Vulkaan-erupties helpen El Niño
Vulkaanuitbarstingen staan mogelijk aan de kiem van het weerverschijnsel El Niño dat het klimaat in grote delen van Azië en Zuid-en Noord-Amerika beïnvloedt....
Eerdere pogingen om vulkaanuitbarstingen te koppelen aan het El Niño-weerfenomeen zijn niet geslaagd, vooral door gebrek aan goede historische meetgegevens over uitbarstingen op het zuidelijk halfrond. De onderzoekers onder leiding van J. Adams van de universi
teit van Virginia maakten gebruik van indirecte gegevens uit onder meer ijskernen. Die reeks laat zich vergelijken met de regelmaat van El Niño.
Volgens de theorie verstoren grote vulkaanuitbarstingen door de uitstoot van stof de instraling van de zon op de aarde zo sterk, dat ze meewerken bij het ontstaan van een El Niño. Ze veroorzaken het verschijnsel niet, maar scheppen voorwaarden voor een extra sterke opwarming van het zeewater.
El Niño ontstaat normaal gesproken door instraling van de zon in het westen van de Stille Oceaan, waardoor meer warm oppervlaktewater ontstaat dan normaal. Passaatwinden stuwen dit warme water richting Indonesië, maar in sommige jaren woeden westerstormen die het water weer terugduwen naar Zuid-Amerika, waardoor de cyclus van opwarming zichzelf in stand houdt.