VS zijn verdeeld over bestuur Irak
De Amerikaanse regering overweegt een overgangsregering, bestaande uit Iraakse ballingen, de touwtjes in handen te geven in het zuiden van Irak...
Het Pentagon hoopt dat het naar voren schuiven van een tegenregering van Iraakse ballingen critici die de Verenigde Staten ervan beschuldigen dat zij Irak willen bezetten, de wind uit de zeilen zal nemen. Maar de benoeming van een Iraakse interimregime zal ongetwijfeld op kritiek stuiten van de Europese landen, inclusief Groot-Brittannië, die vinden dat de Verenigde Naties een centrale rol moeten krijgen in de wederopbouw van het naoorlogse Irak. Ook binnen de Amerikaanse regering bestaat verdeeldheid over de plannen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft meer begrip voor het betoog van de Europeanen dat de VN zo snel mogelijk bij het bestuur van Irak na de val van Saddam Hussein moeten worden betrokken. Bovendien staan het State Department en de CIA nogal sceptisch tegenover de kandidaten die Rumsfeld en zijn medewerkers in het Pentagon op het oog hebben voor posten in de overgangsregering. Rumsfeld en zijn rechterhand Paul Wolfowitz, die een hoofdrol speelt in het opstellen van de plannen voor het naoorlogse Irak, willen Ahmed Chalabi, de leider van het Iraakse Nationale Congres (INC), naar voren schuiven als de leider van de nieuwe Iraakse regeringsploeg. De neoconservatieven uit het Pentagon betogen dat alleen ballingen voor veranderingen kunnen zorgen in Irak, omdat zij ervaring hebben met democratische systemen. Daarbij komt dat het INC niet doortrokken is van de sterke anti-Israëlische sentimenten die in de Arabische wereld gangbaar zijn. Chalabi heeft laten doorschemeren dat hij bereid is de staat Israël te erkennen, als hij aan de macht komt in Irak. Dat zou passen in de strategie van de neoconservatieven, die betogen dat het installeren van een democratisch bewind in Irak een gunstig effect zal hebben op het Midden-Oosten en het verloop van het Palestijns-Israëlische conflict. Chalabi heeft echter nogal wat vijanden op het State Department en bij de CIA, waar men zich afvraagt hoeveel voeling de ballingenleider, die Irak in de jaren vijftig verliet, nog heeft met de bevolking van zijn land. Het is nog onduidelijk hoeveel macht een eventueel ballingenkabinet zal krijgen. Het Pentagon heeft er steeds voor gepleit het civiele bestuur in het post-Saddamtijdperk voorlopig in handen te geven van een gepensioneerde Amerikaanse generaal, Jay Garner. Die zou op zijn beurt weer onder bevel komen te staan van generaal Tommy Franks, de commandant van de militaire operatie in Irak. Een van de argumenten om het bestuur over de gebieden die onder controle staan van de geallieerden (volgens de VS nu al bijna 45 procent van Irak) zo snel mogelijk over te dragen aan Iraakse ballingen, is dat de verdeling van hulpgoederen nu vaak in handen is van de lokale autoriteiten, die vaak nog uit functionarissen uit de Ba'ath-partij bestaan. Dat brengt in de praktijk mee dat aanhangers van het Saddam-regime ook in de veroverde gebieden nog steeds veel invloed hebben.