Analyse
Waar blijven de bedden voor niet-Oekraïense asielzoekers? Drie redenen voor een moeizame zoektocht
Om het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel te ontlasten, moeten er voor vrijdag 1.500 opvangplekken voor niet-Oekraïense asielzoekers worden gevonden. Maar terwijl gemeenten 27 duizend plaatsen regelden voor Oekraïense vluchtelingen, blijft het moeilijk bedden te vinden voor asielzoekers uit Afghanistan, Syrië en Jemen. Dat heeft vooral drie oorzaken.
Gemeenten mogen zelf de opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen organiseren
Omdat vluchtelingen uit Oekraïne vrij mogen reizen en geen asielprocedure hoeven te volgen, zijn de regels van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) niet van toepassing op hun huisvesting. De veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor de opvang van deze groep, waardoor het COA wegvalt als tussenlaag. Gemeenten kunnen daardoor autonomer opereren in het zoeken naar opvanglocaties. Voor reguliere asielzoekers gaat dat niet op: hun opvang blijft gebonden aan de regels van het COA.
‘Het COA vraagt altijd om vrij grote locaties’, zegt voorzitter Hubert Bruls van het Veiligheidsberaad (de 25 veiligheidsregio’s). ‘Vaak voor minimaal 600 mensen. Zeker in kleinere gemeenten is die capaciteit er vaak niet.’
Het COA hanteert bovendien strengere regels voor opvanglocaties voor reguliere asielzoekers. Dat ondervond ook de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma. Na de oproep van de veiligheidsregio’s wist de gemeente in een dag tweehonderd plekken te realiseren in het voormalige Holland Casino, voor maximaal vier weken. Het COA had volgens Dijksma dit pand eerder afgewezen als opvangplek omdat het brandgevaarlijk zou zijn. Nu het Veiligheidsberaad de schouw deed, werd de locatie met kleine aanpassingen wel geschikt bevonden. Zo hing de gemeente brandalarmen op en lopen er dag en nacht brandwachten rond. ‘Die stroefheid van het COA speelt ons soms parten’, zegt Dijksma. ‘Dan kom je in een soort stroperigheid terecht waar je in een crisissituatie juist van weg wilt blijven.’
Reguliere asielzoekers zijn minder welkom dan Oekraïense vluchtelingen
Het is een gevoelige kwestie voor het kabinet: gemeenten die niet zitten te wachten op asielzoekers uit landen als Syrië en Afghanistan, maar wel Oekraïense vluchtelingen willen opvangen. Deze gemeenten konden dinsdag op weinig begrip rekenen van linkse oppositiepartijen tijdens een Kamerdebat met staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel & Migratie). SP-Kamerlid Jasper van Dijk omschreef zulke gemeenten als ‘free riders’.
Maandag riepen de veiligheidsregio’s het kabinet op actiever op te treden tegen zulke gemeenten, desnoods met dwang via noodwetgeving. Van der Burg vindt dwingen een ‘nederlaag’, en voelt voorlopig weinig voor een dergelijke noodwet.
In Arnhem speelt selectiviteit geen rol, zegt burgemeester Ahmed Marcouch. In zijn gemeente worden sinds twee maanden driehonderd Syrische en Afghaanse asielzoekers opgevangen op een cruiseschip. Daarnaast zijn er driehonderd Oekraïense vluchtelingen op twee andere boten ondergebracht. Van sommige gemeenten weet hij dat er weerstand is om reguliere asielzoekers op te vangen. ‘Ze zien beren op de weg, zoals mogelijke overlast.’
Gemeenten die bereid zijn reguliere asielzoekers op te vangen, stuiten vaak weer op een ander probleem: pandeigenaren die wél onderscheid maken. Zo wilde de eigenaar van een boot in Amsterdam alleen ‘vrouwen, kinderen en etnische Oekraïners’ op zijn boot, waarna de gemeente meteen de samenwerking verbrak. Dijksma ging tien dagen ‘met de pet rond’ langs de gemeenten in de veiligheidsregio Utrecht. ‘Pandeigenaren zijn wel bereid de moeders met kinderen uit Oekraïne op te nemen, maar niet de alleenstaande mannen uit Afrika of het Midden-Oosten. Dat maakt het voor ons een heel lastige kwestie, en ook een hard gelag.’
Gemeenten kunnen daar weinig tegen doen, zegt Hubert Bruls. ‘Tenzij iedereen het voorbeeld van Amsterdam volgt, dat principieel geen zaken doet met pandeigenaren die onderscheid maken. Maar dan verspeel je wel kostbare ruimte die ook voor Oekraïense vluchtelingen echt nodig is.’
Er is een wooncrisis en een gebouw ombouwen is niet zomaar gedaan
‘Door de woningnood concurreren doelgroepen al om een woning’, zegt burgemeester Bruls, ook burgemeester van Nijmegen. ‘Dak- en thuislozen, mensen uit de psychiatrie en statushouders. De druk is groot, zeker nu we al het laaghangend fruit al hebben geplukt voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Met elke duizend extra plekken die we nog willen creëren, wordt die taak alleen maar moeilijker.’
Veel gemeenten vrezen daarom een grotere toestroom van vluchtelingen. ‘In dat geval komt er beslist een moment waarop het ingewikkeld wordt om voor iedereen een volwaardige opvangplek beschikbaar te hebben’, aldus een woordvoerder van de gemeente Enschede, dat in december een noodopvang van vijfhonderd plekken heeft gerealiseerd.
Bijkomend probleem is dat veel lege opvangplekken pas na een verbouwing geschikt zijn. Arnhem kan zo een paar potentieel geschikte gebouwen aanwijzen waar statushouders terecht zouden kunnen. ‘Maar dan hebben we wel de middelen nodig voor het ombouwen’, zegt burgemeester Ahmed Marcouch. ‘Het gaat me niet alleen om de aantallen; de huisvesting moet ook fatsoenlijk en lang meekunnen.’
‘Een leegstaand kantoor klinkt aantrekkelijk’, zegt Bruls. ‘Maar het duurt soms maanden om een pand te verbouwen.’ Zo veel tijd kunnen gemeenten zich volgens Bruls nu niet permitteren. ‘Ik heb vandaag nog een pand in Nijmegen afgewezen omdat het niet veilig genoeg was om er asielzoekers in op te vangen. Daar kun je dan wel een miljoen tegenaan smijten om het om te bouwen, maar als de piek straks weer voorbij is, kun je er niks mee.’
Ter Apel
‘Een tweede en wat mij betreft zelfs een derde en een vierde aanmeldcentrum’ zouden moeten komen, zei staatssecretaris Van der Burg dinsdag in het vragenuurtje in de Tweede Kamer. ‘Omdat je de druk op Ter Apel zou moeten verlichten en ook gewoon zou moeten spreiden over Nederland.’ Op dit moment kent Nederland met het Groningse Ter Apel één ‘voordeur’ waar vluchtelingen zich bij aankomst moeten melden. Om de schrijnende situatie in het overvolle centrum te verhelpen, wil het kabinet zo snel mogelijk in elk geval een tweede aanmeldlocatie openen. Via zijn woordvoerder laat Van der Burg weten dat gesprekken hierover met gemeenten, net als bij reguliere opvang, stroef verlopen. Over de gemeenten waarmee wordt gesproken, wil de woordvoerder niets zeggen. Ter verlichting van de druk op Ter Apel kunnen zogenoemde nareizigers – met al een of meer gezinsleden met een status in Nederland – zich sinds vorig jaar ook melden bij een loket in Zevenaar. (Pieter Hotse Smit)