedenis verborgen en omgeven door schaamte. Op school kwam de slavernijgeschiedenis die we leerden in feite neer op de Negerhut van Oom Tom. Men ging niet in op ons eigen koloniale verleden.
Over de geschiedenis van de grotere zwarte diaspora leerde ik niets op school, maar door Alice Walker, Bob Marley of Grandmaster Flash. Ik weet nog goed wanneer ik voor de allerlaatste keer mijn zwarte pietengezicht opschminkte. Ik was 15. Een oom had me net verteld dat onze achternaam een typische slavennaam was. Ook begon het me tegen te staan dat zwarte Piet zo vaak met een dik aangezet Surinaams accent sprak. En dan was er het feit dat elke buitenlander die je ontmoette, zwart of blank, altijd vroeg waarom zwarte mensen hier toch in vredesnaam mee akkoord gingen.
undefined
Kerend tij
Ik stopte met het vieren van Sinterklaas. Het was tenslotte ook een kinderfeest. Maar drie en een half jaar geleden werd ik moeder van een zoontje, en Zwarte Piet is onmogelijk te vermijden. Want elke peuterschool viert Sinterklaas.
Drie jaar geleden begon het tij in Nederland eindelijk te keren. Kunstenaar en activist Quinsy Gario, van Afro-Antilliaanse afkomst, begon zich uit te spreken tegen de blackface traditie en zijn televisieoptreden schreef geschiedenis. Zwarte Piet maakt ons erfgoed belachelijk. Een slavenkarikatuur, waarom leren we dat aan onze kinderen?
Veel Nederlanders waren gechoqueerd. Dat zwarte Piet racistisch zou kunnen zijn was nog nooit in hen opgekomen. De traditie is misschien niet ontstaan om zwarte mensen te vernederen of te kwetsen, maar heeft dat effect wel. Het probleem zit hem vooral in het feit dat Nederlanders hun eigen geschiedenis niet kennen.
Het is wat je 'onbedoeld racisme' zou kunnen noemen. Er wordt door sommigen naar een compromis gezocht. Een versie die op televisie gepresenteerd werd, leek erg op de oude zwarte Piet, met als verschil dat zijn afropruik vervangen was door een hairweave.
De gemeente Amsterdam ontwikkelt zijn eigen, geactualiseerde versie van zwarte piet en kiest voor licht bruin, niet diepzwart, en zonder de typische goudkleurige oorringen.
Intussen lijkt het onvoorstelbaar dat de traditie ooit verandert. Op straat struikel je over de 'traditionele' zwarte pieten. Toen onze Minister President, Mark Rutte, onlangs zijn mening werd gevraagd over zwarte Piet - overigens tijdens een bezoek van Barack Obama- zei hij: Mijn vrienden uit de Nederlandse Antillen zijn altijd blij dat ze hun gezichten niet hoeven zwart te maken. Mij kost het dagen om dat spul van mijn gezicht af te wassen."
Maar de traditie zal toch moeten veranderen. Het land waar ik vandaan kom is een mengeling van kleur en afkomst, ieder met zijn eigen geschiedenis. Mijn zoontje zit op een Rotterdamse school vol diversiteit: Surinamers, Antillianen, Marokkanen, Somaliers, Polen, Hongaren.
undefined
Terug naar Spanje
Vandaag keert Sinterklaas met zijn Pietengevolg terug naar Spanje. Ik vraag mij af hoe het feest er volgend jaar uit zal zien. Ik zou eigenlijk een Piet willen zien met daadwerkelijke roetveegjes, uit de schoorsteen. Ik wil het Sinterklaasfeest vieren met mijn kind, maar niet op een manier die onze voorouders in slavernij karikaturaliseert.
Als mijn kind van 3 s'ochtends opstaat, vindt hij een cadeautje in zijn schoentje bij de schoorsteenmantel. Van Piet. Niet van Zwarte Piet. Gewoon van Piet.
Copyright: The New York Times